ECLI:NL:RBMNE:2024:5054
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid en WAO-uitkering met betrekking tot zorgtaken en medische beoordeling
In deze zaak gaat het om de herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van eiseres door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres, die sinds 26 april 2006 een volledige WAO-uitkering ontving, heeft bezwaar gemaakt tegen de verlaging van haar uitkering per 29 november 2021. De rechtbank heeft op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in deze zaak. Eiseres stelde dat de zorgtaken die zij vervult niet voldoende zijn meegewogen in de beoordeling van haar belastbaarheid. De rechtbank oordeelde echter dat de zorg voor het gezin geen rol speelt bij de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid, omdat de WAO een werknemersverzekering is die alleen kijkt naar de medische beperkingen van eiseres. De rechtbank concludeerde dat het Uwv de medische beoordeling op zorgvuldige wijze heeft uitgevoerd en dat de rapporten van de verzekeringsartsen geen tegenstrijdigheden vertoonden. Eiseres heeft geen voldoende medische onderbouwing gepresenteerd om de conclusies van de verzekeringsarts te weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waardoor het besluit van het Uwv in stand blijft. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.