3.1.[eiseres sub 1] c.s. vordert – samengevat en na vermeerdering van eis – bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
primair: voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten overeenkomst op 30 juni 2021 dan wel 28 juli 2022 rechtsgeldig is opgezegd, dan wel per een in goede justitie te bepalen datum;
subsidiair: voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten overeenkomst op 22 februari 2024 [de rechtbank begrijpt: 23 februari 2024] rechtsgeldig werd ontbonden, dan wel de overeenkomst bij vonnis te ontbinden;
meer subsidiair: voor recht te verklaren dat de tussen partijen gesloten overeenkomst op 31 maart 2026 zal eindigen;
[gedaagde] te veroordelen om de woningen aan de [straat 2] [nummeraanduiding 2] , [straat 3] [nummeraanduiding 3] en [straat 1] [nummeraanduiding 1] te [plaats] aan [eiseres sub 1] c.s. ter beschikking te stellen, waarbij onder te beschikking stellen in ieder geval het volgende wordt verstaan:
a. het ter beschikking stellen en het fysiek overhandigen van alle huurcontracten, sleutels, onderhoudscontracten, overige relevante contracten en alle financiële gegevens en documenten die betrekking hebben op de woningen;
b. het overhandigen van een schriftelijke financiële verantwoording over de looptijd vanaf de beheerovereenkomst (1 april 2016) tot het moment van overdracht;
c. het overzetten van eventuele bankrekeningen die zijn geopend ten behoeve van de woningen;
d. het schrijven van een brief aan de huurders van de woningen dat het beheer van de onroerende zaken met onmiddellijke ingang is overgedragen aan [eiseres sub 2] , zodat de volgende huurbetalingen uitsluitend bevrijdend aan [eiseres sub 2] kunnen worden betaald;
te bepalen dat als [gedaagde] de veroordeling onder iv. niet nakomt, zij een dwangsom van € 500,- per dag of gedeelte van een dag verbeurt, zo lang de overtreding voortduurt, met een maximum van € 200.000,-.
[gedaagde] te veroordelen om € 40.496,95 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van verzuim tot de voldoening;
[gedaagde] te veroordelen om € 256.871,40 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf de datum van verzuim tot de voldoening;
[gedaagde] te veroordelen om € 3.261,84 aan buitengerechtelijke incassokosten te betalen;
[gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.