ECLI:NL:RBMNE:2024:1496

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
12 maart 2024
Publicatiedatum
12 maart 2024
Zaaknummer
16.318905.22 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor medeplegen van ontploffing met gevaar voor personen en goederen

Op 12 maart 2024 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in 2001, die betrokken was bij een explosie op 29 juli 2022 in de gemeente Vijfheerenlanden. De verdachte werd veroordeeld voor het medeplegen van een ontploffing met gevaar voor personen en goederen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte als uitvoerder bij de explosie betrokken was en nauw samenwerkte met anderen. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 40 maanden op en wees gedeeltelijk de vorderingen van de benadeelde partijen toe, tot een totaal van € 22.500. De zaak kwam aan het licht na een melding bij het Team Criminele Inlichtingen over een cocaïnerip. De verdachte en zijn medeverdachten werden herkend op camerabeelden en hun telefoons werden gelokaliseerd nabij de plaats delict. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk een ontploffing teweeg had gebracht, wat leidde tot grote schade en gevaar voor de bewoners van de getroffen woning. De rechtbank rekende het de verdachte zwaar aan dat hij de veiligheid van een gezin in gevaar had gebracht, en dat hij geen verantwoordelijkheid nam voor zijn daden. De rechtbank weigerde het verzoek van de verdediging om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen, gezien de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.318905.22 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 12 maart 2024
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [2001] te [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] te [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 maart 2023, 6 juni 2023, 29 augustus 2023, 21 november 2023, 29 januari 2024 (inhoudelijke behandeling) en 27 februari 2024 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officieren van justitie mrs. A.J.M. Vreekamp en B. Nitrauw en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. A. Çimen, advocaat te Amsterdam naar voren hebben gebracht. De rechtbank heeft ook kennis genomen van hetgeen de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , bijgestaan door mr. M.Ü. Özsüren naar voren hebben gebracht.

2.TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is op de zitting van 6 juni 2023 gewijzigd. De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair:
op 29 juli 2022 te [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden, samen met anderen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht bij de woning gelegen aan de [adres] , terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor personen en/of gevaar voor goederen te duchten was;
Subsidiair:
medeplichtig is geweest aan het plegen van die ontploffing.

3.VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officieren van justitie zijn ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.WAARDERING VAN HET BEWIJS

