Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 juli 2024 in de zaak tussen
[eiser] uit [woonplaats] , eiser
en
de heffingsambtenaar van de gemeente [plaats 1] , verweerder
Inleiding
€ 544.000,-. De waarde is vastgesteld per waardepeildatum 1 januari 2022 en geldt voor het belastingjaar 2023. De WOZ-beschikking is opgenomen in het aanslagbiljet van dezelfde datum. In dit aanslagbiljet heeft de heffingsambtenaar aan eiser als eigenaar van de woning ook een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd. De WOZ-waarde is daarvoor als heffingsmaatstaf gehanteerd.
Overwegingen
Beoordeling van het procedurele geschil
- [adres 3] , verkocht op 4 juli 2022 voor € 460.000,-;
- [adres 4] , verkocht op 6 oktober 2021 voor € 451.303,-.
- [adres 5] , verkocht op 23 september 2021 voor € 675.000,-;
- [adres 6] , verkocht op 2 september 2021 voor € 450.000,-;
- [adres 7] , verkocht op 6 november 2020 voor € 401.000,-;
- [adres 8] , verkocht op 18 mei 2021 voor € 436.000,-.
[adres 6],
[adres 8]en
[adres 7]een lagere WOZ-waarde van onderhavige onderbouwen, omdat deze woningen respectievelijk na de waardepeildatum zijn verkocht, een grotere gebruiksoppervlakte hebben, een groter perceel hebben dan wel in een betere staat van onderhoud en kwaliteit verkeren. De heffingsambtenaar heeft daarom met de door hem overgelegde taxatiematrix niet aannemelijk gemaakt dat de eindwaarde van de woning van eiser niet te hoog is vastgesteld.
[straat 1]en
[straat 2]zijn gelegen. De referentiewoningen die op het taxatieverslag stonden en waar eiser aan refereert zijn als extra referenties 4, 5 en 6 opgenomen in het taxatierapport. Uit het taxatierapport volgt dat de waarde niet te hoog is bepaald.
[adres 3]en
[adres 4]die in een andere zaak tevens als onderbouwing zijn gebruikt. Echter, de woning aan
[adres 3]heeft in een andere zaak een geïndexeerde koopsom van € 450.000,- in plaats van € 455.000,- zoals in de huidige zaak. De woning aan
[adres 4]heeft in de andere zaak voor de ligging een 7 toegekend gekregen, daar waar de woning nu een blanco waardering heeft, en waar dus een 5 moet worden gelezen.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr.T. Mennen, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 18 juli 2024.