ECLI:NL:RBMNE:2024:6022
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.R. Rademaker
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen beëindiging WIA-uitkering en niet-tijdig beslissen door het Uwv
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiser beoordeeld tegen de beëindiging van zijn WIA-uitkering. Eiser, die sinds 2015 ziek is, ontving vanaf 2017 een WIA-uitkering. Na een herbeoordeling in 2023, waarbij eiser werd onderzocht door een verzekeringsarts en een externe psychiatrische expertise van Psyon, concludeerde het Uwv dat eiser per 15 april 2023 niet langer recht had op de uitkering. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv verklaarde de bezwaren ongegrond en handhaafde het besluit. Eiser stelde beroep in wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar, maar het Uwv nam op 22 november 2023 alsnog een besluit, waardoor het procesbelang voor dit beroep verviel. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk, maar oordeelde dat eiser recht had op een proceskostenvergoeding van € 437,50. Het beroep tegen het besluit van 22 november 2023 werd ongegrond verklaard, waardoor de beëindiging van de WIA-uitkering in stand bleef. De rechtbank concludeert dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de conclusies van de verzekeringsarts en de externe expertise van Psyon terecht zijn gehanteerd.