ECLI:NL:RBAMS:2023:3883

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 juni 2023
Publicatiedatum
22 juni 2023
Zaaknummer
13/007866-23 (A), 15/338174-22 (B), 13/114606-23 (C)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 22-jarige man voor het veroorzaken van explosies en witwassen

Op 22 juni 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een 22-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar. De man was verantwoordelijk voor twee explosies in Amsterdam, waarbij hij in opdracht en tegen betaling een hulppersoon ronselde. De eerste explosie vond plaats bij een woning, waar een vuurwerkbom werd geplaatst, wat leidde tot aanzienlijke schade en gevaar voor de bewoners. De tweede explosie vond plaats in een Mercedes-Benz, die volledig uitbrandde. De rechtbank concludeerde dat de man een coördinerende rol had bij beide ontploffingen en daarnaast betrokken was bij het witwassen van € 103.000,- en een Rolex-horloge. De rechtbank baseerde haar oordeel op chatberichten en getuigenverklaringen, die de betrokkenheid van de man bij de misdrijven bevestigden. De rechtbank oordeelde dat de explosies niet alleen materiële schade veroorzaakten, maar ook een ernstige bedreiging vormden voor de veiligheid van omwonenden, vooral gezien het feit dat de explosies plaatsvonden in de nachtelijke uren. De man werd schuldig bevonden aan het medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, witwassen, en het voorhanden hebben van een vuurwapen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/007866-23 (A), 15/338174-22 (B), 13/114606-23 (C)
Datum uitspraak: 22 juni 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaken tegen:
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortdag] 2000,
wonende op het adres [adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in het [naam JC] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 8 juni 2023.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A, zaak B en zaak C aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B.S. Selier en van wat verdachte en zijn raadsman mr. B. Hartman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt – kort samengevat – beschuldigd van de volgende strafbare feiten:
Zaak A:
1.
het op 28 december 2022 in Amsterdam medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen bij een woning aan de [adres] , terwijl daarvan levensgevaar voor anderen en gemeen gevaar voor goederen te duchten was;
2.
het in de periode van 10 december 2022 tot en met 13 december 2022 in Amsterdam medeplegen van witwassen van € 103.000,- en van een Rolex horloge;
Zaak B:
het op 28 december 2022 in Koog aan de Zaan medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie;
Zaak C:
het op 28 december 2022 in Amsterdam medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen in een Mercedes-Benz met het kenteken [kenteken] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was, subsidiair de medeplichtigheid daaraan en meer subsidiair het medeplegen van vernieling.
De volledige tekst van de tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich aan de hand van zijn schriftelijk requisitoir op het standpunt gesteld dat de in zaak A onder 1. en 2., in zaak B en in zaak C primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aan de hand van zijn pleitnotities vrijspraak bepleit van het in zaak B (verboden wapenbezit) ten laste gelegde, nu uit het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van het vuurwapen of beschikkingsmacht daarover en evenmin kan worden gesproken van medeplegen.
Ten aanzien van feit 1 in zaak A (het veroorzaken van een ontploffing bij een woning) heeft de raadsman partiële vrijspraak verzocht voor de strafverzwarende omstandigheid dat levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel te duchten was.
Ook voor feit 2 in zaak A (witwassen) moet vrijspraak volgen, omdat het enige bewijs hiervoor bestaat uit chatberichten, die steeds uit dezelfde bron komen, en er verder geen concrete ondersteuning bestaat voor deze witwasbeschuldiging.
De raadsman vindt ten slotte dat verdachte integraal moet worden vrijgesproken van het hem in zaak C ten laste gelegde (het veroorzaken van een ontploffing in een voertuig). Verdachte ontkent betrokkenheid bij de brandstichting in de Mercedes-Benz. Alhoewel er misschien aanwijzingen zijn dat verdachte van deze brandstichting afwist, bestaat er onvoldoende bewijs dat hij daarbij zelf betrokken was.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Feiten en omstandigheden
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Zaak B (verboden vuurwapenbezit)
Op 28 december 2022 om 02:42 uur hebben verbalisanten van de politie-eenheid Noord-Holland (team Zaanstreek Waterland) op de A8, ter hoogte van de afslag Purmerend, de bestuurder van een Audi A1, kenteken [kenteken] , gecontroleerd vanwege opvallend rijgedrag. In het voertuig bleken twee personen te zitten: verdachte als bestuurder en [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) als passagier. Nadat bij [medeverdachte] een keukenmes in de broeksband werd aangetroffen, werd het voertuig aan een controle op basis van de Wet wapens en munitie onderworpen. Daarbij werd, direct na het openen van het linkerachterportier, achter de bestuurdersstoel een voor een ieder zichtbaar (naar later bleek: geladen) handvuurwapen aangetroffen. Hierop zijn beide verdachten aangehouden vanwege vuurwapenbezit. Na onderzoek bleek het pistool een samengesteld Glock-pistool en geschikt om kogels mee af te schieten. Het was voorzien van een uitneembaar patroonmagazijn, gevuld met veertien 9x19 mm patronen. Deze munitie is qua kaliber geschikt om verschoten te worden met dit pistool. Het pistool was in de aangetroffen staat geladen. [2]
Op basis van onderzoek aan de na zijn aanhouding onder verdachte in beslag genomen telefoon, volgt dat verdachte die nacht voor zijn aanhouding een chatbericht heeft verzonden ‘
Er sijn Glocks gen 5’. [medeverdachte] blijkt tussen 02:43 en 02:52 uur, en dus tussen het krijgen van het stopteken en zijn aanhouding de volgende berichten naar zijn vriendin te hebben gestuurd: ‘
We krijgen stop telem. We worden geveegd. Hij heeft p in zn waggie’. [3] [4] [5]
Zaak A, feit 1 (ontploffing aan de [adres] )
De rechtbank stelt op basis van de volgende feiten en omstandigheden vast, dat zowel verdachte als medeverdachte [medeverdachte] diezelfde nacht kort daarvoor ook betrokken waren bij een ontploffing bij een woning in Amsterdam-Noord.
