Uitspraak
en [verzoekster](verzoekster), uit [woonplaats] , verzoekers, in hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van
[minderjarige],
Rechtbank Midden-Nederland
Op 6 maart 2024 hebben verzoekers, wettelijk vertegenwoordigers van een minderjarige, een aanvraag ingediend voor leerlingenvervoer voor het schooljaar 2023-2024. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt heeft op 4 april 2024 een vergoeding van € 491,96 toegekend voor openbaar vervoer voor het kind en een begeleider. Verzoekers hebben hiertegen bezwaar gemaakt en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 28 mei 2024 behandeld, waarbij verzoekers hun verzoek om een voorlopige voorziening hebben ingetrokken. Dit gebeurde omdat het college toezegde dat de minderjarige voor de rest van het schooljaar in aanmerking zou komen voor aangepast vervoer. De voorzieningenrechter heeft vervolgens bepaald dat het college het door verzoekers betaalde griffierecht van € 187,- moet vergoeden, op basis van artikel 8:82, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer en is op 28 mei 2024 in het openbaar uitgesproken. Een afschrift van de uitspraak is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.