Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- [A] , psychiater;
- [B] , mentor.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 20 december 2024 uitspraak gedaan over een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1991. De officier van justitie had op 14 december 2023 een verzoek ingediend om een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden. De rechtbank heeft het verzoek op 3 januari 2024 toegewezen tot en met 3 februari 2024, maar de beslissing op het overige deel van het verzoek is aangehouden in afwachting van een nieuwe medische verklaring. Na een mondelinge behandeling op 29 januari 2024 heeft de rechtbank de zorgmachtiging voor betrokkene verleend tot en met 3 januari 2025. Betrokkene heeft cassatie ingesteld tegen de beschikkingen van 3 januari 2025 en 29 januari 2024. De Hoge Raad heeft op 25 oktober 2024 de beschikking van 3 januari 2024 vernietigd en het geding teruggewezen naar de rechtbank voor verdere behandeling.
De mondelinge behandeling na terugwijzing vond plaats op 12 december 2024. De rechtbank moest nu opnieuw beslissen over de zorgmachtiging, waarbij de vraag of de medische verklaring gebrekkig was opnieuw aan de orde kwam. De rechtbank oordeelde dat de psychiater de medische verklaring had opgesteld zonder betrokkene in fysieke aanwezigheid te onderzoeken, maar dat dit in dit geval niet als een gebrek werd beschouwd, omdat betrokkene op dat moment ongeoorloofd afwezig was. De rechtbank concludeerde dat de medische verklaring op het moment van indiening van het verzoek geen gebrek vertoonde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een bipolaire stemmingsstoornis, die ernstig nadeel veroorzaakt. Aangezien er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren, was verplichte zorg noodzakelijk. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van een maand, tot en met 3 februari 2024, en de nodige vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.