Op 28 december 2022 omstreeks 02:37 uur kreeg de politie een melding om te gaan naar het adres [adres] waar een vuurwerkbom zou zijn afgegaan bij een woning. Ter plaatse zag de politie dat het raam naast de voordeur van de woning aan de [adres] vernield was en dat sprake was van roet. Verder zagen de verbalisanten voor de woningen aan de [adres] een verbrand plastic flesje en een deels verbrande Action-tas liggen. In de woning lag gebroken glas en het rook er naar diesel of wasbenzine. De bewoner, [naam bewoner] , bleek over camerabeelden via ‘de ring deurbel’ te beschikken die de verbalisanten vervolgens ter plaatse hebben bekeken. Op die beelden zagen zij dat een persoon aan kwam lopen met een tasje van winkelketen Action en dat hij dit tasje aan de voordeur hing.
Diezelfde persoon bleef vervolgens een paar seconden bij de tas staan en liep daarna weg, waarna het tasje op de grond viel. Vervolgens zagen de verbalisanten een grote flits en kort daarna een brand van ongeveer vijf seconden. Het gelaat van deze persoon zou goed te zien zijn op de beelden en zijn signalement werd genoteerd. De restanten van het plastic flesje en de Action-tas zijn inbeslaggenomen. [6]
[naam bewoner] heeft als bewoner van de benedenwoning aan de [adres] aangifte gedaan en verklaard dat zijn vrouw, [naam vrouw bewoner] , en hij die dag rond 02:35 uur wakker werden van een enorme knal. Toen hij bij het raam ging kijken, rook hij opeens een diesellucht. Op de vloer van de eetkamer lag heel veel glas en aangever zag de schade die de ontploffing had veroorzaakt. [7] In de woning waren na de explosie bruin/zwart geroete glasscherven te zien. [8] Recht boven aangever en zijn vrouw woont een gezin met vier kinderen. [9]
Uit onderzoek is gebleken dat de straat [adres] alleen bereikbaar is via de straat de Lange Vlonder, waaraan de personeelsingang van een Dekamarkt is gevestigd. [10] Bij die personeelsingang hangt een camera. Tegenover de personeelsingang, aan de overkant van de straat, zijn parkeervakken. Op basis van de beschrijving van de camerabeelden van de personeelsingang en de camerabeelden van de [adres] van de nacht van 28 december 2022 stelt de rechtbank het volgende vast.
Om 02:24 uur reed een donkerkleurige Audi A1 in de richting van de [adres] . Om 02:27 uur kwam de donkerkleurige Audi A1 terugrijden uit de richting van de [adres] en kwam die tot stilstand ter hoogte van de personeelsingang van de Dekamarkt. [11] Om 02:28 uur begon de bestuurder van de Audi A1 het voertuig achteruit te rijden. Daarbij was het kenteken, [kenteken] , goed leesbaar. [12] Vervolgens parkeerde de bestuurder de Audi A1 achteruit in een parkeervak en stapten twee personen uit het voertuig. De bestuurder, NN1, liep vervolgens linksaf in de richting van de personeelsingang van de Dekamarkt en de passagier, NN2, liep rechtsaf in de richting van de [adres] . [13]
De bestuurder had een donkerkleurige gewatteerde jas aan met een witkleurig logo van het merk ‘The North Face’. [14] Om 02:32 uur kwam de bestuurder met een mobiele telefoon in zijn hand teruglopen in de richting van de geparkeerde Audi A1 en ging hij weer in de auto zitten.
