Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- van de vrouw een verzoekschrift met producties 1 t/m 4, ontvangen op 20 oktober 2023 ;
- van de man een verweerschrift van 3 januari 2024 met zelfstandige verzoeken en producties 1 t/m 5;
- van de vrouw een verweerschrift van 22 maart 2024 tegen de zelfstandige verzoeken van de man met een wijziging van haar verzoeken en producties 5 t/m 15;
- van de man een brief van 22 januari 2025 met producties 6 t/m 18;
- van de man een brief van 23 januari 2025 met producties 19 t/m 21;
- van de vrouw een brief van 24 januari 2025 met producties 16 t/m 20;
- van de man een pleitnotitie, overgelegd en gedeeltelijk voorgedragen tijdens de zitting;
- van de vrouw een nota van afrekening van [adres 1] in [plaats] van 2 maart 2022, overgelegd tijdens de zitting.
2.Waar de procedure over gaat
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2022 in [geboorteplaats] .
- de ontbinding van het geregistreerd partnerschap uit te spreken;
- primair, het door partijen ondertekende ouderschapsplan aan deze beschikking te hechten dan wel de inhoud hiervan op te nemen in deze beschikking;
- te bepalen dat de vrouw gedurende zes maanden na inschrijving van deze beschikking het voorgezet gebruik van de woning aan [adres 1] in [plaats] (hierna: de woning) heeft;
- voor wat betreft de financiële afwikkeling van het geregistreerd partnerschap:
- een zorgregeling vast te stellen volgens 4.1 van zijn verweerschrift, met de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de vrouw (tenzij de vrouw bij haar ouders gaat inwonen), althans om de inhoud van een tussen partijen overeengekomen ouderschapsplan in de beschikking op te nemen dan wel aan de beschikking te hechten en de inhoud daarvan als opgenomen te beschouwen;
- te bepalen dat de man een vordering heeft op de vrouw van (na vermindering op de zitting) € 67.848,- en dat dit bedrag aan de man betaald dient te worden voldaan vanuit de overwaarde bij verkoop van de woning aan [adres 1] in [plaats] vóórdat de overwaarde bij helfte tussen partijen wordt verdeeld, althans om te bepalen dat de vrouw gehouden is om binnen 30 dagen na de datum van deze beschikking dat bedrag aan de man te betalen;
- te bepalen dat de goederen op de inboedellijst (productie 4) die de man aan de voorzijde van een kruisje heeft voorzien aan hem worden toebedeeld, zonder nadere verrekening;
- te bepalen dat de positieve saldi op de bankrekeningen ten name van een van partijen aan beide partijen voor de helft toekomen en de negatieve saldi bij helfte moeten worden gedragen;
- te bepalen dat de positieve saldi op de gemeenschappelijke bankrekeningen aan beide partijen voor de helft toekomen en de negatieve saldi bij helfte moeten worden gedragen;
- te bepalen dat de BMW met kenteken [kenteken 1] aan de vrouw wordt toebedeeld, onder verrekening van de helft van de actuele marktwaarde van de auto.
3.De beoordeling
[rekeningnummer] , [rekeningnummer] en [rekeningnummer], tot de beperkte gemeenschap behoren en bij helfte moeten worden verdeeld. Verder zijn partijen het eens dat de saldi op de peildatum aan de man worden toebedeeld, onder de verplichting om de helft van de waarde aan de vrouw te vergoeden. De rechtbank zal daarom ook zo beslissen.
3.De beslissing
- beide ouders hebben een weekend met [minderjarige] van vrijdagmiddag na de kinderopvang tot maandagochtend;
- in het weekend van de vrouw wordt [minderjarige] op maandag om 08:00 uur naar de man gebracht en wordt hij later die dag weer opgehaald door de vrouw om 17:00 uur;
- in het weekend van de man is [minderjarige] aansluitend tot maandag 17:00 uur bij de man, waarna hij wordt opgehaald door de vrouw;
- in de ene week, na het weekend van de vrouw, is [minderjarige] vanaf dinsdag tot vrijdagochtend naar het kinderdagverblijf bij de vrouw, [minderjarige] wordt dan op vrijdag uit het kinderdagverblijf opgehaald door de man en is dan bij de man tot maandag 17:00 uur, aansluitend is hij bij de vrouw tot woensdag naar de kinderopvang van waaruit de man hem ophaalt, waarna [minderjarige] bij de man is tot vrijdag naar de kinderopvang;
- partijen verdelen de zorg voor [minderjarige] tijdens de feestdagen in overleg met elkaar;