Uitspraak
1.[procesdeelnemer I] ,2. [procesdeelnemer II] ,
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in de hoofdzaak met productie 1,
- de brieven aan partijen van 4 augustus 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2.Waar gaat het over?
3.De vorderingen en het verweer daartegen
- de huurprijs te verlagen over de periode van 1 juli 2020 tot 30 juni 2022 tot 40% (en dus met een verlaging van 60%), dan wel een in goede justitie te bepalen percentage;
- [procesdeelnemer III] te veroordelen tot betaling aan [procesdeelnemers I en II] van een bedrag van € 16.201,56 aan onverschuldigd betaalde huurpenningen, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
- veroordeling van [procesdeelnemer III] tot betaling aan [procesdeelnemers I en II] van de buitengerechtelijke kosten ter hoogte van € 937,02 en de (na)kosten van deze procedure.
- te verklaren voor recht dat [procesdeelnemer IV] toerekenbaar is tekortgeschoten en aansprakelijk is voor alle schade die daaruit voortvloeit;
- [procesdeelnemer IV] te veroordelen waartoe [procesdeelnemer III] als gedaagde in de hoofdzaak mocht worden veroordeeld, inclusief de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente;
- [procesdeelnemer IV] te veroordelen tot betaling van € 17.404,73 p.m. aan [procesdeelnemer III] , bestaande uit de schade die [procesdeelnemer III] lijdt door de advocaatkosten in de hoofdzaak, vermeerderd met de wettelijke rente;
- [procesdeelnemer IV] te veroordelen tot het herstellen van het ventilatiesysteem ten aanzien van alle 114 appartementen in het gebouw [complex] binnen dertig dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom;
- [procesdeelnemer IV] te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten ter hoogte van € 1.148,35 en de (na)kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
4.De beoordeling
verminderingvan huurgenot
ten gevolge vaneen gebrek een daaraan evenredige vermindering van de huurprijs vorderen vanaf de dag waarop hij van het gebrek behoorlijk heeft kennis gegeven aan de verhuurder, of waarop de verhuurder reeds in voldoende mate bekend was met het gebrek om tot maatregelen over te gaan, tot de dag waarop het gebrek is verholpen. [1] Volgens de parlementaire geschiedenis is slechts ruimte voor een evenredige huurprijsvermindering in geval van een naar objectieve maatstaven gemeten substantiële aantasting van het huurgenot. [2]
[procesdeelnemer III] betwist dat in de periode waarin [procesdeelnemers I en II] het gehuurde hebben gehuurd in het gehuurde de minimale ventilatiecapaciteit niet is behaald.