Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 december 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [plaats] , eiser
Inleiding
4 april 2024 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiser ongegrond verklaard en de WOZ-waarde van de woning gehandhaafd.
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
1 januari 2022 voor het belastingjaar 2023 verlagen tot € 570.000,-.
€ 749,50. Overeenkomstig de richtlijn van de belastingkamers van de gerechtshoven (Stcrt. 2018/28796) inzake vergoeding van proceskosten bij WOZ-taxaties stelt de rechtbank de vergoeding voor het door eiser ingebrachte taxatierapport vast op € 128,26 (2 uur voor een niet-inpandige woningtaxatie à € 53,- per uur, verhoogd met BTW). De totale vergoeding bedraagt daarom € 877,76.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- verlaagt de waarde van de woning aan de [adres] in [plaats] tot
- bepaalt dat de aanslag onroerendezaakbelastingen dienovereenkomstig wordt verminderd;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats komt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- veroordeelt de heffingsambtenaar tot betaling van € 877,76 aan proceskosten aan eiser;
- bepaalt dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 50,- aan eiser moet voldoen.
P.W. Hogenbirk, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op
20 december 2024.