Uitspraak
RECHTBANK Midden-Nederland
1.De procedure
- de incidentele conclusie tot onbevoegdheid van [gedaagde] met productie 1
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident van [eiseres] met productie 4
- de door [eiseres] op 13 december 2023 ingediende akte uitlaten producties in het bevoegdheidsincident.
2.Het geschil
- een verklaring voor recht dat de kansspelovereenkomst tussen [eiseres] en [gedaagde] nietig is, dan wel dat de rechtbank de kansspelovereenkomst vernietigt;
- een verklaring voor recht dat de kansspelovereenkomst tot stand gekomen is onder invloed van dwaling aan de zijde van [eiseres] ;
- een verklaring voor recht dat [gedaagde] jegens [eiseres]
3.De beoordeling
- een van de contractanten een consument is die handelt in een kader dat als niet bedrijfs- of beroepsmatig kan worden beschouwd,
- er daadwerkelijk een overeenkomst is gesloten tussen deze consument en een bedrijfs- of beroepsmatig handelende persoon, en,
- deze overeenkomst valt onder een de categorieën in artikel 17 lid 1 Brussel I bis:
Pammeren
Alpenhof(HvJEU 7 december 2010, ECLI:EU:C:2010:740) bepalend of vóór het sluiten van de overeenkomst uit de internetsites en de algemene activiteit van de ondernemer blijkt dat deze van plan was om handel te drijven met consumenten die woonplaats hebben in één of meerdere lidstaten, waaronder die waar de consument woonplaats heeft, in die zin dat deze bereid was om met deze consumenten een overeenkomst te sluiten. Het is aan de nationale rechter om na te gaan of deze aanwijzingen voorhanden zijn. De loutere toegankelijkheid van de internetsite van de ondernemer of de tussenpersoon in de lidstaat waar de consument woonplaats heeft is op zichzelf niet voldoende. Hetzelfde geldt voor de vermelding van een e-mailadres en andere contactgegevens of voor het gebruik van een taal of een munteenheid wanneer deze taal en/of een munteenheid gewoonlijk worden gebruikt in de lidstaat waar de ondernemer gevestigd is.
- dat het aanbieden van online kansspelen een internationaal karakter heeft;
- dat [gedaagde] al jaren grote omzetten behaalt op de Nederlandse markt, waarbij zij erop wijst dat de Nederlandse Kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) schat dat de omzet van [gedaagde] in Nederland meer dan € 125 miljoen is (het boetebesluit van 13 juli 2021 met kenmerk [kenmerk 1] en het boetebesluit van 20 december 2022 met kenmerk [kenmerk 2] );
- dat de website van [gedaagde] vanuit Nederlandse IP-adressen bereikbaar is en een account kan worden aangemaakt met Nederlandse adresgegevens;
- dat bij het registratieproces bepaalde gegevens voor Nederlandse gebruikers vooraf waren ingevuld, zoals het Nederlandse internationale kengetal +31 bij het telefoonnummer;
- dat in de algemene voorwaarden Nederland wordt genoemd in de lijst van landen waar stortingen en uitbetalingen gedaan kunnen worden vanaf en naar bankrekeningen en creditcardmaatschappijen; en
- dat in de algemene voorwaarden van 22 april 2020 Nederland niet wordt genoemd in de opsomming van landen waar bepaalde spellen (van “ [.] ” en de spellen [.] , [.] , [.] , [.] , [.] , [.] , [.] en [.] ) niet beschikbaar zijn en juist wel wordt genoemd in de lijst van landen waar andere spellen (uit de “ [.] ”) wel beschikbaar zijn.
4.De beslissing
woensdag 20 maart 2024voor conclusie van antwoord in de hoofdzaak door [gedaagde] ,