Uitspraak
OVERWEGINGEN
(Wet WIA) heeft appellant op 2 december 2021 het spreekuur bezocht van een arts van het Uwv. Deze arts heeft de medische informatie van de behandelend sector bestudeerd en zijn bevindingen genoteerd in een rapport van 3 december 2021. De beperkingen van appellant zijn vastgelegd in een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 5 december 2021. Een arbeidsdeskundige van het Uwv heeft appellant op basis daarvan in staat geacht de functies productiemedewerker industrie, archiefmedewerker en bar-, buffet-, en kantinebediende te verrichten. Berekend is dat appellant op 22 juni 2021 voor 54,08 % arbeidsongeschikt is. Het Uwv heeft appellant bij besluit van 21 december 2021 per 22 juni 2021 in aanmerking gebracht voor een WIA-uitkering, berekend naar de voornoemde mate van arbeidsongeschiktheid.
(bestreden besluit) het bezwaar van appellant tegen het besluit van 21 december 2021 ongegrond verklaard.
26 januari 2023 voldoende heeft toegelicht dat het in bezwaar via beeldbellen uitgevoerde medisch onderzoek geen reden gaf om appellant op te roepen voor een fysiek spreekuur. Tijdens de hoorzitting heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep namelijk alle mogelijke vragen kunnen stellen die ook in een een-op-een contact in een spreekuur zouden zijn gesteld. Ook zijn algemene indrukken en observaties tijdens dit contact beschreven bij `gegevens verkregen bij onderzoek door verzekeringsarts bezwaar en beroep'. Gezien de aard van het
De Raad oordeelt als volgt.
geeft voor een ander oordeel. Niet is onderbouwd dat zijn beperkingen zijn onderschat.