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officieren van justitie achten het ten laste gelegde wettig en overtuigend te bewijzen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Bewezenverklaring / bewijsmiddelen
Vanwege de omvang van het dossier zijn de bewijsmiddelen ten behoeve van de leesbaarheid van het vonnis opgenomen in bijlage II, die aan dit vonnis is gehecht.
De rechtbank acht het – gelet op de aangehaalde bewijsmiddelen – wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde. Hieronder zal de rechtbank dit oordeel motiveren.
Bewijsoverwegingen
Samenvatting en duiding van de bewijsmiddelen
In juni 2022 kwam bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) een melding binnen dat drie personen een partij cocaïne zouden hebben ‘geript’. Bij de woningen van twee van deze drie personen vonden vervolgens explosies plaats op 2 juli 2022 en 3 juli 2022. Een derde en vierde explosie vonden plaats op 10 juli 2022 en 29 juli 2022. Die van 10 juli 2022 vond plaats bij de derde persoon genoemd in de melding aan de TCI en de laatste explosie vond plaats bij de woning van een gezin waarvan is vastgesteld dat het geen connectie heeft met het criminele circuit. De vier explosies zijn vanwege hun samenhang nader onderzocht in een grootschalig opsporingsonderzoek (“03Sfinx22”). Verdachte wordt betrokkenheid verweten bij de vierde explosie op 29 juli 2022.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de explosie op 29 juli 2022 tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd op grond van het volgende.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat twee personen op een scooter een explosief bij de woning aan de [straat] in [woonplaats] hebben geplaatst en deze om 03:50 uur tot ontploffing hebben gebracht. Een getuige keek bij het horen van de explosie uit het raam
naar de voor diens woning gelegen [straat] en zag daar een zwarte auto bij containers staan, die vrijwel direct na de explosie begon weg te rijden en de oprit van de snelweg opreed. Rondom het tijdstip van de explosie is de Audi A1 in gebruik bij medeverdachte [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1] ) op de snelweg geregistreerd nabij de plaats delict, onder meer om 02:48 uur en 03:01 uur. Het profiel dat in het bandenspoor bij de containers nabij de plaats delict zichtbaar was, vertoonde een soortgelijk profiel als de banden van de deze Audi A1 (hierna: de Audi). Uit de bewijsmiddelen volgt dat de Audi vanuit [woonplaats] richting [woonplaats] is gereden en rondom het tijdstip van de explosie tweemaal (om 02:46 uur en 03:41 uur) hemelsbreed op ongeveer 700 meter verwijderd van de explosie heeft stilgestaan. Beide keren stapte er iemand uit de auto die naar dezelfde plek rende om vervolgens weer in de auto te stappen.
Uit camerabeelden in de omgeving van het [straat] in Amsterdam volgt dat om 01:47 uur twee personen, door de politie herkend als verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ), op een scooter kwamen aanrijden. Zij parkeerden de scooter en legden hun telefoons in het vak onder het zadel. Vervolgens hadden zij contact met de bestuurder van een Volkswagen Golf, die kort daarvoor handschoenen had aangedaan en iets uit de kofferbak leek te pakken. Na dit contact had verdachte een plastic tas in zijn handen, die hij daarvoor nog niet vasthad. De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte de plastic zak kennelijk overhandigd heeft gekregen van de bestuurder van de Volkswagen. Om 02:03 uur liepen verdachte en [medeverdachte 2] richting de Audi, die intussen was komen aanrijden met [medeverdachte 1] als bestuurder. [medeverdachte 2] stapte in als bijrijder en verdachte – met de plastic tas nog in zijn hand – als passagier, waarna de Audi wegreed. Om 04.37 uur, drie kwartier na de explosie, werden [medeverdachte 2] en verdachte weer afgezet bij de scooter. Op de beelden is te zien is dat verdachte en [medeverdachte 2] hun telefoons weer uit de scooter pakten en dat deze oplichtten. Uit zendmastgegevens volgt dat de telefoon van verdachte de nabijgelegen zendmast aanstraalde op exact die momenten waarop de telefoons werden achtergelaten (om 01:49 uur) en weer uit de scooter werden gepakt (om 04:39 uur).
Overeenkomsten met eerder gepleegde explosie op 3 juli 2022
De rechtbank constateert dat de werkwijze bij de explosie van 29 juli 2022 op belangrijke punten overeenkomsten vertoont met een eerder gepleegde explosie van 3 juli 2022.
Bij beide explosies is een bromfiets/scooter met twee opzittenden betrokken. De opzittenden zijn met de scooter naar de plaats delict gereden en hebben daar een explosief geplaatst bij de woningen, waarna dit explosief door hen tot ontploffing is gebracht.
Uit onderzoek is gebleken dat de explosies een vergelijkbaar chemisch sporenbeeld vertonen.
Beide keren reisde medeverdachte [medeverdachte 1] met de Audi van haar woonplaats in [woonplaats] naar [woonplaats] om de twee passagiers op te halen en samen naar nabij de plaatsen delict te rijden. Zij bleef zich met de Audi in de directe omgeving ophouden om direct na de explosies weer met de daders weg te rijden. Vervolgens reisden zij samen naar [woonplaats] om de twee daders af te zetten, waarna medeverdachte [medeverdachte 1] met de Audi terugkeerde naar [woonplaats] . De route is ook deels hetzelfde, want het kenteken van de Audi wordt zowel op 3 juli 2022 als op 29 juli 2022 bij dezelfde camera op de Ookmeerweg te Badhoevedorp geregistreerd.
Verder stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 2] bij beide explosies betrokken is geweest. Zoals hiervoor overwogen, is hij bij de explosie op 29 juli 2022 als een van de scooterrijders herkend die als bijrijder bij verdachte in de Audi is gestapt. Zijn betrokkenheid bij de explosie op 3 juli 2022 leidt de rechtbank af uit het telefoongesprek dat medeverdachte [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2] (‘ [contactnaam medeverdachte 2] ’) had over de boete die zij kreeg voor te hard rijden van de plaats delict naar [woonplaats] . In dat gesprek zegt [medeverdachte 2] niet alleen tegen medeverdachte [medeverdachte 1] dat zij ‘niet hoeft te zeggen dat ze heeft gereden’, maar ook dat hij de boete betaalt (‘wij betalen die’), waarop medeverdachte [medeverdachte 1] zegt dat hij de boete inderdaad moet betalen omdat onder meer hij (‘jullie’) kennelijk veel geld heeft verdiend (‘gekke buit hebben gemaakt’).
Ook heeft medeverdachte [medeverdachte 1] na beide explosies geld ontvangen. Dit leidt de rechtbank onder meer af uit het telefoongesprek dat zij voerde op 6 september 2022 met ‘ [contact] ’, waarin zij aangeeft dat zij duizend euro heeft gekregen voor wat zij heeft gedaan. Tijdens dit gesprek wordt verwezen naar de boete die medeverdachte [medeverdachte 1] op 3 juli 2022 kreeg wegens het te hard rijden, hetgeen er op wijst dat medeverdachte [medeverdachte 1] met het krijgen van de duizend euro doelt op de betaling voor haar aandeel in de explosie op 3 juli 2022. Na de explosie op 29 juli 2022 in de avond vertelt medeverdachte [medeverdachte 1] aan – zoals zij zelf heeft verklaard – een vriend, dat er een jongen is geweest die maar de helft heeft gegeven. Deze vriend antwoordt dat het geld in [woonplaats] ligt en dat zij dit kan komen ophalen. De rechtbank concludeert hieruit dat medeverdachte [medeverdachte 1] kennelijk ook betaald heeft gekregen voor haar aandeel in de explosie op 29 juli 2022.
Betrokkenheid verdachte
De rechtbank stelt op grond van de bewijsmiddelen en de voorgaande omstandigheden, waaronder in het bijzonder ook de overeenkomsten tussen beide genoemde explosies, vast dat verdachte met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] in de Audi A1 van [medeverdachte 1] naar de plaats delict is gereden en na de explosie weer in dezelfde samenstelling met de Audi is terugreden naar [woonplaats] . Gelet op de gedragingen van verdachte en zijn medeverdachten, beoordeeld naar de uiterlijke verschijningsvorm, kan het niet anders zijn dan dat verdachte in de Audi naar nabij de plaats delict is gereden om de explosie tot stand te brengen. Verdachte heeft immers midden in de nacht een georganiseerde ontmoeting met meerdere personen uit verschillende voertuigen, neemt daarbij van een derde een plastic tas in ontvangst en stapt over in een auto die naar de (omgeving van de) plaats delict rijdt, met personen die een aantal weken eerder betrokken zijn geweest bij een explosie. Voor het vertrek naar de plaats delict heeft verdachte zijn telefoon uitgezet en achtergelaten in de scooter, wat zijn criminele intenties bevestigt.
Alternatief scenario
Verdachte heeft zich op vragen over de belastende onderdelen uit het dossier in beginsel telkens op zijn zwijgrecht beroepen en enkel verklaard dat hij er niets mee te maken heeft. Eerst tijdens de inhoudelijke behandeling op 29 januari 2024 heeft verdachte een alternatief scenario geschetst om zijn aanwezigheid die nacht op de scooter in [woonplaats] en in de Audi te verklaren. Volgens verdachte zou hij als bijrijder op een scooter naar een Audi zijn gebracht, met welke Audi hij vervolgens werd afgezet bij een vrouw met wie hij had afgesproken. Verdachte zou enkele uren bij die vrouw zijn verbleven en toen weer zijn opgehaald door de Audi en afgezet bij zijn scooter. Zijn telefoon had hij uitgezet en in de scooter achtergelaten, zodat zijn partner niet zou ontdekken dat hij vreemd ging en zij niet kon zien waar hij was. De rechtbank schuift deze lezing van verdachte als ongeloofwaardig terzijde om de volgende redenen.
Allereerst is deze verklaring ruim een jaar na de aanhouding van verdachte afgelegd, nadat hij van het volledige einddossier kennis heeft kunnen nemen, waaronder het sporenonderzoek waaruit volgt dat zijn DNA in de Audi is aangetroffen. Ook is de verklaring van verdachte onvoldoende concreet en niet verifieerbaar, nu hij geen details of gegevens heeft willen geven van de vrouw bij wie hij zou zijn verbleven of van de locatie van haar woning. Verder acht de rechtbank het moeilijk voorstelbaar dat verdachte om de door hem genoemde reden een dergelijke omslachtige reisroute heeft afgelegd met meerdere voertuigen, waarbij zijn telefoon bovendien in de scooter moest worden achtergelaten. De verklaring van verdachte strookt bovendien evenmin met de bevindingen uit het dossier, nu daaruit volgt dat ook de andere persoon op de scooter, de bestuurder, zijn telefoon achterliet in de scooter voordat hij met verdachte de Audi instapte. Daarbij heeft verdachte ook geen verklaring kunnen geven voor het aannemen van de plastic tas van de bestuurder van de Volkswagen. Tot slot laat het tijdsverloop en de reisroute van de Audi naar de plaats delict onvoldoende ruimte voor het afzetten van verdachte op een andere locatie in [woonplaats] . Immers is de Audi om 02:04:51 uur weggereden vanaf het [straat] in [woonplaats] en kwam deze om 02:45 uur (nog geen 41 minuten later) aan bij de [straat] in [woonplaats] , gelegen op 700 meter afstand van de plaats delict, terwijl dit afhankelijk van de te nemen route ligt op een afstand van tussen de 55 en de 60 kilometer, met een reistijd met de auto van ongeveer 41 minuten. Gezien al het voorgaande wordt de verklaring van verdachte verworpen en wordt het alternatieve scenario niet aannemelijk geacht.
Conclusie
De rechtbank komt dan ook tot de conclusie dat verdachte als uitvoerder bij de explosie is betrokken en dat hij daarbij nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen. Dit betekent dat het primair ten laste gelegde feit, het medeplegen van het teweeg brengen van een ontploffing, wettig en overtuigend kan worden bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 29 juli 2022, te [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in de directe nabijheid van een rijtjeswoning gelegen aan de [adres] door
- met één electriciteitsdraad en een elektrisch ontstekingsmechanisme en een container met daarin explosief materiaal bestaande uit onder meer kaliumperchloraat en aluminiumpoeder naar die woning te gaan en
- vervolgens dat electriciteitsdraad en dat elektrische onstekingsmechanisme en die container met daarin explosief materiaal bestaande uit onder meer kaliumperchloraat en aluminiumpoeder te installeren en te plaatsen in de brievenbus van de voordeur van voornoemde woning en
- vervolgens dat elektrische ontstekingsmechanisme in werking te stellen en die
container met daarin explosief materiaal bestaande uit onder meer kaliumperchloraat
en aluminiumpoeder tot ontploffing te brengen, ten gevolge waarvan een ontploffing is ontstaan,
terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer
anderen in die woning en in naastgelegen woningen en gemeen gevaar voor die woning en naastgelegen woningen en in die woningen bevindende goederen en straatmeubilair te duchten was.
Voor zover in het bewezen verklaarde deel van de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. Verdachte wordt hiervan vrijgesproken.

6.STRAFBAARHEID VAN HET FEIT

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert volgens de wet het volgende strafbare feit op:
primair:
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is, meermalen gepleegd en medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;

7.STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

Er is geen omstandigheid gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.OPLEGGING VAN STRAF

8.1
De vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd verdachte ter zake van het door de officieren van justitie bewezen geachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van de duur van het voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
Indien en voorover de rechtbank tot een veroordeling komt verzoekt de verdediging de rechtbank rekening te houden met het feit dat verdachte niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld en met dat hij het goed heeft gedaan tijdens de schorsingsperiode. De verdediging verzoekt daarom – zo begrijpt de rechtbank – bij een veroordeling de voorlopige hechtenis van verdachte opnieuw te schorsen.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de ernst van het bewezen verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals ter terechtzitting is gebleken.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk veroorzaken van een ontploffing bij een woning in [woonplaats] , waardoor grote schade is ontstaan aan de woning. Een dergelijk feit veroorzaakt niet alleen grote schade en impact op de direct betrokkenen, maar zorgt ook voor gevoelens van angst en onveiligheid voor buurtbewoners en anderen in de samenleving. Bij de explosie is bovendien sprake geweest van levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor de bewoners. Het slachtoffer, dat op dat moment zwanger was, sliep op het moment van de explosie met haar 1-jarige kind in de woning en moest na de explosie met haar kind het huis uitvluchten.
De explosie heeft grote gevolgen gehad voor het gezin, zoals ook is gebleken uit de ter zitting afgelegde verklaringen namens de slachtoffers. Hun woning hebben zij volledig moeten laten herstellen en tijdens deze herstelwerkzaamheden hebben zij in meerdere tijdelijke woningen moeten verblijven. Ook na deze herstelwerkzaamheden voelen zij zich nog altijd niet veilig in hun eigen woning. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij de veiligheid en het welzijn van dit gezin, dat geen banden heeft met de criminele wereld, op deze wijze in gevaar heeft gebracht. De verdachte heeft zich tijdens de verhoren op zijn zwijgrecht beroepen en op de zitting ontkend dat hij betrokken is geweest bij deze explosie. Hij heeft daarmee geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden en geen inzicht gegeven in zijn beweegredenen om dit ernstige feit te plegen. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan.
Persoon van verdachte
Bij haar beslissing heeft de rechtbank ook rekening gehouden met:
- een uittreksel justitiële documentatie betreffende verdachte van 30 oktober 2023;
- een voortgangsverslag van reclasseringsadvies van 15 januari 2024, uitgebracht door Reclassering Nederland. Uit dit verslag blijkt dat verdachte zich tijdens zijn schorsing aan de opgelegde voorwaarden heeft gehouden.
Straf
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf rechtvaardigt. Alles afwegende en gelet op vergelijkbare zaken en de jeugdige leeftijd van verdachte is de rechtbank van oordeel dat in dit geval een gevangenisstraf voor de duur van 40 maanden passend en geboden is, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Hiermee wijkt de rechtbank in het voordeel van verdachte enigszins af van de eis van de officieren van justitie.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van verdachte is met ingang van 30 augustus 2023 geschorst tot aan de uitspraak. De raadsvrouw heeft verzocht om de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen bij dit vonnis. De rechtbank wijst dat verzoek af. De rechtbank heeft in augustus 2023 de voorlopige hechtenis geschorst, omdat verdachte op dat moment al geruime tijd in voorlopige hechtenis zat en het nog onduidelijk was op welke termijn de inhoudelijke behandeling van de zaak kon plaatsvinden. Er spelen op dit moment geen zodanige zwaarwegende persoonlijke omstandigheden bij verdachte dat dit maakt dat de rechtbank aanleiding ziet om de voorlopige hechtenis weer te schorsen. De strafvorderlijke belangen bij voortduring van de voorlopige hechtenis wegen zwaarder dan de persoonlijke belangen van verdachte, met name gelet op de ernst van het bewezenverklaarde – zoals hiervoor toegelicht – en de gevangenisstraf waartoe dit heeft geleid.

9.BESLAG

Teruggave aan verdachte
De rechtbank zal de teruggave gelasten aan verdachte van de iPhone, nu het in beslag genomen voorwerp dat aan verdachte toebehoort niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.BENADEELDE PARTIJ

[slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben zich als benadeelde partijen in het geding gevoegd en vorderen respectievelijk bedragen van € 20.000 en € 15.000 aan immateriële schade als gevolg van het onder feit 2 ten laste gelegde.
10.1
Het standpunt van de officieren van justitie
Volgens de officieren van justitie zijn de vorderingen voldoende onderbouwd en komen deze voor toewijzing in aanmerking.
10.2
Het standpunt van de verdediging
De benadeelde partijen hebben op het laatste moment hun vorderingen met € 7.500 verhoogd zonder enige nadere onderbouwing. Als de rechtbank komt tot toewijzing dan moet dat een gedeeltelijke toewijzing zijn, waarbij wordt aangesloten bij uitgekeerde bedragen in vergelijkbare zaken. In door de raadsman ter vergelijking aangedragen zaken komt de rechtbank tot bedragen tussen € 2.000 en € 4.000. [1]
10.3
Het oordeel van de rechtbank
Immateriële schade
De rechtbank overweegt dat van aantasting in de persoon op andere wijze als bedoeld in artikel 6:106 lid 1 onder b van het Burgerlijk Wetboek (BW) in ieder geval sprake is indien de benadeelde partij geestelijk letsel heeft opgelopen. Ook als het bestaan van geestelijk letsel niet kan worden aangenomen, is niet uitgesloten dat de aard en de ernst van de normschending en van de gevolgen daarvan voor de benadeelde, meebrengen dat van de in art. 6:106 lid 1 onder b BW bedoelde aantasting in zijn persoon ‘op andere wijze’ sprake is. In zo een geval zal degene die zich hierop beroept de aantasting in zijn persoon met concrete gegevens moeten onderbouwen. Dat is slechts anders indien de aard en de ernst van de normschending meebrengen dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelde zo voor de hand liggen, dat een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
De rechtbank is van oordeel dat de aard en de ernst van de normschending in de onderhavige zaak zodanig is, dat op grond daarvan aantasting in de persoon kan worden aangenomen..
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en Van Lier als gevolg van het bewezen verklaarde feit 2 immateriële schade hebben geleden.
Benadeelde partij [slachtoffer 1] was zwanger en thuis met haar zoon van 1 jaar toen de explosie plaatsvond en heeft met hem moeten vluchten door het puin dat door de explosie is ontstaan. Na de ontploffing was het huis onbewoonbaar. Het voorgaande heeft bij haar gevoelens van stress, angst en onveiligheid teweeggebracht, waarvoor zij blijkens de toelichting op de vordering nog behandeling zal ondergaan. De immateriële schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid en gelet op vergelijkbare zaken – bij wijze van voorschot – worden vastgesteld op € 15.000,-. De rechtbank zal de vordering toewijzen tot dit bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van volledige betaling.
Benadeelde partij Van Lier hoorde tijdens zijn nachtdienst dat er een ontploffing was geweest bij zijn huis terwijl zijn zwangere partner en hun zoon thuis waren. Dit heeft bij hem gevoelens van stress, angst en onveiligheid teweeggebracht. De immateriële schade zal op dit moment op basis van de thans gebleken feiten en omstandigheden naar maatstaven van billijkheid en gelet op vergelijkbare zaken – bij wijze van voorschot – worden vastgesteld op € 7.500,-. De rechtbank zal de vordering toewijzen tot dit bedrag, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van volledige betaling.
De benadeelde partijen hebben hogere bedragen gevorderd dan de rechtbank zal toewijzen. De behandeling van de vorderingen levert voor dat deel een onevenredige belasting van het strafgeding op. De rechtbank zal daarom de benadeelde partijen in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren en bepalen dat de vorderingen voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kunnen worden aangebracht.
Verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht met zijn mededader(s) hoofdelijk aansprakelijk. Dit betekent dat verdachte tegenover de benadeelde partijen voor dat gehele bedrag aansprakelijk is.
Kosten
Verdachte zal ook worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zullen maken. Deze kosten worden tot op dit moment begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 1] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 15.000,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 110 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
Als extra waarborg voor betaling zal de rechtbank ten behoeve van [slachtoffer 2] aan verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van het bedrag van € 7.500,-, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van volledige betaling. Als door verdachte niet wordt betaald, zal deze verplichting worden aangevuld met 72 dagen gijzeling, waarbij toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft.
De betaling die is gedaan aan de Staat wordt op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en Van Lier in mindering gebracht. Dit geldt andersom ook indien betaling is gedaan aan de benadeelde partijen.

11.VORDERING TENUITVOERLEGGING

Bij vonnis van de politierechter te rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar van 21 juni 2022 (parketnummer 15.016150.20) is verdachte een gevangenisstraf van één maand voorwaardelijk opgelegd. Verdachte heeft zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Om die reden zal deze straf alsnog ten uitvoer gelegd worden.