Om 02:35 uur kwam bij de woning aan de [adres] de passagier van de Audi A1 in beeld lopen. Hij droeg een donkerblauwe Nike jas, een grijze trainingsbroek en was brildragend. [15] Verder had hij een witte tas van de Action bij zich. [16] Eenmaal bij de woning ontstak hij iets in de tas waarna hij wegrende. [17] De witte tas begon te ontbranden en er volgde een flinke knal waardoor het beeld blauw werd. Daarna waren grote vlammen te zien aan de voorzijde van de woning aan de [adres] . [18] Op de beelden van de Dekamarkt kwam de passagier vervolgens om 02:36 uur vanuit de richting van de [adres] aan rennen en stapte hij de auto in. Daarna reed de bestuurder met hoge snelheid weg. [19]
Uit onderzoek is gebleken dat het kenteken [kenteken] bij een Audi A1 sportback, bruin van kleur hoort, en deze op naam staat van [naam 1] , geboren op [geboortedatum] en wonend op de [adres] . Verdachte heeft later verklaard dat deze auto van zijn vader is. [20] Dit voertuig is enkele minuten later, zie de vaststellingen hierboven onder zaak B, om 02:42 uur, op de A8 door verbalisanten waargenomen ter hoogte van de afslag Purmerend. Dit was bij normaal rijgedrag op ongeveer 8 minuten rijafstand van waar het voertuig eerder tegenover de Dekamarkt stond geparkeerd.
De verbalisanten van het onderzoeksteam dat de explosie aan de [adres] onderzocht (rond 02:35 uur) hebben vervolgens naar de bodycam-beelden van de controle enkele minuten later (02:42 uur) gekeken en herkenden, verdachte als NN1, de bestuurder, en [medeverdachte] als NN2, de passagier op de camerabeelden van de Dekamarkt en van de [adres] . Die herkenning vond mede plaats op basis van de kleding die verdachte en [medeverdachte] droegen. Verdachte droeg ten tijde van zijn aanhouding een gewatteerde jas van het merk ‘The North Face’. [medeverdachte] droeg kleding die overeenkwam met die van NN2.
Onderzoek aan verdachte’s telefoon
Na aanhouding van verdachte en [medeverdachte] , als gevolg van het aantreffen van een vuurwapen in de auto, is onder verdachte een Apple iPhone 8 in beslag genomen en onder [medeverdachte] een Apple iPhone 12. [21]
Uit de locatiegegevens van verdachte’s iPhone, blijkt dat zijn telefoon vanaf 02:25:33 uur tot 02:26:44 uur GPS-coördinaten heeft opgeslagen rondom de [adres] . [22]
Verder zijn op verdachte’s telefoon verschillende chats aangetroffen via de applicatie Threema en de applicatie Snapchat. Omdat verdachte ook zelf heeft verklaard gebruiker van de iPhone 8 te zijn, [23] stelt de rechtbank vast dat hij binnen de applicatie Threema kan worden geïdentificeerd als gebruiker “ [gebruiker] ” en als “ [gebruiker] ” en als “ [gebruiker] ” op Snapchat. [24] Op basis van onderzoek aan de onder [medeverdachte] in beslaggenomen telefoon, stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte] in de applicatie Snapchat communiceert als “ [gebruiker] ”. [25]
Verdachte communiceert binnen Threema onder andere met ‘ [gebruiker] ’ (hierna: [gebruiker] ). [gebruiker] kan, op basis van de inhoud van de berichten, worden geïdentificeerd als [naam 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] , hierna: [naam 2] . [26]
In de chatberichten is de tijdweergave in UTC+0 vermeld. In werkelijkheid is het in de tijdzone waar Amsterdam onder valt in de winter UTC+1 één uur later dan de UTC tijdweergave in de chats. [27] In het navolgende wordt steeds uitgegaan van de
werkelijkeNederlandse tijd.
Inhoud chatberichten
Op de inbeslaggenomen telefoon van verdachte zijn chatgesprekken aangetroffen in de applicatie Threema tussen verdachte en [naam 2] . Op 27 december 2022 en op 28 december 2022 zijn berichten verstuurd die gelinkt kunnen worden aan de explosie bij [adres] . Op 28 december 2022 zijn vanaf 00:51:01 uur chatberichten verzonden, waarbij onder andere door verdachte een foto van een bom/explosief is gestuurd. [28]
Verder schrijft verdachte een dag eerder, op 27 december 2022 om 18:42 uur, aan [naam 2] dat hij ‘ [bijnaam] ’ heeft gezien in Noord. [29] Uit de politie-informatiesystemen blijkt dat [bijnaam] de bijnaam of artiestennaam is van [naam 3] . Op het adres [adres] staat [naam 4] ingeschreven. [naam 4] is de nicht van [naam 3] alias rapper ‘ [bijnaam] ’. [30] [naam 2] heeft vastgezeten met [naam 3] . [31] De rechtbank houdt het voor mogelijk dat verdachten zich hebben vergist bij het plaatsen van het explosief. De voordeuren van de woningen [adres] en [adres] staan haaks op elkaar. [32]
[naam 2] schreef om 18:43:13 uur naar verdachte ‘
Dan wat ga hem pakken’ en tussen 18:50:31 uur en 18:51:14 uur de berichten ‘
Blaas op die auto desnoods. 7k been. Of hem raken alleen. En 5 op auto bossen’. [33] Om 19:18:02 uur schreef verdachte aan [naam 2] ‘
Hij kwam alleen uit die osso’ en om 19:19:31 uur schreef [naam 2] ‘
Hij moest al gevuurd worden’. [34]
Om 19:41:56 uur schreef verdachte aan [naam 2] dat hij ‘
iemand kan zetten om die osso te bossen’. [35] Die nacht, op 28 december 2022, om 00:51:01 uur stuurde verdachte het bericht ‘
Nu omw ze osso’, om 00:51:04 uur het bericht ‘
Je hoort me zo’ en om 00:59:53 uur een foto van een Cobra 6, illegaal knalvuurwerk. [36] Enkele minuten na de ontploffing op de [adres] volgde het bericht ‘
gefixt’ van verdachte aan [naam 2] . [37]
Uit onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte] is gebleken dat er op 27 december 2022 ook Snapchatgesprekken zijn gevoerd tussen hem en verdachte (hier de gebruiker ‘ [gebruiker] ’). In deze gesprekken lijken zij ergens af te spreken en te bespreken dat [medeverdachte] later in de avond opgehaald wil worden door verdachte. Uit het gesprek valt op te maken dat verdachte een of meer Cobra’s 6 heeft geleverd aan [medeverdachte] . Verdachte stuurt die avond namelijk: ‘
1c6 is genieb tocj - of moet ik 2 zetten’. Vermoedelijk vraagt hij hiermee of één Cobra 6 volstaat of niet. [medeverdachte] reageert hierop met ‘2’. De rechtbank acht dit van belang, omdat er vermoedelijk twee stuks Cobra 6 vuurwerk zijn gebruikt bij de aanslag op [adres] . De rechtbank gaat ervan uit dat de conversatie over het leveren van Cobra 6 vuurwerk gaat en dat verdachte, de persoon is die de Cobra 6 heeft geleverd aan [medeverdachte] .
[medeverdachte] stuurde op 27 en 28 december 2022 berichten naar zijn vriendin [naam vriendin] [38] en schreef daarin dat hij voor het leggen van een bom 2k ontvangt en voor een
legday4. Hieruit maakt de rechtbank op dat het leggen van een bom of het beschieten van een persoon in het been in opdracht werd uitgevoerd tegen een geldelijke beloning. [39]
Uit de aanwezigheid van verdachte en [medeverdachte] ter plaatse, in samenhang bezien met de inhoud van de chatberichten, maakt de rechtbank dan ook op dat verdachte en [medeverdachte] in opdracht van [naam 2] , tegen een geldelijke beloning, een vuurwerkbom lieten ontploffen bij de woning aan de [adres] op 28 december 2022 omstreeks 02:35 uur. Verdachte kreeg de opdracht rechtstreeks van [naam 2] en betrok op zijn beurt [medeverdachte] bij de uitvoering van die opdracht.
Volgens een deskundigenverklaring van het Nederlands Forensisch Instituut levert een ontploffing van een Super Cobra 6 gevaar op voor personen en goederen die zich nabij de ontploffende Cobra 6 bevinden. Wanneer een Super Cobra 6 direct tegen een voorwerp aan ontploft, zal dit het voorwerp vrijwel altijd beschadigen. [40]
Zaak C (ontploffing in Mercedes-Benz)
Op 28 december 2022 om 01:36 uur is op de Alexander Dumaslaan in Amsterdam een zwarte personenauto van het merk Mercedes-Benz, type E 220 met kenteken [kenteken] uitgebrand. Verbalisanten ter plaatse stellen vast dat de auto een ingeslagen ruit had. Van deze brandstichting is aangifte gedaan door [naam 5] , waarbij tevens een foto van de uitgebrande auto is gevoegd. [41]
In de chatberichten tussen [medeverdachte] en zijn vriendin ziet de rechtbank aanwijzingen dat hij, voorafgaand aan de explosie aan de [adres] , ook betrokken was bij deze explosie. Tussen 01:38:46 uur en 01:39:08 uur (wederom weergegeven in de werkelijke Nederlandse tijd) stuurt [medeverdachte] namelijk de volgende berichten aan [naam vriendin] : ‘
Bos die raam. Gooi het erin. Ik ren kanker hard. Ik hoor een keiharde knal. Alle auto’s gaan af’. Om 01:44:20 uur schrijft [medeverdachte] ‘
Op naar de volgende’, om 02:40:22 uur schrijft hij ‘
Klaar’, om 02:40:36 uur schrijft hij ‘
Hele buurt was wakker geworden’ en om 02:40:55 uur schrijft [medeverdachte] het bericht ‘
Maar die deur cam heeft me wel vies gevonden’. [42] Zoals uit het voorgaande volgt, heeft de explosie aan de [adres] die nacht rond 02:35 uur plaatsgevonden, waarbij [medeverdachte] door de ‘ring deurbel’ is gefilmd.
