Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
[eiseres sub 2] , geb. [naam]in hoedanigheid van erfgename van
[A]
[eiser sub 3],
[eiseres sub 4] geb. [naam],
[eiser sub 5],
[eiseres sub 6] , geb. [naam],
gemeente Beek,
REGIOBANK,
1.De procedure
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling van de vorderingen
lex loci damni. Daarom is ook op deze vordering Nederlands recht van toepassing.
- inclusief de misleiding - toe aan [gedaagde sub 2] op grond van de verkeersopvattingen. In de eerste plaats omdat [B] sr. de statutair directeur van [gedaagde sub 2] was en in die hoedanigheid zijn werkzaamheden uitoefende tegenover de klanten van [gedaagde sub 2] . [5] In de tweede plaats omdat de gedragingen van [B] sr. plaatsvonden binnen de activiteiten van [gedaagde sub 2] , hetgeen ook zelfstandig reden vormt voor toerekening aan [gedaagde sub 2] . Zo ontving [B] sr. de klanten in het kantoor van [gedaagde sub 2] . Dit kantoor had de uiterlijke verschijningsvorm van een bankkantoor met (beeld)merkuitingen van zowel [gedaagde sub 2] als RegioBank, maar niet van Harbi. In dit kantoor was op geen enkele wijze kenbaar dat ook Harbi daar gevestigd was.
– zo zegt [C] jr. in feite - [B] sr. geen tegenspraak van hem zou dulden.
Die Bereitstellung eines Betrages an die Harbi Vastgoed B.V. ist risikolos". [gedaagde sub 2] heeft het voorgaande onvoldoende gemotiveerd betwist. [gedaagde sub 2] heeft niet kunnen ophelderen hoe de investeringen in Harbi plaatsvonden, welke risico’s daaraan verbonden waren, wat zij hierover aan haar klanten heeft gecommuniceerd (met name of wél uitdrukkelijk is gewezen op de risico's) en hoe en waarom zij beleggers heeft geadviseerd om daarin te beleggen. Ook heeft [gedaagde sub 2] geen duidelijkheid kunnen geven over de basis van de samenwerking tussen [gedaagde sub 2] en Harbi op grond waarvan deze beleggingen in Harbi werden geadviseerd. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [gedaagde sub 2] op iedere vraag hierover geantwoord dat zij het niet weet, omdat alleen wijlen [B] sr. ervan op de hoogte was en de administratie niet compleet is. In de verhouding tussen [gedaagde sub 2] en de beleggers komt dat voor rekening en risico van [gedaagde sub 2] . De rechtbank neemt daarom als vaststaand aan dat [gedaagde sub 2] tegenover deze beleggers niet aan haar contractuele verplichting heeft voldaan om zorgvuldig te adviseren.
een onderzoeksplicht had naar de Dividendverträge, heeft zij niet aan die plicht voldaan. RegioBank heeft [gedaagde sub 2] gevraagd om onderzoek in te stellen naar hoeveel klanten Dividendverträge op briefpapier van RegioBank hadden afgesloten. Ook wilde zij dat die klanten bericht werden dat het product niet van RegioBank was en zij aan de Dividendverträge tegenover RegioBank geen rechten konden ontlenen. [B] sr. heeft voorgesteld dat de accountant van Harbi, de heer [D] , dat onderzoek zou uitvoeren. De advocaat van [B] sr. zou de klanten vervolgens informeren. Hiermee ging RegioBank akkoord. RegioBank had hierin onafhankelijker moeten opereren van [B] sr. die een grote rol had in de onregelmatigheden. Dat heeft RegioBank niet gedaan. Zij is volledig afgegaan op mededelingen van [B] sr. en de advocaat en de (register)accountant van Harbi. RegioBank heeft daarmee niet gehandeld zoals van een bank mag worden verwacht onder deze omstandigheden.
- hoe het onderzoek heeft plaatsgevonden en wat daarbij is onderzocht,
- wie Dividendverträge hebben afgesloten met (beeld)merkuiting van RegioBank en hoeveel overeenkomsten door deze personen zijn gesloten of verlengd,
Dividendanlage in SNS Regio Bank St. Odiliënburg”. RegioBank had dan dus gezien dat het hier ging om moedwillige vervalsingen, waarop zij had moeten acteren.
3.48. De kosten aan de kant van de eisers worden tot op vandaag begroot op:
- salaris advocaat € 1.842,00 (3 punten x tarief II)
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
4.De beslissing
19 maart 2025.