12.TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 36f, 47 en 157 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld;
- verklaart het meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en kwalificeert dit zoals hiervoor in rubriek 6 is vermeld;
- verklaart verdachte strafbaar;
Oplegging straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 40 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Beslag
- gelast de teruggave aan verdachte van het volgende voorwerp:
 Telefoon iPhone (Omschrijving: PL0900-MDRAB22001_749101, zwart, merk: Apple)
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
  • wijst de vordering van [slachtoffer 1] – bij wijze van voorschot – toe tot een bedrag van € 15.000,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 1] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer 1] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat € 15.000,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 110 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Benadeelde partij Van Lier
  • wijst de vordering van [slachtoffer 2] – bij wijze van voorschot – toe tot een bedrag van € 7.500,-;
  • veroordeelt verdachte hoofdelijk tot betaling aan [slachtoffer 2] van het toegewezen bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van de algehele voldoening, met dien verstande dat indien en voor zover reeds door een ander/anderen (gedeeltelijk) is betaald, verdachte (in zoverre) van deze verplichting zal zijn bevrijd;
  • verklaart [slachtoffer 2] voor wat betreft het meer gevorderde niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering voor dat deel kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
  • veroordeelt verdachte ook in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
  • legt verdachte de hoofdelijke verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat € 7.500,- te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juli 2022 tot de dag van de volledige betaling, bij niet betaling aan te vullen met 72 dagen gijzeling;
  • bepaalt dat verdachte van zijn verplichting tot het vergoeden van schade is bevrijd als hij en/of (een van) zijn mededader(s) op een van de hiervoor beschreven manieren de schade aan de benadeelde dan wel aan de Staat heeft vergoed;
Vordering tenuitvoerlegging met parketnummer 15.016150.20
- wijst de vordering toe;
- gelast de tenuitvoerlegging van de door de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar bij vonnis van 21 juni 2022 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 1 maand;
Voorlopige hechtenis:
- wijst het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Riani el Achhab, voorzitter, mrs. C.A.J. van Yperen en L.M. Reijnierse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.E. Wolters, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 maart 2024.
Bijlage I: de tenlastelegging
Aan verdachte wordt ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 29 juli 2022, te [woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden, althans in
Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk
een ontploffing teweeg heeft gebracht in/bij (de directe nabijheid van) een (rijtjes)woning
(gelegen aan de [adres] ) door
- met één of meer electriciteitsdra(a)d(en) en/of een (elektrisch) ontstekingsmechanisme
en/of (een container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer)
kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) naar die woning te gaan en/of
- ( vervolgens) die electriciteitsdra(a)d(en) en/of dat (elektrische) onstekingsmechanisme
en/of die/dat (container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer)
kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) te installeren en/of te plaatsen in de
brievenbus van de (voor)deur van voornoemde woning en/of
- ( vervolgens) dat (elektrische) ontstekingsmechanisme in werking te stellen en/of die/dat
(container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer) kaliumperchloraat
en/of aluminium(poeder)) tot ontploffing te brengen en/of te laten brengen, dan wel op
andere wijze het ontstekingsmechanisme in/aan dat explosief materiaal (bestaande uit
(onder meer) kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) af te laten gaan/in werking te
stellen, ten gevolge waarvan een ontploffing is ontstaan,
terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer
anderen (in die woning en/of in naastgelegen/omliggende woningen en/of passanten) en/of
gemeen gevaar voor die woning en/of naastgelegen/omliggende woning(en) en/of in de in
die woningen bevindende goederen en/of straatmeubilair, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen, te duchten was;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art
47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen
leiden:
één of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), op of omstreeks 29 juli 2022, te [woonplaats]
, gemeente Vijfheerenlanden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een
of meer anderen, althans alleen, opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht in/bij
(de directe nabijheid van) een (rijtjes)woning (gelegen aan de [adres] ) door
- met één of meer electriciteitsdra(a)d(en) en/of een (elektrisch) ontstekingsmechanisme
en/of (een container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer)
kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) naar die woning te gaan en/of
- ( vervolgens) die electriciteitsdra(a)d(en) en/of dat (elektrische) onstekingsmechanisme
en/of die/dat (container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer)
kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) te installeren en/of te plaatsen in de
brievenbus van de (voor)deur van voornoemde woning en/of
- ( vervolgens) dat (elektrische) ontstekingsmechanisme in werking te stellen en/of die/dat
(container met daarin) explosief materiaal (bestaande uit (onder meer) kaliumperchloraat
en/of aluminium(poeder)) tot ontploffing te brengen en/of te laten brengen, dan wel op
andere wijze het ontstekingsmechanisme in/aan dat explosief materiaal (bestaande uit
(onder meer) kaliumperchloraat en/of aluminium(poeder)) af te laten gaan/in werking te
stellen, ten gevolge waarvan een ontploffing is ontstaan,
terwijl daarvan levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor één of meer
anderen (in die woning en/of in naastgelegen/omliggende woningen en/of passanten) en/of
gemeen gevaar voor die woning en/of naastgelegen/omliggende woning(en) en/of in de in
die woningen bevindende goederen en/of straatmeubilair, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen, te duchten was,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op of omstreeks 29 juli 2022, te
[woonplaats] , gemeente Vijfheerenlanden en/of te Amsterdam, althans in Nederland,
opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk
behulpzaam is geweest door
- ( kort) voor de explosie (telefonisch) contact te onderhouden met een of meer (onbekend
gebleven) medeverdachte(n) en/of
- één of meer (onbekend gebleven) medeverdachte(n) te ontmoeten op de
[straat] te [woonplaats] en/of
- een plastic draagtas met logo Albert Heijn en/of explosief materiaal, althans voorwerpen
dienstig aan het veroorzaken van een explosie, bij de (voornoemde) ontmoeting op de
[straat] op te halen en/of in ontvangst te nemen en/of
- ( vervolgens) met een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) en/of die plastic
draagtas met logo Albert Heijn en/of explosief materiaal, althans voorwerpen dienstig aan
het veroorzaken van een explosie, naar voornoemde woning in [woonplaats] te rijden en/of
- ( vervolgens) nadat de explosie heeft plaatsgevonden, vergezeld van de plastic draagtas
met logo Albert Heijn, weer terug te keren met één of meer (onbekend gebleven)
medeverdachte(n) op de [straat] te [woonplaats] ;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 157 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art
47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 48
ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II: De bewijsmiddelen [2]
-
De verklaring van verdachte ter terechtzitting op 29 januari 2024, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben een van de personen op de scooter te zien op de camerabeelden van 29 juli 2022. Ik ben daar, op de plek die te zien is op de beelden, van de scooter afgestapt en ik ben in de Audi A1 gestapt. Later in de nacht ben ik daar weer door de Audi afgezet en op de scooter gestapt. Ik heb mijn telefoon uitgezet en in de scooter achtergelaten.
-
Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] van 29 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [3] :
Op 29 juli 2022, omstreeks 01:00 uur, was ik in mijn woning gelegen aan de [adres] te [woonplaats] . Omstreeks 03:30 uur werd ik wakker van een explosie of bom die afging.
-
Proces-verbaal van bevindingen van 30 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [4] :
Op 29 juli 2022 hoorde ik dat collega's in Nieuwegein via de portofoon melding deden van een enorm harde knal en ze het vermoeden hadden dat er ergens iets flink mis ging. Vanuit de melders bleek dat de plaats delict ergens op de [straat] moest zijn. Toen ik deze straat in reed zag ik al snel ter hoogte van perceel [nummer] een hoop puin op straat liggen. Ik zag dat de gehele voordeur vernield was. Terwijl ik richting de plaats delict liep zag ik voor de woning een lange zwarte elektriciteitsdraad liggen. Ik zag dat deze hemelsbreed vanaf de voordeur in de richting van de rotonde bij de snelweg was uitgerold.
-
Een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, explosievenonderzoek naar aanleiding van een ontploffing bij een woning in [woonplaats] op 29 juli 2022, met bijlagen van 3 maart 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [5] :
1. Is aan te geven welke explosieve stof er is gebruikt?
Het chemisch sporenbeeld past bij een ontploffing van een explosieve lading op basis van in ieder geval kaliumperchloraat en aluminium(poeder). Mengsels op basis van kaliumperchloraat en een metaalpoeder staan ook wel bekend onder de
naam 'flitspoeder'. Flitspoeders zijn krachtige pyrotechnisch mengsels. Al bij geringe opsluiting zal het ontsteken van flitspoeder leiden tot een zeer krachtige explosie.
