Uitspraak
1.De procedure
- de verzetdagvaarding van 8 december 2023 met producties;
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die zich afspeelt in de context van een huwelijk dat in 1987 in Iran is gesloten, vordert de vrouw de overhandiging van een bruidsgave van 25 gouden munten, zoals vastgelegd in de huwelijksakte. Na de scheiding in 2000 heeft de Iraanse rechter de vordering van de vrouw toegewezen, maar de man weigert te betalen en stelt dat de Nederlandse rechter niet bevoegd is om hierover te oordelen. De kantonrechter in Utrecht heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de vordering van de vrouw naar Iraans recht moet worden beoordeeld, aangezien het huwelijkscontract in Iran is opgesteld en beide partijen de Iraanse nationaliteit bezitten. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de man tijdig in verzet is gekomen tegen het verstekvonnis en dat de vordering van de vrouw toewijsbaar is. De kantonrechter heeft het verstekvonnis bekrachtigd en de man veroordeeld om de bruidsgave of de waarde daarvan te betalen, vastgesteld op € 13.045,00. Tevens is de man veroordeeld in de proceskosten van de verzetprocedure.