In deze zaak gaat het om de vraag of het standaardkarakter van de cao voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen zich verzet tegen de toekenning van een persoonlijke toeslag op het loon van de werknemer na een overgang van onderneming. De kantonrechter oordeelt dat de toekenning van de persoonlijke toeslag en de afbouw ervan rechtsgeldig zijn. De eiser, een chauffeur, is per 1 januari 2014 in dienst getreden bij de gedaagde na een overgang van onderneming. Hij ontving een persoonlijke toeslag die werd afgebouwd met elke loonsverhoging. De eiser vorderde nabetaling van zijn volledige persoonlijke toeslag, maar de kantonrechter wees deze vordering af. De rechter concludeert dat de afbouw van de persoonlijke toeslag niet in strijd is met artikel 7:663 BW en de Europese richtlijn 2001/23, omdat de persoonlijke toeslag rechtsgeldig was toegekend en de afbouw niet leidde tot een verslechtering van de arbeidsvoorwaarden van de eiser. De kantonrechter wijst de vorderingen van de eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten.