ECLI:NL:RBMNE:2024:1553
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van bijstandsuitkering wegens aantreffen hennepkwekerij
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 15 maart 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum. De eiser ontving sinds 1 september 2020 een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw). Op 1 februari 2022 werd in zijn woning een hennepkwekerij aangetroffen, wat leidde tot een onderzoek door de sociale recherche. Bij besluit van 8 november 2022 heeft de gemeente het recht op bijstand van eiser herzien en een bedrag van € 19.368,22 teruggevorderd. Eiser maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard. Hierop heeft eiser beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft de zaak op 23 januari 2024 behandeld. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht de bijstand had herzien en teruggevorderd. De rechtbank concludeerde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden door geen melding te maken van de hennepkwekerij en de daaruit voortvloeiende inkomsten. De rechtbank stelde vast dat de hennepkwekerij actief was tussen 22 augustus 2020 en 1 februari 2022, en dat eiser op de hoogte had moeten zijn van deze situatie. Eiser's argumenten dat hij in het buitenland verbleef en niet op de hoogte was van de hennepkwekerij werden door de rechtbank verworpen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had gehandeld en verklaarde het beroep van eiser ongegrond. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.