ECLI:NL:RBMNE:2024:4918
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning energietoeslag en niet-ontvankelijkheid beroep
In deze zaak heeft eiser op 2 oktober 2022 een aanvraag voor energietoeslag ingediend voor het jaar 2022. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht heeft deze aanvraag op 15 november 2022 afgewezen. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het college heeft op 7 maart 2023 het bezwaar ongegrond verklaard. Op 18 april 2023 heeft een vertegenwoordiger van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) een pro forma beroepschrift ingediend, waarbij eiser de LSVb machtigde om namens hem beroep in te stellen. Op 4 juli 2023 heeft het college echter aan eiser alsnog de energietoeslag toegekend.
De rechtbank heeft eiser op 25 oktober 2023 gevraagd om te bevestigen of hij het eens is met de toekenning van de energietoeslag. Omdat er geen reactie is gekomen, ging de rechtbank ervan uit dat eiser zijn beroep wilde handhaven. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser geen procesbelang meer heeft bij de behandeling van zijn beroep tegen het oorspronkelijke besluit van 7 maart 2023. Dit is in overeenstemming met artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft ook het verzoek om proceskostenveroordeling afgewezen, omdat er geen sprake was van beroepsmatige rechtsbijstand door een derde. Wel heeft de rechtbank het college opgedragen om het betaalde griffierecht van € 50,- te vergoeden, aangezien eiser na het indienen van beroep alsnog een eenmalige vergoeding heeft ontvangen. De uitspraak is gedaan door mr. S.G.M. van Veen, rechter, en is openbaar uitgesproken op 29 juli 2024.