2. Zijn er overeenkomsten met de explosieve stoffen die gebruikt zijn bij de andere bomaanslagen binnen de TGO 09Sfinx?
Ja, de overeenkomst is dat het chemisch sporenbeeld bij alle vier bomaanslagen hetzelfde is.
-
Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , van 30 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [6] :
Omstreeks 3:55 uur hoorde ik een zeer harde knal. Ik stond direct op en keek uit het dakraam van mijn woning naar de voor onze woning gelegen [straat] in de richting van de snelweg A27. Ik zag ter hoogte van de container unit van het […] een zwarte auto staan. Ik zag dat de auto langs één van de lange zijdes van de container unit stond, aan de zijde die aan het water gelegen is, vanuit mijn positie aan de rechterzijde van de container. Ik zag dat de zwarte auto toen ik uit het dakraam keek vrijwel direct van mij af begon te rijden richting de snelweg. Ik zag dat het een glanzende zwarte auto was, een iets groter model dan mijn eigen auto en dat is een Mitsubishi Space Star. Ik zag dat de zwarte auto wel hetzelfde model had als mijn auto. Volgens mij voerde de zwarte auto geen verlichting maar dat weet ik niet zeker. Ik zag dat de zwarte auto de oprit van de snelweg A27 op reed richting Utrecht. Ik heb geen remlichten zien branden bij de auto.
-
Proces-verbaal vergelijkend bandsporenonderzoek met bijlage van 15 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven [7] :
Tijdens het vergelijkend onderzoek tussen enerzijds het bandindrukspoor [1] en anderzijds de achterband [A1] en de voorband [A2] van het voertuig [Al is gebleken, dat: het profiel van het bandindrukspoor [1] overeenkomt met het profiel van een deel van het loopvlak op de achterband [A1] en de voorband [A2];
de afmetingen van het bandindrukspoor [1] praktisch overeenkomen met de afmetingen van de achterband [A1];
de afmetingen van het bandindrukspoor [1] niet overeenkomen met de afmetingen van de voorband [A2];
onverklaarbare verschillen niet werden waargenomen.
Conclusies
Op grond van het vergelijkend bandsporenonderzoek concludeer ik, dat het bandindrukspoor [1] kan zijn veroorzaakt met de linker achterband [A1] van het voertuig [Al of een band soortgelijk aan de linker achterband [A1] van het voertuig [A]. Door het ontbreken van karakteristieke overeenkomsten kon niet worden vastgesteld, dat het spoor daadwerkelijk is veroorzaakt met de linker achterband
[A1] van het voertuig [A].
-
Proces-verbaal van bevindingen aanvullend PVB JM1385 van 15 november 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [8] :
Onder proces-verbaal JM1385 gerelateerd dat er op de veiliggestelde en uitgekeken beelden van de Plus supermarkt, gevestigd [adres] te [woonplaats] , op 29 juli 2022 te 03:37:12 uur een donkerkleurige personenauto reed van het merk Audi, type A1. Abusievelijk is in dit proces-verbaal gerelateerd dat dit voertuig komende was vanuit de richting van de [straat] , dit moet echter de [straat] te [woonplaats] zijn.
Op de voornoemde beelden werd door mij op 29 juli 2022 te 02:44:34 uur een donkerkleurige personenauto van het merk Audi, type A1 waargenomen komende uit de richting van de [straat] en gaande via de [straat] naar de algemene parkeerplaats aan [straat] te [woonplaats] .
-
Een proces-verbaal van bevindingen reisbewegingen ANPR kenteken [kenteken] op 3 juli en 29 juli 2022 rondom explosies in respectievelijk [woonplaats] en [woonplaats] , van 1 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [9] :
Voorafgaand aan de explosie is weer een beweging op de A4 richting [woonplaats] geregistreerd. Zie ook hieronder tabel 2 en kaart 2 en 3. Te zien is dat de [kenteken] omstreeks 01:17 uur de afrit Den Ruygen Hoek neemt op de A4 richting A'dam. Daar is onder andere een Shell tankstation gelegen. Uit de opgevraagde camerabeelden van dat tankstation blijkt dat dat de Audi A1 met kenteken [kenteken] bij pomp 11 stopt en [medeverdachte 1] uitstapt en de auto tankt. Er zit verder niemand anders in de auto. Daarna wordt de [kenteken] op een camera op de President Kennedylaan omstreeks 01 :42 uur te [woonplaats] in westelijke richting geregistreerd (tussen locatie Ruygen Hoek en Kennedylaan zit volgens Politie Atlas 20 minuten en 19,92 km). Na de laatste registratie op de trajectcontrole van de A2 ter hoogte van Maarssen omstreeks 02:27 uur, volgen ruim 2 uur later de volgende registraties: omstreeks 04:36 uur op de camera "Tussenmeer IN" en drie minuten later op de "Tussenmeer UIT". De [kenteken] rijdt binnen korte tijd dus de wijk in en vervolgens weer uit. Vervolgens wordt het kenteken ongeveer 20 minuten later op de A4 richting [woonplaats] geregistreerd omstreeks 04:50 uur.
-
Proces-verbaal van bevindingen mbt ANPR data van 29 juli 2022, van 15 augustus 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [10] :
2022/07/29 02:48:27 Plate: [kenteken] BIE 07.1 – Lange Dreef (Vianen)
2022/07/29 03:01:41 Plate: [kenteken] BIE 07.1 – Lange Dreef (Vianen)
-
Proces-verbaal van bevindingen reisbeweging telefoon en Audi 29 juli 2022, van 17 augustus 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [11] :
Op basis van het bovenstaande kan geconcludeerd worden dat het telefoonnummer [telefoonnummer] onderweg is in de nacht van 29 juli 2022. Zichtbaar is dat de telefoon verbinding maakt van een zendmast in Vinkeveen om 02:19:26 uur. Volgens de trajectcontrole op de A2 rijdt de Audi A1 daar ook om 02:19:34 uur. Vervolgens maakt de telefoon verbinding met de zendmasten in Nieuwegein en Vianen. Later in de nacht is zichtbaar dat de telefoon verbinding maakt met de zendmast in Naarden. Gelet op het bovenstaande is niet uit te sluiten dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik maakt van de Audi A1 met het kenteken [kenteken] .
-
Proces-verbaal van bevindingen gebeurtenissen 29 juli 2022, van 7 augustus 2023, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [12] :
JM1162 en JM1291 geven een omschrijving van beelden die zijn gemaakt vanuit twee verschillende cameraposities op de [straat] te [woonplaats] waarbij de camera's een overlapgebied hebben dat vanuit beide posities te zien is.
JM1162 Camera [straat] , 29juli 2022, 01.42:10 uur
Er komt een grijze Volkswagen Golf aan rijden die wordt geparkeerd op de stoep naast de parkeerplekken bij de flat, ongeveer ter hoogte van perceel [nummer] (Bijlage 2). De bestuurder stapt uit en loopt wat heen en weer.
Hij haalt een handschoen uit zijn jaszak, trekt deze aan aan zijn rechterhand en opent
vrijwel direct daarna de kofferbak van de personenauto. Wat hij doet in de kofferbak is niet te zien op de beelden maar het is niet onwaarschijnlijk dat hij er iets uit heeft gehaald. Het kenteken van de Volkswagen Golf blijkt later [kenteken] te zijn.
JM1162 Camera [straat] , 29 juli 2022, 01.47:33 uur
Er komt een scooter aanrijden uit de richting van de [straat] met twee opzittenden. De scooter wordt geparkeerd onder de overkapping, op de hoek van de flat aan de [straat] ter hoogte van perceel [nummer] , vlak bij de Volkswagen Golf (Bijlage 2). Deze twee personen hebben daar contact met de persoon die daar 5 minuten eerder aan is komen rijden in de [kenteken] . De twee opzittenden van de scooter worden op een later moment herkend als zijnde [medeverdachte 2] en [verdachte] . [medeverdachte 2] als bestuurder en [verdachte] als passagier.
JM1291 Camera Vomar, 29 juli 2022, 02.02:59 uur
Er komt een donkere auto (gelijkend een Audi A1) langs rijden met een kenteken beginnend met [kenteken] en eindigend op [kenteken] . De Auto komt vanaf de [straat] en stopt net buiten beeld om de hoek op de T-splitsing [straat] met de [straat] . Aan de verlichting is te zien dat de auto daar net om de hoek stil blijft staan.
JM1162 Camera [straat] , 29 juli 2022, 02.03:05 uur
De hierboven genoemde donkere auto ( [kenteken] ) stopt inderdaad om de hoek op de T-splitsing [straat] met de [straat] en blijft daar enige tijd stil staan.
JM1162 Camera [straat] , 29 juli 2022, 02.03:31 uur
[medeverdachte 2] en [verdachte] lopen in de richting van de stilstaande auto ( [kenteken] ) waarvan de koplampen nog steeds branden. [verdachte] heeft een tas in zijn hand die hij eerder nog niet had. Het vermoeden bestaat dat deze tas door de bestuurder van de Volkswagen Golf ( [kenteken] ) is overgegeven aan [verdachte] . [medeverdachte 2] en [verdachte] lopen vervolgens richting de stilstaande auto ( [kenteken] ).
Door de verlichting van de auto is niet te zien wat ze daar doen maar ze komen daarna niet meer in beeld van beide camera's wat suggereert dat ze in de auto ( [kenteken] ) zijn gestapt. De auto rijdt vervolgens achteruit en rijdt daarna weer in de richting waar hij vandaan kwam (camera Vomar). [medeverdachte 2] en [verdachte] zijn vervolgens niet meer in het bereik van de camera's, het kan dus niet anders dan dat ze in de auto ( [kenteken] ) zijn gestapt. Ook de Volkswagen Golf rijdt vervolgens vrijwel direct weg via de [straat] .
JM1291 Camera Vomar, 29 juli 2022, 02.04:51 uur
De auto ( [kenteken] ) rijdt een klein stukje achteruit om vervolgens retour te rijden in de richting waar hij vandaan kwam, langs de Vomar in Noordelijke richting ( [straat] ), wat een logische route is om de wijk uit te rijden.
Uit de ANPR-gegevens (beschreven in JM943) blijkt dat de eerdergenoemde auto ( [kenteken] ) op 29-07-2022 tussen 02.45 uur en 03.42 uur, vier keer door deze ANPR-camera op de [straat] is geregistreerd. Uit de beelden van de ANPR-camera en de verkeerscamera blijkt dat er op dat tijdstip verder niet veel verkeer langs de camera's komt. De tijdstippen dat de auto door de ANPR op de [straat] rijdt betreft de volgende vier tijdstippen:
29 juli 2022, 02.45:27 uur
29 juli 2022, 03.31:10 uur
29 juli 2022, 03.37:53 uur
29 juli 2022, 03.41:59 uur
De globale reisafstand tussen de instaplocatie aan de [straat] en de camera op de [straat] en vice versa is afhankelijk van de te nemen route tussen de 55 en de 60 kilometer. Volgens de routeplanner van de ANWB neemt deze route globaal 41 minuten in beslag. De route die de routeplanner aangeeft komt qua geregistreerde camerapunten overeen met de route die de [kenteken] heeft gereden.