Steun voor [medeverdachte] ’s betrokkenheid bij deze brandstichting vindt de rechtbank verder in een op de telefoon van [medeverdachte] aangetroffen filmbestand. Daarop is te zien is dat vanaf de achterbank van een rijdende auto wordt gefilmd door de voorruit en daarbij op straat, achter een wit busje een hevige brand woedt. [43] Dit filmbestand is getoond aan een van de verbalisanten van het wijkteam Flierbosdreef, die bij de autobrand aanwezig was geweest. Hij herkende de plek waar vandaan het filmpje is gemaakt als de kruising Charlotte Brontestraat/Dolingadreef in de richting van de Alexander Dumaslaan. [44]
Betrokkenheid verdachte bij ontploffing Mercedes-Benz
In een ander filmpje op de telefoon van [medeverdachte] , gemaakt op 28 december 2022 om 01:22:58 uur, dus kort voor de ontploffing aan de Alexander Dumaslaan, is een ontploffing te zien, terwijl een man voor een auto staat. Het gezicht van deze man komt na de ontploffing goed in beeld en wordt door dezelfde verbalisant herkend als dat van verdachte. De verbalisant herkent verdachte omdat hij hem eerder als verdachte heeft verhoord. Daarnaast stelt de verbalisant vast dat de man in het filmpje een zwarte gewatteerde jas droeg van het merk The North Face, terwijl verdachte tijdens zijn aanhouding op 28 december 2022 eenzelfde jas droeg. [45]
Aan de hand van de locatiegegevens in de onder verdachte in beslag genomen telefoon stelt de rechtbank vast dat de telefoon vanaf 00:38:24 uur tot omstreeks 00:41:35 uur GPS-coördinaten heeft opgeslagen op de Alexander Dumaslaan in Amsterdam. Ook tussen 01:27:51 uur en 01:41:59 uur, dus rond en op het tijdstip van de explosie aldaar, heeft de telefoon van verdachte GPS-coördinaten opgeslagen rondom de Alexander Dumaslaan te Amsterdam. [46]
Verder is op 26 december 2022 om 22:30:03 uur een Snapchatbericht met een foto van een Mercedes-Benz verstuurd door gebruiker ‘ [gebruiker] ’ en ontvangen door het Snapchataccount ‘ [gebruiker] ’. Beide accounts waren in gebruik bij verdachte. Op de foto is te zien dat vanuit een voertuig een foto is genomen van de zwarte Mercedes-Benz die later uitbrandde. Ook is te zien dat deze foto is genomen op de Alexander Dumaslaan te Amsterdam ter hoogte van perceelnummers [nummer] t/m [nummer] . De brandstichting in de voornoemde Mercedes-Benz heeft plaatsgevonden op de Alexander Dumaslaan ter hoogte van perceelnummers [nummer] t/m [nummer] . [47]
Uit deze feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, stelt de rechtbank vast dat verdachte, kort voor de ontploffing aan de [adres] , samen met [medeverdachte] ook betrokken is geweest bij de brandstichting in de Mercedes-Benz.
Zaak A, feit 2 (witwassen)
Geldbedrag € 103.000,-
In de in beslag genomen telefoon van verdachte zijn chatberichten aangetroffen via Threema tussen ‘ [gebruiker] ’ die geïdentificeerd is als verdachte, en ‘ [gebruiker] ’ die geïdentificeerd is als [naam 2] (zie vaststellingen onder zaak A, feit 1). In deze chatgesprekken is te lezen dat verdachte van [naam 2] een opdracht ontvangt om € 103.000,- contant geld in ontvangst te nemen in de ochtend van 10 december 2022. [naam 2] zegt daarbij ‘
En als ze je stoppen. En ze pakken me geld. Ga je me terug kunnen betalen’. Verdachte noemt het adres [adres] , het adres van zijn vader. [naam 2] zegt twee ‘geldlopers’ naar de parkeergarage naast de flat [adres] te sturen. Om 12:16:51 uur stuurt verdachte een foto waarop het geld te zien is. Op verzoek van [naam 2] gaat verdachte het geld tellen en filmt hij wat hij doet en verstuurt dat vervolgens aan [naam 2] . [naam 2] stuurt vervolgens iemand naar de flat [adres] . [naam 2] zegt verdachte € 6.000,- uit de tas te pakken, € 5.000,- naar ene [naam 6] te brengen die beneden wacht en de overige € 1.000,- zelf te houden (‘
pak 6k eruit, pak uit die 6k 1k voor je zelf iemand komt een 5k halen’, ‘
en pak een kop voor jezelf’). Verdachte krijgt vervolgens eerst het verzoek om een taxi te nemen en het geld te vervoeren naar ‘de meid’ van [naam 2] . In een screenshot uit de chat tussen beiden is een route te zien naar het adres [adres] . Dit is het adres waar [naam 2] ’s vriendin [naam vriendin] (hierna: [naam vriendin] ) staat ingeschreven. Dit plan gaat niet door en [naam 2] stuurt vervolgens zijn ‘meid’ zelf naar [adres] om het geld bij verdachte op te halen. Op 10 december 2022 om 14:54 uur stuurt [naam 2] ‘
