In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 4 oktober 2023 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen een eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.Z. Loonstein, en een vennootschap naar buitenlands recht, [gedaagde] LIMITED, gevestigd in Malta. De gedaagde partij is niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding en de overgelegde stukken voldoen aan de wettelijke vereisten, waardoor verstek is verleend tegen de gedaagde.
De rechtbank heeft vervolgens de rechtsmacht beoordeeld en vastgesteld dat zij bevoegd is om van de vordering kennis te nemen, aangezien de eiser een consument is die woonachtig is in Nederland. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het Nederlands recht van toepassing is, ondanks een mogelijk rechtskeuzebeding voor Maltees recht, omdat de schade zich in Nederland heeft voorgedaan.
In de inhoudelijke beoordeling heeft de rechtbank de vorderingen van de eiser toegewezen en verklaard dat de kansspelovereenkomst tussen eiser en gedaagde nietig is. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 124.313,00 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente, en tot betaling van incassokosten en proceskosten, die in totaal zijn begroot op € 3.589,14. De gedaagde moet deze kosten voldoen binnen 14 dagen na de datum van het vonnis, bij gebreke waarvan wettelijke rente verschuldigd is. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.