Uit de in dit verbaal geregistreerde tijdstippen blijkt het volgende:
Op de heenweg is de route globaal afgelegd in 41 minuten
Op de terugweg is de route globaal afgelegd in 42 minuten
Op de beelden van BIZ (beschreven in JM910) zijn twee opvallende momenten te zien. Dit betreft beide keren een donkerkleurige auto, gelijkend op een Audi A1.
In het eerste opvallende fragment om 02.46:03 uur (voorafgaand aan de explosie) rijdt deze auto in de richting van [woonplaats] en stopt hij op de N-weg. Er stapt iemand uit aan de rechterkant van de auto die de weg oversteekt om vervolgens enkele seconden later weer terug naar de auto te rennen en in te stappen. Vervolgens rijdt de auto door naar [woonplaats] . In het tweede opvallende fragment om 03.41:33 uur (kort voor de explosie) rijdt deze auto wederom in de richting van [woonplaats] , keert alvast half op het midden van de weg om daar dan stil te blijven staan. Er stapt iemand aan de rechterachterzijde uit de auto die vervolgens naar dezelfde plek rent als waar de eerste keer iemand heen is gegaan. Hij rent vervolgens terug naar de auto en stapt rechtsachter in de auto. De auto rijdt vervolgens om 03.41:59 uur weg in de richting van Vianen. Gezien het feit dat de persoon aan de achterzijde van de auto uit- en instapt in de [kenteken] , is het aannemelijk dat er zich in ieder geval nog twee andere personen in de auto bevinden, te weten de bestuurder en de bijrijder. De ANPR-camera en de verkeerscamera bevinden zich nagenoeg op de locatie waarvandaan deze zicht hebben op de plek waar deze beide opvallende fragmenten zijn voorgevallen. Gelet op de tijdstippen kan het niet anders dan dat de auto die is te zien op de ANPR-camera, dezelfde auto is als die is te zien op de beelden van BIZ.
JM1291 Camera Vomar, 29 juli 2022, 04.37:30 uur
Hij doet vervolgens het rechterachterportier open en daar stapt een tweede persoon uit. Deze tweede persoon heeft een tas in zijn hand, gelijkend op de tas van de beelden bij vertrek vanaf de [straat] . Deze twee personen lopen vervolgens weg van de auto en lopen in de richting van de nog steeds geparkeerde scooter. Vanuit de beelden van de Vomar kan geen herkenning opgemaakt worden voor de beide personen maar uit de beelden van Camera [straat] is [medeverdachte 2] herkend als de persoon op de bijrijdersstoel en is [verdachte] herkend als de persoon rechtsachter in de auto. De auto rijdt vervolgens weg in Noordelijke richting. Op dat moment is het kenteken van de auto zichtbaar: [kenteken]
JM1162 Camera [straat] , 29 juli 2022, 04.38:53 uur
[medeverdachte 2] en [verdachte] , die uit de [kenteken] zijn gestapt, lopen naar de nog steeds geparkeerde scooter, de buddyseat wordt geopend, ze pakken hun telefoons eruit en die worden aangezet.
Conclusies politie:
Inhoud plastic tas
Op 29 juli 2022, tussen 01.47 uur en 02.03 uur, hebben [medeverdachte 2] en [verdachte] kennelijk afgesproken met de bestuurder van de Volkswagen Golf ( [kenteken] ). Het feit dat ze vrijwel tegelijkertijd daar aankomen en ook weer tegelijkertijd weggaan doet vermoeden dat dit geen toevallige ontmoeting is geweest. Bij het weglopen vanaf deze locatie richting de auto
( [kenteken] ) heeft [verdachte] een plastic tas in zijn hand die hij daarvoor nog niet bij zich had. Hij komt met deze plastic tas vanaf de zijkant van de flat vandaan waar ook de bestuurder van de Volkswagen Golf zich bevond. Het is aannemelijk dat de plastic tas door de bestuurder van de Volkswagen Golf is overgedragen aan [verdachte] .
Vanuit het onderzoeksteam bestaat het vermoeden dat in de plastic tas de explosieven hebben gezeten die gebruikt zijn voor de explosie in [woonplaats] van later die nacht.
Op 29 juli 2022, om 02.46 uur en om 03.41 uur stopt de [kenteken] twee maal op dezelfde locatie op een onlogische plek aan de [straat] (N-weg) in [woonplaats] , hemelsbreed 700 meter vanaf de locatie waar de explosie heeft plaatsgevonden. Beide keren stapt er iemand uit de auto die beide keren naar dezelfde plek rent om vervolgens weer in de auto te stappen.
Vanuit het onderzoeksteam bestaat het vermoeden dat de plastic tas met de explosieven om 02.46 uur door [verdachte] is verstopt bij de stopplek van de auto en daar om 03.41 uur weer is opgehaald om vervolgens de explosie te veroorzaken. In de tussenliggende tijd hebben [medeverdachte 2] en [verdachte] in Hoefen Haag vermoedelijk de voorverkenning gedaan voor de explosie.
Op 29 juli 2022, om 04.37 uur, worden [medeverdachte 2] en [verdachte] weer afgezet bij hun scooter door de [kenteken] en heeft [verdachte] de plastic tas weer bij zich als hij vanaf de auto naar de scooter loopt. Het blijkt om een plastic tas van de Albert Heijn te gaan.
Uit bovenstaande is het aannemelijk dat de explosieven die gebruikt zijn op de [adres] in [woonplaats] door de bestuurder van de Volkswagen Golf ( [kenteken] ) zijn overgedragen aan [verdachte] die ze vervolgens in [woonplaats] heeft "koud" gelegd. Vervolgens is er door [medeverdachte 2] en [verdachte] een voorverkenning gedaan waarop de explosieven weer opgehaald zijn om vervolgens de explosie te veroorzaken op de [adres] in [woonplaats] .
Bewijsmiddelen ten aanzien van explosie 3 juli 2022
-
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] , proces-verbaal van verhoor van 8 september 2022, zakelijk weergegeven [13] :
Alleen ik gebruik de Audi A1. Mijn telefoonnummer is [telefoonnummer] .
-
Proces-verbaal van bevindingen, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [14] :
Op 3 juli 2022, te 03.40 uur, kregen wij de opdracht te gaan naar de [adres] te [woonplaats] . Ik zag dat er brokstukken naast het chalet op de grond lagen. Toen wij dichterbij kwamen zag ik dat er een krater van 30 bij 30 centimeter onder het schuifhek aan de voorzijde van het chalet te zien was. Ik zag dat er een lang zwartkleurig elektradraad vanaf het chalet tot enkele meters voor het chalet op de grond lag. Ik zag dat de brokstukken die voor het chalet op de grond lagen hoorden bij de toegangspoort en hekwerk van het chalet van nummer 17. Ik zag dat de ruit rechts naast de voordeur stuk was maar geen beschadigingen zaten aan de voordeur van het chalet. Ik hoorde de mensen die buiten stonden kort verklaarden dat zij een gigantische explosie hoorden
.
-
Een rapport van het NFI, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [15] :
1. Wat was de explosieve lading?
Het chemisch sporenbeeld past bij een ontploffing van een explosieve lading op basis van in ieder geval kaliumperchloraat en aluminium(poeder). Mengsels met deze samenstelling zijn nader te typeren als 'flitspoeders'.
2. Hoe was de constructie opgebouwd?
De stukjes onregelmatig gevormde zwarte tape met schroeischade hebben zich waarschijnlijk dicht tegen de explosieve lading aan bevonden toen deze ontplofte. Daarnaast zijn er restanten gevonden van de (blauwe) sluitstrip van een gripzak. Deze fragmenten hebben mogelijk onderdeel uitgemaakt van de container waarin de explosieve lading bestaande uit flitspoeder heeft gezeten. Mogelijk heeft het flitspoeder dus in een met zwarte tape omwikkelde gripzak gezeten. Het elektrasnoer duidt op een elektrische ontsteker. Vaak worden elektrische ontstekers met lange elektriciteitsdraden gebruikt om voor de gebruiker/plaatser van de bom een veilige afstand te creëren op het moment van de beoogde ontploffing. Wanneer de uiteinden van de elektriciteitsdraden tegen de polen van een stroombron worden gehouden, zal de elektrische ontsteker de explosieve lading op basis van flitspoeder tot ontploffing brengen.
3. Wat was de gevaarzetting?
De materiele schade veroorzaakt door de explosieve constructie bij de woning in [woonplaats] duidt op een hoeveelheid ontplofte explosieve lading van enkele honderden grammen flitspoeder. Bij een ontploffing van een dergelijke hoeveelheid flitspoeder is materiële schade een gegeven. Op de foto's van de plaats delict is zichtbaar dat in ieder geval tuintegels, een toegangshek en een vuilniscontainer zwaar beschadigd zijn geraakt door de explosie.
-
Een proces-verbaal van bevindingen uitkijken camerabeelden [adres] explosie 3 juli 2022, van 10 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [16] :
In onderzoek Sfinx is op donderdag 7 juli 2022 een video recorder in beslag genomen op de [adres] waarop de camerabeelden werden opgeslagen van de vijf beveiligingscamera's die op en rond het genoemde chalet waren bevestigd. De tijdstippen die in dit proces- verbaal genoemd worden betreffen de tijden zoals die zijn weergeven op de camerabeelden.
Camera 5:
Om 02:51:20 zie ik een donkerkleurige bromfiets rijden. Ik zie dat de genoemde bromfiets geen verlichting heeft aan de voorzijde en dat er twee personen op deze bromfiets zitten De bromfiets rijdt over het weg gedeelte aan de linkerkant van het beeld in de richting van [adres] . Ik zie dat de bromfiets voor het hek aan de voorzijde van [adres] langs rijdt.
Camera 4:
Ik zie dat de bromfiets voor het hek aan de voorzijde van het chalet stopt. Ik zie dat de bijrijder is afgestapt en dat de bestuurder met de bromfiets achteruit beweegt en zo draait dat de neus van de bromfiets in de richting van de ingang/uitgang van het chaletpark wijst. Ik zie de bijrijder van links naar rechts langs het genoemde hek lopen. Ik zie dan dat de bijrijder naar hek toe loopt en dan naar bromfiets loopt en hier weer achterop stapt.
Camera 5:
Op het beeld van camera 5 is te zien dat om 02:52:31 uur een persoon uit een tuin aan de linkerkant van het beeld komt gelopen. Ik zie de bromfiets dan wegrijden in de richting van de ingang/uitgang van het chaletpark. Om 02:53:25 is deze bromfiets de slagboom gepasseerd en rijdt deze rechts de [straat] op.
Camera 5: Om 03:37:12 zie ik een bromfiets aankomen, ik zie dat deze bromfiets vanaf de [straat] het chaletpark op rijdt. Ik zie dat de bromfiets geen verlichting heeft aan de voorzijde en dat er twee personen op deze bromfiets zitten. De bromfiets rijdt over het weg gedeelte dat op de linkerkant van het beeld zichtbaar is, in de richting van [adres] . Ik zie aan de hand van het signalement dat dit dezelfde bestuurder en bijrijder betreffen als eerder beschreven. Ik zie dat de bijrijder een voorwerp in zijn linkerhand draagt, waarbij het er op lijkt dat hier een opgerolde kabel bij zit.
