ECLI:NL:RBMNE:2024:886
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders inzake bijstandsverlening
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 9 februari 2024, hebben eisers beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Dit besluit, genomen op 20 april 2023, was een uitvoering van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 24 januari 2023, waarin de herziening, intrekking en terugvordering van het recht op bijstand aan de orde was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college het recht op (aanvullende) bijstand vanaf 26 juni 2019 heeft vastgesteld, maar dat eisers geen recht hebben op bijstand vanaf 1 januari 2020 vanwege voldoende inkomsten.
Eisers hebben aangevoerd dat de stortingen op hun bankrekening in de maanden juni tot en met augustus 2019 ten onrechte als inkomen zijn aangemerkt, omdat zij deze bedragen als leningen hebben ontvangen om in hun levensonderhoud te voorzien. De rechtbank oordeelt echter dat eisers niet hebben aangetoond dat deze stortingen daadwerkelijk leningen waren. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat eisers vanaf oktober 2019 weer inkomen genieten en dat hun inkomen vanaf januari 2020 hoger is dan de voor hen geldende bijstandsnorm.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat eisers geen gelijk hebben gekregen. Dit houdt in dat zij geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten ontvangen. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.