Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het bericht van de vrouw van 23 februari 2024;
- het bericht van de vrouw met producties van 25 maart 2024,
- de akte verandering en vermeerdering verzoeken tevens houdende producties van de man van 26 maart 2024;
- het bericht van de vrouw met producties van 26 maart 2024;
- het bericht van de vrouw met producties van 3 april 2024.
2.Waar de procedure over gaat
- [minderjarige 1], geboren op [geboortedatum 1] 2017 in [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2019 in [geboorteplaats] .
- in de ene week bij de vrouw verblijven van maandag na school tot woensdag naar school, vervolgens bij de man verblijven van woensdag na school tot vrijdag naar school en dan weer bij de vrouw verblijven van vrijdag na school tot maandag naar school;
- in de andere week bij de man verblijven van maandag na school tot woensdag naar school, vervolgens bij de vrouw verblijven van woensdag na school tot vrijdag naar school en dan weer bij de man verblijven van vrijdag na school tot maandag naar school.
3.De beoordeling,
- bij de man verblijven van maandag na school tot woensdag naar school en bij de vrouw verblijven van woensdag na school tot vrijdag naar school;
- de weekenden in de even weken bij de man verblijven van vrijdag uit school tot maandag naar school en de weekenden in de oneven weken bij de vrouw verblijven van vrijdag na school tot maandag naar school.
- in de voorjaarsvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de man en de tweede bij de vrouw, in de oneven jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man;
- in de meivakantie: in de even jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man, in de oneven jaren de eerste helft bij de man en de tweede helft bij de vrouw;
- in de zomervakantie: in de even jaren in de eerste drie weken bij de man en de tweede drie weken bij de vrouw, in de oneven jaren in de eerste drie weken bij de vrouw en de tweede drie weken bij de man;
- in de herfstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de man en de tweede helft bij de vrouw, in de oneven jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man;
- in de kerstvakantie: in de even jaren de eerste zeven dagen bij de vrouw en de tweede zeven dagen bij de man, in de oneven jaren de eerste zeven dagen bij de man en de tweede zeven dagen bij de vrouw;
- tijdens de vakanties brengen en halen partijen de kinderen om 8:30 uur;
- tijdens de feestdagen loopt de zorgregeling door.
- het voorhuwelijkse vermogen van de echtgenoten;
- hetgeen ieder van hen tijdens het huwelijk door schenking of door overlijden heeft ontvangen;
- de goederen die krachtens een schriftelijke overeenkomst tussen de echtgenoten van de vermogensregeling moeten worden uitgesloten.
Het verzoek van de man over de gebruiksvergoeding en de lasten van de woning en de verzoeken van de vrouw over de lasten van de woning:De gebruiksvergoeding waar de man aanspraak op maakt [16] wordt weggestreept tegen de gebruikers- en eigenaarslasten die de vrouw betaalt (behoudens de vermogensvormende aflossing op de hypothecaire geldlening). Met de eigenaarslasten wordt bedoeld de hypotheekrente (564,10 per maand) en de gemeentelijke belastingen (inclusief OZB en rioolrechten) en waterschapsbelasting (1.734,50 per jaar).
- De verzoeken van partijen over de aanslagen en teruggaven kinderopvangtoeslag over de jaren 2020 tot en met 2022.
- De overige verzoeken van de vrouw waarbij zij onder meer verwijst naar haar productie 88. Het gaat voor zover de rechtbank begrijpt om: de aanslag IB 2020, de teruggave IB/PVV 2021, de aanslag ZVW 2021-2022, de schuld aan [B] van € 3.750,-, de schuld aan de kinderopvang van € 1.117,-, de achterstallige indexering van de kinderalimentatie van € 334,-, de gelden van in totaal € 1.359,16 die de man heeft opgenomen van de gezamenlijke bankrekening na de peildatum van [echtscheidingsdatum] 2022, de bedragen van € 180,- en € 876,65 die de man naar zichzelf heeft overgemaakt, de bankkosten van € 112,18 over de periode van oktober 2022 tot en met maart 2024 en de ontslagvergoeding van de laatste werkgever van de man.
4.De beslissing
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum 2] 2019 in [geboorteplaats] , verblijven:
- bij de man van maandag na school tot woensdag naar school, bij de vrouw van woensdag na school tot vrijdag naar school en in de even weekenden bij de man van vrijdag na school tot maandag naar school en in de oneven weekenden bij de vrouw van vrijdag uit school tot maandag naar school;
- in de voorjaarsvakantie: in de even jaren de helft bij de man en de tweede helft bij de vrouw, in de oneven jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man;
- in de meivakantie: in de even jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man, in de oneven jaren de eerste helft bij de man en de tweede helft bij de vrouw;
- in de zomervakantie: in de even jaren in de eerste drie weken bij de man en de tweede drie weken bij de vrouw, in de oneven jaren in de eerste drie weken bij de vrouw en de tweede drie weken bij de man;
- in de herfstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de man en de tweede helft bij de vrouw, in de oneven jaren de eerste helft bij de vrouw en de tweede helft bij de man;
- in de kerstvakantie: in de even jaren de eerste zeven dagen bij de vrouw en de tweede zeven dagen bij de man, in de oneven jaren de eerste zeven dagen bij de man en de tweede zeven dagen bij de vrouw;
- tijdens de vakanties brengen en halen partijen de kinderen om 8:30 uur;
- tijdens de feestdagen loopt de zorgregeling door;
- de helft van de saldi van de bankrekeningen genoemd onder 3.47 op 24 oktober 2022, waarbij partijen de gezamenlijke rekeningen opheffen na aanzuivering van de negatieve saldi en waarbij partijen de opheffing van de rekening bij de Hapoalim bank in Israël samen regelen als zij in Israël zijn;
- de inboedel die de man onder zich heeft, waarbij de vrouw € 5.000,- aan de man moet vergoeden vanwege overbedeling;
- de ring van de moeder van de man, zonder nadere verrekening;
- de auto van het merk BMW met kenteken [kenteken] tegen de waarde van € 12.500,-, waarbij de man de helft van € 6.250,- aan de vrouw moet vergoeden vanwege overbedeling;
- de aandelenportefeuille van de man bij [bedrijf 1] onder nummer [nummer 2] tegen de waarde van € 63.820,- op 24 oktober 2022, waarbij de man de helft van € 31.910,- aan de vrouw moet vergoeden vanwege overbedeling;
- de woning aan het adres [adres] te ( [plaats] tegen de waarde van € 1.250.000,-, onder de voorwaarden dat zij de financiering voor de overname binnen vier maanden regelt en bewerkstelligt dat de man wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening, waarbij de vrouw bij de overdracht van de woning aan haar de helft van de overwaarde (€ 1.250.000,- verminderd met de hypothecaire geldlening naar de stand in augustus 2024 en verminderd met haar vergoedingsrecht van € 611.411,45) aan de man moet vergoeden, en waarbij de vrouw de notariskosten moet betalen. Als de vrouw niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, moeten partijen de woning aan een derde verkopen;
- de helft van de saldi van de bankrekeningen genoemd onder 3.47 op 24 oktober 2022, waarbij partijen de gezamenlijke rekeningen opheffen na aanzuivering van de negatieve saldi en waarbij partijen de opheffing van de rekening bij de Hapoalim bank in Israël samen regelen als zij in Israël zijn;
- de inboedel die de vrouw onder zich heeft, waarbij de vrouw € 5.000,- aan de man moet vergoeden vanwege overbedeling;