breng dir pap zo na beneden’. Vervolgens stuurt verdachte ‘
Ja ga mu boveb. Hen der al gezien. Laat me weten als xe thuis is. Is ze al osso.’ De vriendin van [naam 2] heeft het geld vervolgens geteld en het betreft nog € 96.930,- euro. [48]
Op basis van de chatberichten en de gedeelde foto’s stelt de rechtbank vast dat [naam vriendin] op 10 december 2022 een contant bedrag van ongeveer € 97.000,- bij verdachte in ontvangst heeft genomen voor [naam 2] . [49]
Rolex horloge
Ook zijn in de telefoon van verdachte chatgesprekken gevonden tussen verdachte en [naam 2] waaruit blijkt dat [naam 2] op 12 december 2022 aan verdachte de opdracht geeft om buit (geld) bij zijn vriendin (die aan de [adres] woont) te gaan halen en met een andere man met de auto naar A Jewellers in Londen te gaan om een Rolex horloge te kopen van € 15.135,54 euro. Verdachte schrijft vervolgens dat hij € 16.500,- euro bij zich heeft (verdachte: ‘
Hier is 16,5k’). Van dat mag verdachte € 1.000,- euro voor zichzelf houden ( [naam 2] : ‘
Jij hebt een kop ij je zak toch’, verdachte: ‘
Dan is van jou 15,5’). In de chats is verder te lezen dat verdachte in opdracht van [naam 2] een overschrijving per bank doet op naam van [naam 7] , [50] hij
naar Calais in Frankrijk rijdt en vanaf daar de boot neemt naar Dover. [naam 2] stuurt een Instagrambericht van A Jewellers in Londen waarop een aantal Rolex horloges te zien is en stuurt dat hij het horloge met het roze motief wil. Verdachte reageert met ‘
oke’. Op 13 december 2022 stuurt verdachte twee video’s van het aangeschafte Rolex-horloge en een foto van zichzelf met de tas van A Jewellers. [naam 2] verzoekt verdachte vervolgens om naar zijn ‘meid’ te gaan. Op 13 december 2022 om 21:14 uur stuurt verdachte het bericht ‘
gebracht’. [51]
De rechtbank stelt vast dat verdachte op 13 december 2022 een rosékleurig Rolex-horloge heeft gebracht naar [naam vriendin] . Een horloge dat voldoet aan deze omschrijving werd bij [naam vriendin] aangetroffen op 19 februari 2023. [52]
Zowel verdachte [53] als [naam 2] [54] hadden in de periode hier van belang een laag legaal inkomen.
3.3.2.
Bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van de bovenstaande feiten en omstandigheden, die zijn ontleend aan de daarbij genoemde wettige bewijsmiddelen, bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan:
  • medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen bij een woning aan de [adres] , terwijl daarvan levensgevaar en zwaar lichamelijk letsel voor anderen en gemeen gevaar voor goederen te duchten was (zaak A, feit 1);
  • medeplegen van witwassen van € 103.000,- en een Rolex horloge (zaak A, feit 2);
  • medeplegen van het voorhanden hebben van een vuurwapen en bijbehorende munitie (zaak B);
  • medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen in een Mercedes-Benz met het kenteken [kenteken] , terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten was (zaak C, primair).
Ten aanzien van zaak A, feit 1
De rechtbank is van oordeel dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte en [medeverdachte] in opdracht van [naam 2] de ontploffing bij de [adres] hebben uitgevoerd en dat zij daarbij nauw en bewust hebben samengewerkt. Ook blijkt uit de bewijsmiddelen – met name uit het deskundigenrapport en de verklaring van aangever – dat daardoor niet alleen gemeen gevaar voor goederen te duchten was, maar ook levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel. De explosie vond plaats in de nachtelijke uren, wanneer mensen gewoonlijk plegen te slapen. Zo ook de bewoners van de [adres] . In de woning boven de [adres] woonde een gezin met kleine kinderen. Door de ontploffing bij de voordeur zijn twee grote glasplaten naar binnen toe kapot gesprongen. Dit was naar algemene ervaringsregels ook voorzienbaar. Verder was te voorzien dat een brand kon ontstaan die zich zo snel kon verspreiden dat vluchten door de voordeur niet meer mogelijk zou zijn.
Ten aanzien van zaak A, feit 2
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van artikel 420bis, eerste lid, onder b van het Wetboek van Strafrecht opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling op basis van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit
enigmisdrijf.
Wanneer op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden ‘niet anders kan zijn’ dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp daaruit afkomstig is.
