ECLI:NL:RBMNE:2024:197
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de geschiktheid van functies voor een analfabete werknemer in het kader van de Wet WIA
In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 18 januari 2024, werd het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van zijn uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) door het Uwv, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. De rechtbank oordeelde dat het Uwv niet voldoende had gemotiveerd waarom de functie van medewerker tuinbouw geschikt was voor eiser, die analfabeet is. In een eerdere tussenuitspraak had de rechtbank al vastgesteld dat er een motiveringsgebrek was in het bestreden besluit van het Uwv. Het Uwv had de gelegenheid gekregen om dit gebrek te herstellen, maar de aanvullende motivering bleek onvoldoende. De rechtbank benadrukte dat de arbeidsdeskundige niet had aangetoond dat eiser, gezien zijn analfabetisme, in staat was om de vereiste taken in de functie van medewerker tuinbouw uit te voeren. De rechtbank volgde de argumentatie van het Uwv niet en concludeerde dat het gebrek in de motivering niet was hersteld. Daarom werd het bestreden besluit vernietigd en werd het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiser, die op € 3.435,50 werden vastgesteld, en het terugbetalen van het griffierecht van € 50,- aan eiser.