Camera 4:
Ik zie dat er een zwart voorwerp onder het hek door de tuin in wordt geschoven.
Camera 5:
Op het beeld van camera 5 zie ik dat wanneer de bijrijder weg loopt vanaf het hek, een kabel/draad vast heeft in zijn handen. Ik zie dat de bijrijder gebukt zit en met zijn linkerhand de kabel/draad drukt in iets dat hij in zijn rechterhand vast houdt.
Camera 4:
Op het beeld van camera 4 zie ik dat het daar geplaatste voorwerp om 03:38:11 uur ontploft.
Camera 5:
Op het beeld van camera 5 is te zien dat de bijrijder, direct na de ontploffing, naar de bromfiets toe rent en achterop springt.
Door de rook die ontstaat na de ontploffing is vervolgens enkel het achterlicht van de bromfiets zichtbaar. Ik zie dat dit achterlicht beweegt in de richting van de ingang/uitgang van het chaletpark.
-
Proces-verbaal van bevindingen reisbewegingen ANPR kenteken [kenteken] op 3 juli en 29 juli 2022 rondom explosies in respectievelijk Tienhoven en [woonplaats] , van 1 september 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [17] :
In het onderzoek naar de explosie in [woonplaats] op 3 juli 2022 is er onderzoek gedaan naar de kentekenregistraties van de trajectcontrole op de A2 en de N230 om te zien welke voertuigen opvallende reisbewegingen maken. Daarbij is er gekeken naar welke voertuigen in de richting van [woonplaats] rijden voorafgaand aan de eerste keer dat de scooters het terrein van het chaletpark aan de [adres] te [woonplaats] oprijden. Ook is er gekeken naar welke voertuigen wegrijden van [woonplaats] wegrijden na de explosie op het chaletpark. Hieruit kwamen een aantal kentekens die zowel heen als terug rijden. Voornamelijk het kenteken [kenteken] , dat gekoppeld is aan een Audi A1, viel op omdat deze ook heen en weer op de N230 rijdt nadat de verdachten op de scooter na een eerste poging wegrijden en voordat de verdachten terugkomen voor de tweede poging. Daarnaast valt het op dat de Audi A1 op de terugweg over de N230 met hoge snelheid rijdt (heen 101,8 km per uur en terug 152,8 km per uur, gemiddeld 79-102 km/uur).
Voorafgaand aan de explosie in [woonplaats] op 3 juli 2022 en de reisbewegingen van de [kenteken] op de N230, was er een beweging van het voertuig op de A4 richting [woonplaats] (vanaf Leiden gezien). In [woonplaats] werd het kenteken 2 maal geregistreerd op de Vlaardingenlaan en daarna op de Ookmeerweg richting Badhoevedorp.
Om 02:30:09 wordt het kenteken geregistreerd op traject controle van de N230 rijdende vanaf de A2 en rijdende in de richting van Overvecht. Om 02:32:42 uur komt het voertuig langs het laatste punt van de traject controle op de N230 nabij hectometerpaal 5.3. Volgens de routeplanner van Politie Atlas is het vanaf dat punt 2,84 km en 4 minuten rijden naar de [adres] te [woonplaats] . In proces-verbaal met documentcode JM460 met betrekking tot de camerabeelden van de slagboom van het chaletpark aan de [adres] te [woonplaats] wordt beschreven dat er op 3 juli 2022 omstreeks 02:50 een scooter met gedoofde lichten met daarop 2 personen het park op komt rijden. Rond 02:53 uur rijdt de scooter weer van het terrein weg. Om 02:57:30 uur wordt de Audi met kenteken [kenteken] weer geregistreerd op de trajectcontrole van de N230 in de richting van de A2. Om 03:00:57 rijdt de Audi voorbij het laatste registratiepunt van de trajectcontrole ter hoogte van hectometerpaal 1.0. Vanaf het begin tot einde van de trajectcontrole doet de Audi er zo'n 207 seconden over. Zo'n 6 minuten later om 03:07:27 rijdt de Audi weer de trajectcontrole N230 op ter hoogte van hectometerpaal 1.0 in de richting van Overvecht. Om 03:10:26 rijdt het voertuig het laatste punt van de trajectcontrole voorbij. Van begin tot eind doet de Audi er dit keer 179 seconden over. In proces-verbaal met documentcode JM460 staat beschreven dat er rond 03:36 uur een scooter zonder verlichting met twee personen het chaletpark op komt rijden. Rond 03:38 uur rijdt de scooter weer van het terrein af. Om 03:41:01 uur rijdt de [kenteken] weer op de N230 ter hoogte van hectometerpaal 5.3 in de richting van de A2. Om 03:42:43 uur rijdt de Audi het laatste punt op de trajectcontrole voorbij ter hoogte van hectometerpaal 1.0. Opvallend is dat de Audi dit keer een stuk sneller heeft gereden, de Audi doet er van het begin tot het einde van de trajectcontrole 102 seconden over. Vervolgens wordt het voertuig om 03:43:58 uur geregistreerd op de trajectcontrole op de A2 ter hoogte van Maarssen in de richting van Amsterdam. Vervolgens wordt het voertuig langs diverse punten op de trajectcontrole geregistreerd ter hoogte van Breukelen, Vinkeveen en als laatste om 03:51 :05 uur bij Abcoude. Na de laatste registratie op de A2 in de richting van Amsterdam komt het kenteken om 04:17:45 terug op een camera op de AA4 in de richting van Amsterdam bij hectometerpaal 11,3 (ter hoogte van Hoofddorp).
-
Proces-verbaal van bevindingen 1e bevindingen telefoonnummer [telefoonnummer] , van 29 juli 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [18] :
De locatiegegevens van 3 juli 2022 omtrent de Audi A1 met het kenteken [kenteken] en de geregistreerde cellid locaties van het telefoonnummer [telefoonnummer] van 3 juli 2022 zijn vergeleken.
Uit deze tijdlijn is op te maken dat het zeer aannemelijk is dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] zich op 3 juli 2022 tijdens de bovengenoemde tijdstippen heeft verplaatst met de Audi A1 voorzien van het kenteken [kenteken] .
-
Een proces-verbaal van bevindingen PV overzicht [medeverdachte 1] , voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [19] :
Gesprek tussen beller [telefoonnummer] en gebelde [telefoonnummer] t.n.v. [A]
Datum 6 september 2022 17:39:52
[A] : Je hebt een eh zware boete gemaakt het gaat misschien je rijbewijs kosten.
[A] : Was ergens in januari.
[medeverdachte 1] : Oh dat is wel heel erg ja.
[A] : Nou je ging 60 kilometer te hard.
[A] : 3 juli om kwart voor vier ’s nachts.
[medeverdachte 1] : Jeetje. Dat is wel echt een groot probleem.
-
Proces-verbaal van bevindingen OVC […] -Audi [kenteken] – 06-09-22, van 8 september 2022 voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [20] :
Op 6 september 2022 werden de navolgende OVC (in auto) bestanden/gesprekken opgenomen en uitgewerkt.
OVC Bestandnummer 13725-13726 (volgens p. 804 call log Iphone 13 is dit een gesprek met [contact] ), rond 21.00 uur:
[medeverdachte 1] : Want mensen, mensen, hebben dikke buit gemaakt en chillen in het buitenland en ik heb maar 1K gekregen. Maar beter zeg ik niks maar omdat ik gun, ik gun mijzelf niet dat ik mijn rijbewijs kwijt raak.
OVC bestand 13728 en 13729 (volgens p. 804 [21] call log Iphone 13 is dit een gesprek met [contactnaam medeverdachte 2] , telefoonnummer [telefoonnummer] ), 21.15 uur:
[A] : Maar jij hoeft toch ook niet te zeggen dat je hebt gereden.
[medeverdachte 1] : Ja maar ik heb gezegd al tegen die andere .. van luister als ik ga, dan ga ik zeggen ik heb iemand leren kennen met uitgaan en hij wou in mijn auto rijden want hij had gewoon een rijbewijs. Ik mag niet rijden en hij wel.
[A] : Ja... (onverstaanbaar) dan zeg je. Ik heb een onenightstand gehad met diegene en die ken ik niet.
[medeverdachte 1] : Ja ik ga gewoon zeggen hij heeft bij mij geslapen en hij wist dat ik een auto en hij kon rijden. dat ga ik zeggen. Alleen maar..de Politie. De rechter gaat zeggen ja maar we moeten toch de verantwoordelijkheid op iemand leggen. Hè ja.
[medeverdachte 1] : Ok dus de eigenaar..ja maar mijn ex-man is helemaal para geworden. En die, als hij de boete krijgt. Is het geen probleem en dan betaal ik dat. Dat is geen probleem. daar gaat het ook om.
[A] : Nee wij betalen die.
[medeverdachte 1] : Sowieso betaal jij die. Wie moet die dan betalen dan ..... (Tolk) (Tolk GEH1711, Marokkaans 21:19:06 vertaald: " Lahmidou (fon.) uit Ain Souk of zo?") Sowieso betalen we die. Jullie hebben gekke buit gemaakt en ik zit hier kankerbitch in nederland. Als een kankerhoertje. En jullie zitten ... (TOLK) (Tolk GEH1711,Marokkaans 21:19:23 vertaald: " te dansen") daar in Marokko.
[A] : Ja.ja. N: Is niet erg. Jullie zitten daar en jullie zien mij als de clown.
[A] : Wat lul jij allemaal, wat lul je allemaal. ... (TOLK) (Tolk GEH1711, Marokkaans 21:19:34 vertaald: "Moet ik jou wat zeggen? Moet ik jou wat zeggen? )
[medeverdachte 1] : Wat wil je zeggen.
[A] : Heb ik jou ooit benaderd voor iets?
[medeverdachte 1] : Wat?
[A] :. Heb ik jou ooit benaderd?
[medeverdachte 1] : Heb je mij ooit be, Nee ik heb jou benaderd. Ok
[A] : Ok. Dankjewel.
-
Proces-verbaal van bevindingen, van 8 december 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [22] :
Uit bovenstaande blijkt dat:
[medeverdachte 2] staat ingeschreven op een adres dat ligt in de directe omgeving van de
thuismast van [telefoonnummer] ;
de gebruiker van [telefoonnummer] contact heeft met personen waarmee [medeverdachte 2] meermalen is gecontroleerd;
[medeverdachte 2] zich op 27 juni 2022 omstreeks 11:30 in een voertuig bevond op de snelweg A27 nabij Groninchem en in zuidelijke richting bewoog (linker rijbaan);
[telefoonnummer] op 27 juni omstreeks 11:35 Cell ID's gebruikte nabij Gorinchem en een reisbeweging in zuidelijke richting maakte.
Alle bovenstaande bevindingen leiden tot het vermoeden dat de gebruiker van telefoonnummer [telefoonnummer] is: [medeverdachte 2] , geboren [1999] te [geboorteplaats] .
-
Proces-verbaal van bevindingen iPhone X [straat] 25 oktober 2022, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven [23] :
In de Iphone 13 stonden gesprekken tussen [medeverdachte 1] en [telefoonnummer] met schermnaam [schermnaam 1] . Op 18 mei 2022 stuurde [schermnaam 1] een schermafbeelding waarop een Whatsapp gesprek te zien was met iemand met de schermnaam [schermnaam 2] . Die vraagt om het nummer of de snap van [medeverdachte 1] . [schermnaam 1] noemt de naam [medeverdachte 2] . [medeverdachte 1] vraagt later: “Wat zei [medeverdachte 2] ?” Waarop [schermnaam 1] zegt: “Hij zei geef er werk. Geef nummer van [medeverdachte 1] . Heb er nodig. Ze gaat blij zijn. Verdienen dus.”