Als uit het door de officier van justitie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid op basis waarvan zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
Heeft de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring gegeven over de herkomst van het voorwerp, dan ligt het vervolgens op de weg van de officier van justitie om nader onderzoek te doen naar die alternatieve herkomst van het voorwerp.
De rechtbank stelt vast dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte een contant geldbedrag van € 103.000,- in ontvangst heeft genomen voor [naam 2] , dat hij daarvan zelf € 1.000,- (‘1k’ dan wel ‘een kop’) heeft gehouden en de rest heeft afgegeven aan de vriendin van [naam 2] . Ook blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte in Londen in opdracht van [naam 2] een Rolex-horloge heeft gekocht met contant geld dat hij heeft gekregen van de vriendin van [naam 2] . Verder staat vast dat hij dit horloge vervolgens heeft gebracht naar de vriendin van [naam 2] .
Gelet op de wijze van vervoer en overdracht, de hoeveelheid contant geld en de wijze waarop hierover door verdachte en [naam 2] werd gecommuniceerd, is het vermoeden gerechtvaardigd dat dit geldbedrag en het aangeschafte Rolex-horloge afkomstig waren uit enig misdrijf. Dit betekent dat van verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de legale herkomst van dat geld en horloge.
Verdachte heeft hier geen verklaring voor gegeven, terwijl noch zijn inkomsten noch die van [naam 2] een dergelijk groot geldbedrag en duur horloge rechtvaardigden. Bij die stand van zaken stelt de rechtbank vast dat het niet anders kan zijn dan dat het geldbedrag en het horloge afkomstig waren van misdrijf. Daarmee kan worden vastgesteld dat verdachte, samen met [naam 2] , het geldbedrag en het horloge heeft witgewassen. Hij heeft daar zelf ook financieel van geprofiteerd, omdat hij voor iedere opdracht € 1.000,- heeft ontvangen.
Voor zover de raadsman heeft betoogd dat het niet tot een bewezenverklaring kan komen, omdat het enige bewijs voor de witwasbeschuldiging bestaat uit chatberichten, die steeds uit dezelfde bron komen, overweegt de rechtbank als volgt. Anders dan in de door de raadsman aangehaalde uitspraken die zien op SKY-ECC-berichten, gaat het hier om berichten die zijn aangetroffen in applicaties op de onder verdachte in beslag genomen telefoon. Van die telefoon heeft verdachte zelf verklaard de gebruiker te zijn. Dat verdachte zelf de gebruiker van die apps is, vindt bovendien steun in de omstandigheid dat tijdens de berichten over de aankoop van het Rolex-horloge op enig moment ook een bankafschrift op naam van verdachte is meegestuurd. Het verweer wordt verworpen.
Ten aanzien van zaak B
De rechtbank stelt op grond van bovengenoemde bewijsmiddelen ten aanzien van het aangetroffen vuurwapen vast dat dit vuurwapen en de bijbehorende munitie open en bloot in de auto van de vader van verdachte zijn aangetroffen, terwijl verdachte die auto bestuurde. Uit chatberichten blijkt verder dat die nacht door verdachte is gesproken over de aanwezigheid van een Glock. Het aangetroffen vuurwapen bleek na onderzoek een samengesteld Glock-pistool. Op grond hiervan stelt de rechtbank vast dat verdachte zowel beschikkingsmacht als wetenschap over het vuurwapen en de munitie had.
[medeverdachte] , die als passagier in de auto zat, wist ook van de aanwezigheid van het vuurwapen, gelet op zijn bericht ‘hij heeft p in zn waggie’. Daarmee kan het ten laste gelegde medeplegen ook worden bewezen.
Ten aanzien van zaak C
Blijkens de in de bewijsmiddelen genoemde chatberichten hebben verdachte en [medeverdachte] die nacht twee ontploffingen veroorzaakt, waaronder één in de Mercedes-Benz op de Alexander Dumaslaan. Zoals hiervoor onder Zaak A, feit 1, uiteen is gezet, was het verdachte die het vuurwerk aan [medeverdachte] leverde. Verder blijkt uit de bewijsmiddelen dat verdachte samen met [medeverdachte] aanwezig was bij de ontploffing. Ook bij deze ontploffing was sprake van een nauwkeurig geplande actie die verdachte en [medeverdachte] samen hebben uitgevoerd. Daarmee is bewezen dat zij deze ontploffing hebben medegepleegd. Dat door die ontploffing gemeen gevaar voor goederen te duchten was, blijkt uit de aangifte, het filmbestand en het berichtenverkeer van [medeverdachte] .

