ECLI:NL:RBMNE:2024:4322
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde loonsanctie ongegrond; tekortkomingen in het handelen van de bedrijfsarts
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de aan haar opgelegde loonsanctie door het Uwv. Eiseres, een pedagogisch medewerker, had een werkneemster die sinds 16 oktober 2018 voor 23,5 uur per week bij haar werkte, maar op 7 februari 2020 uitviel. Het Uwv legde een loonsanctie op omdat eiseres onvoldoende re-integratie-inspanningen zou hebben verricht. De rechtbank concludeert dat de bedrijfsarts tekortschiet in zijn begeleiding, maar dat dit niet betekent dat de loonsanctie onterecht is opgelegd. De rechtbank oordeelt dat het Uwv aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres zonder geldige reden onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. De rechtbank wijst erop dat de werkgever verantwoordelijk blijft voor de re-integratie, ook als er tekortkomingen zijn in het handelen van de bedrijfsarts. Eiseres heeft haar beroepsgrond ingetrokken dat het Uwv ten onrechte ervan uitging dat de bedrijfsarts verantwoordelijk was voor de re-integratie-inspanningen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de loonsanctie.