Uitspraak
1.[gedaagde sub 1] V.O.F.,
2.
[gedaagde sub 2] , VENNOOT,
3.
[gedaagde sub 3] , VENNOTE,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord van 15 mei 2024 met producties 1 en 2;
2.De kern van de zaak
3.De beoordeling
Indien huurder niet de nieuwe winkelruimte betrekt zal deze de volledige resterende huur van het huidige contract op de [straat] [nummeraanduiding 1] voldoen alsmede de kosten die verhuurder (aantoonbaar) heeft moeten maken voor de verhuizing naar de nieuwe winkelruimte.”
de volledige resterende huur van het huidige contract op de [straat] [nummeraanduiding 1] zal voldoen”. In de bepaling wordt niet gesproken over (het gebruik van) de [straat] [nummeraanduiding 3] . Bovendien is in de intentieverklaring opgenomen dat het huidige contract die van de [straat] [nummeraanduiding 1] betreft, met een looptijd tot 31 augustus 2020. Met betrekking tot de [straat] [nummeraanduiding 3] is nadrukkelijk in de intentieverklaring opgenomen dat er geen “huur” betaald hoefde te worden:
Object huidige situatie
4. Voor het tijdelijke gebruik van de ruimte is gebruikergeenvergoeding aan eigenaar verschuldigd zijn andersdan service- en promotiekosten en BTW (een en ander zoals nader omschreven in de intentieverklaring genoemd in overweging B)”
20. Partijen hebben nadrukkelijk niet de bedoeling om enigerlei wijze met betrekking tot de ruimte een overeenkomst van huur en verhuur in het leven te roepen en voor zover noodzakelijk doen zij hierbij dan ook nadrukkelijk afstand van de in de wet aan huurder en verhuurder toegekende rechten.”
de volledige resterende huur van het huidige contract op de [straat] [nummeraanduiding 1] ”aan [eiseres] betalen
.Zoals blijkt uit de intentieverklaring was de huurprijs van het huidige contract op de [straat] [nummeraanduiding 1] € 67.338,00, met een looptijd van het contract tot 31 augustus 2020 (zie punt 3.6). [gedaagde sub 1] heeft de huur tot 1 april 2020 betaald. Dit betekent dat [gedaagde sub 1] de huur van 1 april 2020 tot en met 31 augustus 2020 nog moet betalen. [gedaagde sub 1] heeft nog gesteld dat het contract, vanwege haar opzegging van 26 april 2019, liep tot 1 juni 2020. In de intentieverklaring, die na de opzegging is getekend door [gedaagde sub 1] , staat echter dat het contract liep tot en met 31 augustus 2020. Hier sluit de kantonrechter dan ook bij aan. Dat betekent dat de huur voor de maanden april 2020 tot en met augustus 2020 wordt toegewezen. Dit komt neer op een bedrag van € 28.057,50 (€ 67.338,00 / 12 x 5) .