ECLI:NL:RBMNE:2024:4882
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de vrijwillige verzekering Ziektewet voor directeur-grootaandeelhouder zonder terugwerkende kracht
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) de vrijwillige verzekering van eiseres met terugwerkende kracht per 1 april 2021 moet beëindigen en de betaalde premie moet terugbetalen. Eiseres, die vanaf 1 januari 2019 als zelfstandige vrijwillig verzekerd was voor de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), heeft op 21 oktober 2023 het Uwv verzocht om haar verzekering te beëindigen. Het Uwv heeft echter de verzekering beëindigd per 21 oktober 2023, de datum waarop eiseres het verzoek indiende, en heeft terugwerkende kracht geweigerd. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt en beroep ingesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet heeft verzocht om beëindiging van de verzekering voor de WIA, waardoor het geschil zich enkel richt op de ZW. De rechtbank oordeelt dat het Uwv de juiste voorlichting heeft gegeven over de vrijwillige verzekering voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) en dat het Uwv niet uit eigen beweging de verzekering kon beëindigen. Eiseres had zelf de keuze moeten maken om de verzekering te beëindigen.
De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die rechtvaardigen dat de verzekering met terugwerkende kracht beëindigd zou moeten worden. Eiseres heeft niet tijdig het Uwv geïnformeerd over de oprichting van haar vennootschap en het beëindigen van haar werkzaamheden in de eenmanszaak, waardoor het Uwv risico heeft gelopen. De beroepsgronden van eiseres slagen niet, en het besluit van het Uwv blijft in stand. Eiseres krijgt geen terugbetaling van de premies en het beroep wordt ongegrond verklaard.