ECLI:NL:RBMNE:2024:3768
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing van ZW- en WIA-uitkering met betrekking tot toegenomen beperkingen
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 juni 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvragen voor een Ziektewet (ZW) en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) uitkering behandeld. Eiseres had zich op 8 november 2022 ziekgemeld bij het UWV, maar het UWV concludeerde dat zij geen recht had op een ZW-uitkering omdat zij geschikt werd geacht voor haar eigen werk. Tevens werd haar aanvraag voor een WIA-uitkering afgewezen, omdat er geen toegenomen beperkingen waren vastgesteld ten opzichte van een eerdere WIA-aanvraag in 2021, die ook was afgewezen. Eiseres maakte bezwaar tegen deze besluiten, maar het UWV verklaarde deze bezwaren ongegrond.
De rechtbank beoordeelt de medische situatie van eiseres op de datum in geding, 8 november 2022, en concludeert dat de verzekeringsartsen zorgvuldig hebben gehandeld. Eiseres voerde aan dat haar medische situatie was verslechterd, met name door klachten van dubbelzien, maar de rechtbank oordeelt dat er geen bewijs is dat deze klachten op de datum in geding tot een beperking hadden moeten leiden. De rechtbank volgt het UWV in zijn conclusie dat er geen toename van beperkingen is vastgesteld en dat daarom geen arbeidskundige beoordeling nodig was. De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres ongegrond, wat betekent dat zij geen recht heeft op de gevraagde uitkeringen. Eiseres krijgt geen gelijk en het UWV hoeft geen proceskosten te vergoeden.