ECLI:NL:RBMNE:2024:3644
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering na medisch onderzoek door het Uwv
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft op 28 april 2023 de aanvraag van eiser afgewezen. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft bij het bestreden besluit van 19 september 2023 de afwijzing gehandhaafd. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 28 maart 2024 is behandeld. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig, maar het Uwv was afwezig.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waarbij eiser aanvoert dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is geweest en dat zijn klachten en beperkingen onvoldoende zijn erkend. Eiser heeft verschillende medische klachten, waaronder chronische pijnstoornis en hypochondrie, en stelt dat hij niet in staat is om te werken. De rechtbank concludeert echter dat het Uwv terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de afwijzing van de WIA-uitkering te herzien. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hebben verzameld om tot hun oordeel te komen.
De rechtbank wijst erop dat het aan eiser is om aan te tonen dat de medische beoordeling onjuist is, wat hij niet heeft gedaan. De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is en dat het besluit van het Uwv in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ontvangt geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. ing. A. Rademaker op 11 juni 2024.