Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Samen Veilig Midden-Nederland,
1.De procedure
- het bericht van de vader van 12 juni 2024;
- het bericht van de moeder van 12 juni 2024;
- het verzoekschrift van de vader tot het gelasten van een onderzoek en aanvullende verzoeken m.b.t. de zorgregeling en vakantie, binnengekomen op 10 september 2024;
- de brief van de moeder van 16 september 2024 met als bijlage de processtukken uit de recent gevoerde procedure over het vervallen verklaren en bekrachtigen van een door de GI aan de moeder gegeven schriftelijke aanwijzing;
- het verweerschrift van de moeder van 17 september 2024 met productie 30 tot en met 47;
- het concept aanvullend raadsonderzoek, ontvangen op 18 september 2024 van de advocaat van de moeder;
- het bericht van de moeder van 18 september 2024 met productie 48.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- [A] en [B] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad);
- [C] namens de GI.
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [2016] in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [2018] in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 3], geboren op [2020] in [geboorteplaats] .
- de ouder waar de kinderen verblijven zal de kinderen en de spullen van de kinderen naar de andere ouder brengen;
- voor [minderjarige 2] geldt geen voorlopige zorgregeling.
- de vader € 360,- per kind per maand moet betalen aan de moeder als bijdrage in de kinderalimentatie;
- het verzoek om partneralimentatie wordt afgewezen;
- een voorlopige informatieregeling wordt vastgesteld;
- een voorlopige zorgregeling wordt vastgesteld:
- de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij hem vast te stellen;
- een (voorlopige) opbouwregeling vast te stellen om het contact tussen de vader en de kinderen weer op te starten:
tijdens de eerste twee weken: op zondag van 10.00 uur tot 18.30 uur (na het eten), onder begeleiding van de opvoedondersteuning;
daarna gedurende twee weken: van donderdag na school tot vrijdag naar school;
daarna: in de oneven week van woensdag na school tot vrijdag naar school en de andere week van vrijdagmiddag na school tot zondagochtend en in de even week van vrijdag uit school tot zondag 10.00 uur;
- een definitieve zorgregeling vast te stellen, in die zin dat [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] wekelijks van woensdag na school tot vrijdag naar school bij de vader zijn en in de even weken aansluitend daaraan een weekend van vrijdag uit school tot maandag naar school, waarbij de overdracht dus volledig via school plaatsvindt;
- een verdeling van de vakanties van het schooljaar 2024/2025 vast te stellen;
- te bepalen dat partijen jaarlijks in september een vakantieregeling vaststellen met als uitgangspunt een verdeling bij helfte aan de hand van het jaarschema van de scholen;
- een deskundigenonderzoek gelasten waarbij op basis van de MASIC en NICHD methode bij beide ouders en zo nodig de kinderen onderzoek wordt gedaan of er sprake is (geweest) van intieme terreur en/of ouderverstoting en welke interventies er passend zouden kunnen zijn;
- partijen te verwijzen naar Dynamiek jeugd voor het volgen van een passend traject voor omgangsbegeleiding, overdrachtsbegeleiding en ouderondersteuning.
- de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij haar vast te stellen;
- te bepalen dat een voorlopige zorgregeling zal gelden van (primair) eens in de week een begeleide zorgregeling van vier uur, of (subsidiair) een zorgregeling van een dag door de week, zodat hulpverlening kan worden ingezet;
- te bepalen dat de hulpverlening voor de ouders (en eventueel de kinderen) ingezet zal gaan worden via Dynamiek Jeugd in Utrecht.
3.De beoordeling
Het verbale en fysieke geweld is gestopt nadat de relatie is geëindigd. Tegelijkertijd beschuldigen partijen elkaar nog wel van andere zaken die zorgwekkend zijn. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen of de moeder de kinderen ‘losweekt’ van de vader, zoals de vader stelt, of dat de vader zich controlerend opstelt naar de moeder door door haar straat te rijden. Partijen hebben hun stellingen daarover niet onderbouwd. Wel merkt de rechtbank op dat beide typen gedragingen kunnen duiden op wat wel intieme terreur wordt genoemd, waarbij sprake is van een patroon van macht en controle (al dan niet via de kinderen). De rechtbank vindt het wel van belang dat hiervoor aandacht is, ook in het kader van de ondertoezichtstelling. Of van geweld sprake is (geweest), en zo ja, welk soort geweld aan de orde is, is immers relevant voor de vraag, welke hulpverlening en interventies passend zijn, zowel voor de ouders als de kinderen, en is ook relevant voor de uiteindelijke verdeling van de zorg- en opvoedtaken tussen de ouders.”
De GI heeft tijdens de zitting toegezegd dat zij de MASIC of een soortgelijk onderzoek zal laten afnemen. De rechtbank wijst daarbij nog op de uitspraak van deze rechtbank in een andere zaak, met dezelfde GI, waarin dat ook aan de orde is geweest (ECLI:NL:RBMNE:2024:5293). De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de GI een dergelijk onderzoek kan inzetten.
4.De beslissing
- eerst verblijven [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder begeleiding van Dynamiek Jeugd op vrijdag bij de vader, of op een andere dag de beschikbaarheid van Dynamiek Jeugd daartoe noopt;
- als dat goed verloopt, verblijven [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] onder begeleiding op donderdag en vrijdag bij de vader, of op andere dagen indien de beschikbaarheid van Dynamiek Jeugd daartoe noopt;
- als dat goed verloopt, wordt opgebouwd naar een regeling waarbij de kinderen evenveel uren bij de vader verblijven als zij in juni 2024 deden, te weten circa 35,5 uren per twee weken, al dan niet (deels) begeleid;
- waarbij Dynamiek Jeugd de regie heeft over de duur en vorm van de omgang en waarbij het aan Dynamiek Jeugd is om te bepalen wanneer de omgang goed genoeg verloopt om het contact verder uit te kunnen breiden;