Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks3 november 2022 te ‘s-Heerenberg, opzettelijk
en/of een vuurpijl
en/of een (brandend) voorwerp door een ruit van de voordeur
en/of door de brievenbus
en/ofin de woning aan [adres] te gooien en/of op de voordeur te plakken van de woning aan de [adres] waardoor in de gang van voornoemde woning brand is ontstaan, en
/of
geheel ofgedeeltelijk is verbrand
, in elk geval brand is ontstaan,
/of één of meerandere belendende woning(en), in elk geval gemeen gevaar voor goederen en
/oflevensgevaar voor
[benadeelde partij 1] en/oféén of meer bewoner(s) van voornoemde belendende woning(en), in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
[benadeelde partij 1] en/oféén of meer bewoner(s) van voornoemde belendende woning(en), in elk geval gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te duchten was.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 21/00663-18)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
36 maanden;
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] van € 353,95 aan materiële en € 2.000,00 aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde partij 1] , een bedrag te betalen van € 353,95 aan materiële en € 2.000,00 aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 45 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;