In deze zaak verzoekt verzoekster, die ten val is gekomen in een winkelcentrum waar renovatiewerkzaamheden plaatsvonden, om vaststelling van de aansprakelijkheid van het betrokken bouwbedrijf en/of de eigenaar van het winkelcentrum. De rechtbank Midden-Nederland wijst het verzoek af, omdat niet is komen vast te staan dat het bouwbedrijf of de eigenaar van het winkelcentrum onrechtmatig hebben gehandeld. De val vond plaats op 6 april 2019, waarbij verzoekster letsel opliep. De eigenaar van het winkelcentrum had opdracht gegeven voor de renovatie, waarbij nieuwe tegels over de oude tegels werden gelijmd. De rechtbank overweegt dat de matten die waren neergelegd om hoogteverschillen te overbruggen, niet onrechtmatig waren en dat de renovatiewerkzaamheden al enige tijd aan de gang waren, waardoor het winkelend publiek op de hoogte had kunnen zijn van de situatie. De rechtbank concludeert dat de toedracht van het ongeval niet voldoende duidelijk is en dat er geen gevaarzettende situatie was die om veiligheidsmaatregelen vroeg. De rechtbank wijst het verzoek om aansprakelijkheid af en begroot de kosten van de deelgeschilprocedure op € 2.964,50, te vermeerderen met griffierecht.