Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
gedetineerd te [verblijfplaats] ,
1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
2.TENLASTELEGGING
3.VOORVRAGEN
4.WAARDERING VAN HET BEWIJS
mi gado(de rechtbank leest: mijn god) hoorde zeggen, hij een mes in zijn handen had en dat hij bloed aan zijn handen had. Het mes kwam uit zijn werktas, die naast het bed stond in de slaapkamer. Dat mes heeft hij later aan de politie overhandigd. [10]
drai baka(de rechtbank leest: beschermingskoord)
,om zijn middel had gedragen. [slachtoffer] had dit gezien, ernaar gevraagd en verteld dat zij in haar menstruatieperiode zat. Verdachte realiseerde zich de volgende dag, 23 januari 2023, op het werk dat zijn koord werd vastgehouden toen hij sliep. Hij wilde [slachtoffer] op het werk hierover bellen maar bedacht zich dat zij thuis wel zouden praten hierover, omdat zij wist dat het aanraken van het koord tijdens haar menstruatie niet mocht en zorgde dat de werking van het koord minder werd. Toen verdachte die dag thuis kwam, heeft hij rum gedronken en is hij gaan liggen. Verdachte was op dat moment alleen. Naast het bed aan de kant van verdachte stond alcohol, zodat hij steeds kon drinken en weer in slaap kon vallen. Verdachte heeft verklaard alcohol nodig te hebben om in slaap te kunnen vallen. Later op de avond is [slachtoffer] thuisgekomen, waarna verdachte weer is gaan drinken. Hij lag nog steeds op bed en hoorde de telefoon overgaan. Verdachte hoorde dat [slachtoffer] belde met haar tante in Suriname. Verdachte heeft eerst met de tante en daarna met de oom van [slachtoffer] gesproken. Verdachte weet niet precies hoe lang de gesprekken hebben geduurd en weet niet meer waarover hij met de oom heeft gesproken. Hij heeft de telefoon teruggegeven aan [slachtoffer] omdat hij wilde slapen. Verdachte heeft weer rum gedronken en is gaan slapen. Verdachte heeft verklaard dat hij verder geen herinnering heeft tot het moment dat hij min of meer langzaam bijkwam of ‘zichzelf terugkreeg’ en [slachtoffer]
mi gadohoorde schreeuwen. Verdachte heeft verklaard dat hij in trance was, zijn hoofd voelde draaien en in deze toestand dingen niet goed kon waarnemen. Zijn lichaam bracht hem naar buiten en hij kwam langzamerhand bij zinnen. Op straat had de alcohol verdachte overgenomen. Verdachte voelde dat er iets niet klopte en vroeg zich af wat hij op straat deed, in alleen zijn winterjas en korte broek, en is naar de politie gegaan die hij op dat moment in de buurt zag.
nietieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen heeft ontbroken.
5.BEWEZENVERKLARING
6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT
7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE
8.OPLEGGING VAN STRAF
first offender, zit al bijna anderhalf jaar in voorlopige hechtenis en er is geen vrees voor herhaling. Verdachte heeft meegewerkt aan het onderzoek en bereidheid getoond om met de nabestaanden in gesprek te gaan. Verdachte toont verder inzicht en erkenning in zijn gedrag en kampt met een gebrekkig ontwikkelingsniveau. Ook wijst de raadsman op de verminderde toerekenbaarheid van verdachte en de zeer bijzondere samenloop van omstandigheden, die volgens de raadsman tot het feit hebben geleid. De raadsman acht een gevangenisstraf van vier (4) jaren passend.
- het op zijn naam gestelde uittreksel Justitiële documentatie (strafblad) van 31 januari 2023;
- het PBC-rapport.
9.BESLAG
10.BENADEELDE PARTIJ
- [benadeelde 1] tot een bedrag van € 50.000,- toewijzen;
- [getuige] tot een bedrag van € 41.573,- toewijzen;
- [benadeelde 2] tot een bedrag van € 77.022,01 toewijzen.
- [benadeelde 4] tot een bedrag van € 17.500,- toewijzen;
- [benadeelde 5] tot een bedrag van € 17.500,- toewijzen.
11.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
12.BESLISSING
een gevangenisstraf van elf (11) jaren;
- 1 STK Mes (G3109821);
- 1 STK Mes (G3109822);
- 1 STK Mes (G3109824);
- wijst de vordering van [benadeelde 1] toe tot een bedrag van € 50.000,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 1] voor wat betreft de gevorderde schade wegens gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [benadeelde 1] voor wat betreft de gevorderde reiskosten af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 1] aan de Staat € 50.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 285 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [getuige] toe tot een bedrag van € 41.573,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [getuige] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [getuige] voor wat betreft de gevorderde schokschade en de schade wegens gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- wijst de vordering van [getuige] voor wat betreft de gevorderde reiskosten af;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [getuige] aan de Staat € 41.573,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 242 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] toe tot een bedrag van € 77.022,01;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente en deze wordt berekend over het bedrag van € 320,61 vanaf 22 mei 2023 en over het bedrag van € 76.701,40 vanaf 24 januari 2023, tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] voor wat betreft de gevorderde reiskosten af;
- wijst de vordering van [benadeelde 2] voor wat betreft het meer gevorderde eigen risico over het jaar 2023 af;
- verklaart [benadeelde 2] voor wat betreft de gevorderde schade wegens gederfde levensonderhoud niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 2] aan de Staat € 77.022,01 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente en deze wordt berekend over het bedrag van € 320,61 vanaf 22 mei 2023 en over het bedrag van € 76.701,40 vanaf 24 januari 2023, tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 365 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 4] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- wijst de vordering van [benadeelde 4] voor wat betreft de gevorderde reiskosten (vliegtickets) begrafenis af;
- verklaart [benadeelde 4] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 4] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 122 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 5] toe tot een bedrag van € 17.500,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 5] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- verklaart [benadeelde 5] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 5] aan de Staat € 17.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 122 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 3] toe tot een bedrag van € 3.538,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 3] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 3] aan de Staat € 3.538,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 januari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 45 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
- wijst de vordering van [benadeelde 6] toe tot een bedrag van € 1.347,-;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan [benadeelde 6] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2023 tot de dag van volledige betaling;
- veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [benadeelde 6] aan de Staat € 1.347,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2023 tot de dag van volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 23 dagen gijzeling;
- bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed.