Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift van de [verzoekende partij] , ter griffie ingekomen op 18 juli 2024;
- het verweerschrift van [verwerende partij] van 29 augustus 2024;
- de e-mail van mr. van Beurden met productie 35 tot en met 37;
- de pleitnotavan de gemachtigden van beide partijen.
2.Waar deze zaak over gaat
3.Het verzoek en het verweer en de tegenverzoeken
4.De beoordeling van het ontbindingsverzoek
alleinkomensschade. Het causale verband moet voor alle inkomensschade onderbouwd worden. Dat er inkomensschade is acht de kantonrechter vooralsnog aannemelijk, maar voor de conclusie dat de gestelde volledige inkomensschade het gevolg is van verwijtbaar handelen van de [verzoekende partij] , is onvoldoende gesteld. Daarbij is in aanmerking genomen dat [verwerende partij] al eerder gedurende een langere periode arbeidsongeschikt is geworden en dat partijen over dit onderdeel nauwelijks van standpunt hebben gewisseld. Een volledige toerekening van de schade aan de [verzoekende partij] ligt ook daarom niet voor de hand. Evenmin zijn er door partijen aanknopingspunten aangevoerd om de werkelijke schade te begroten of te schatten. Daarom zal de kantonrechter dit deel van het verzoek verwijzen naar de schadestaatprocedure.