In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 3 oktober 2024 uitspraak gedaan in een geschil over de herziening van de AOW-uitkering van eiseres. Eiseres ontving sinds 10 augustus 2018 AOW, maar na het aangaan van een geregistreerd partnerschap op 24 oktober 2023 met de heer [A], heeft de Sociale Verzekeringsbank (Svb) haar AOW-uitkering herzien naar de norm voor gehuwden. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, stellende dat zij duurzaam gescheiden leeft van haar partner en dat het partnerschap enkel een zakelijke constructie is voor visumdoeleinden. De Svb heeft echter geoordeeld dat er geen sprake was van duurzaam gescheiden leven, omdat eiseres en haar partner regelmatig contact hadden, gezamenlijke activiteiten ondernamen en zich naar buiten toe als partners presenteerden. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres niet gevolgd en geconcludeerd dat de Svb terecht de AOW-uitkering heeft herzien naar de gehuwdennorm. De rechtbank oordeelde dat de feitelijke omstandigheden, zoals gezamenlijke maaltijden en financiële verstrengeling, niet duiden op een duurzaam gescheiden leven. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.