Voetnoten

2.Wanneer hierna wordt verwezen naar paginanummers betreft dit pagina’s van op ambtseed of ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal. Deze processen-verbaal zijn als bijlagen opgenomen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van 16 mei 2023, genummerd 2022191882, opgemaakt door politie Eenheid Midden-Nederland, doorgenummerd pagina 1 tot en met 2507. Tenzij anders vermeld, zijn dit processen-verbaal in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
3.Pagina’s 1130-1132.
4.Pagina’s 1122-1123.
5.Pagina’s 1647-1674.
6.Pagina’s 1174-1175.
7.Proces-verbaal van 15 maart 2023, genummerd PL0900-2022190653, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, werkzaam bij politie Eenheid Midden-Nederland, pagina’s 127-137.
8.Pagina’s 1284-1286.
9.Pagina’s 715-720.
10.Pagina’s 1238-1241.
11.Pagina’s 1248-1251.
12.Pagina’s 2507-2515.
13.Pagina 1846.
14.Pagina’s 382-384.
15.Pagina’s 906-908.
16.Pagina’s 388-395.
17.Pagina’s 715-720.
18.Pagina’s 738-741.
19.Pagina’s 774-784.
20.Pagina’s 753-759.
21.Proces-verbaal van bevindingen, pagina’s 801-807.
22.Pagina’s 1488-1492.
23.Pagina’s 482-484.