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3.1 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Zaak A
1. op 28 december 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een zwaar explosief, een cobra 6 en een plastic fles met ontbrandbare vloeistof, aan de voordeur van een woning aan de [adres] te bevestigen en aan te steken, waardoor deze aldaar tot ontploffing kwam, terwijl daarvan gemeen gevaar voor het raam en de kozijnen van de woning aan de [adres] en aangrenzende/omliggende woningen en in die woning aanwezige goederen en levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor [naam bewoner] en omwonenden te duchten was;
2. in de periode 10 december 2022 tot en met 13 december 2022 te Amsterdam en Londen tezamen en in vereniging met een ander zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers hebben verdachte en zijn mededader, voorwerpen te weten:
- een contant geldbedrag met een totale waarde van 103.000 euro en
- een rosékleurige Rolex,
verworven en voorhanden gehad en overgedragen en/of omgezet, terwijl verdachte en zijn mededader wisten dat die voorwerpen – onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig misdrijf;
Zaak B
op 28 december 2022 te Koog aan de Zaan, gemeente Zaanstad, tezamen en in vereniging met een ander een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen van het kaliber 9 x 19 mm, zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool alsmede bijbehorende munitie van categorie III voorhanden heeft gehad;
Zaak C
op 28 december 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht door een zwaar explosief, een cobra 6 en een plastic fles met ontbrandbare vloeistof, in een personenauto van het merk Mercedes-Benz E 220 cdi, met het kenteken [kenteken] , te plaatsen en tot ontbranding te brengen waardoor deze aldaar tot ontploffing kwam, terwijl daarvan gemeen gevaar voor in die auto aanwezige goederen en aangrenzende voertuigen te duchten was.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een
gevangenisstraf van zes jaren met aftrek van voorarrest.
7.2.
Het strafmaatverweer van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de bepleite vrijspraken te verdisconteren in de strafmaat en daarbij in strafmatigende zin rekening te houden met de omstandigheid dat de brandstichtingen, ondanks het evident verwijtbare karakter, een relatief beperkte impact hebben gehad.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een aantal ernstige strafbare feiten. Hij heeft tot twee keer toe in opdracht en tegen betaling een explosie veroorzaakt, bij een woning en in een auto, en daarvoor ook een ander geronseld die hem daarbij heeft geholpen. In de nachtelijke uren hebben hij en zijn mededader meerdere Cobra’s 6, die vallen onder zwaar vuurwerk, geplaatst aan de voordeur van een woning en die laten exploderen. In die woning sliepen op dat moment mensen. Boven de woning woonde een gezin met kleine kinderen. De explosie heeft veel schade veroorzaakt, waaronder twee glasplaten die de woning binnen zijn vlogen, maar had daarnaast ook kunnen resulteren in een uitslaande brand. Daarmee heeft verdachte het risico genomen dat de bewoners van die woning en omwonenden zwaargewond zouden raken of zouden komen te overlijden. De auto, waar een Cobra 6 in is gegooid, is helemaal uitgebrand. Deze brand had ook kunnen overslaan naar aangrenzende voertuigen.
Op basis van de inhoud van de chatberichten stelt de rechtbank vast dat verdachte bij de twee ontploffingen een coördinerende rol had. Hij handelde in opdracht van [naam 2] en vond [medeverdachte] bereid om tegen betaling de explosieven in de auto te gooien en aan de deur van de woning aan de [adres] te hangen. Daarbij zorgde hij voor de voorverkenningen, zorgde hij voor de explosieven, haalde hij [medeverdachte] op, reed hem naar beide bestemmingen en instrueerde hij hem onderwijl.
Het teweegbrengen van explosies zoals die waaraan verdachte zich schuldig heeft gemaakt, is de laatste jaren in Amsterdam in aantal toegenomen en heeft kennelijk tot doel personen te intimideren. Deze explosies veroorzaken niet alleen grote schade en impact op de direct betrokkenen, maar zorgen ook voor gevoelens van angst, onrust en onveiligheid voor andere inwoners en bezoekers van de stad. Verdachte heeft met zijn handelen bijgedragen aan het ontstaan van die gevoelens en heeft zich bovendien niet laten weerhouden door het voorzienbare gevaar voor letsel en schade. Verdachte heeft een onmisbare en coördinerende rol vervuld bij de voorbereiding en de uitvoering van beide explosies. Verdachte heeft op geen enkel moment enige openheid van zaken gegeven, waardoor het voor de rechtbank niet te begrijpen is hoe verdachte bij zulke ernstige feiten betrokken is geraakt. De rechtbank rekent dit verdachte aan.
Daarnaast heeft verdachte zich samen met een ander schuldig gemaakt aan het bezit van een – met bijbehorende munitie geladen – vuurwapen. Het voorhanden hebben van vuurwapens brengt onaanvaardbare risico’s voor de veiligheid van personen met zich en kan tot zeer gevaarlijke situaties leiden. Juist de stad Amsterdam wordt veelvuldig opgeschrikt door schietincidenten. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van vuurwapens.
Verdachte heeft zich ook samen met een ander schuldig gemaakt aan witwassen. Witwassen van uit misdrijf afkomstige gelden vormt een bedreiging voor de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Bovendien heeft het in omloop zijn van witgewassen geldbedragen een sterk corrumperende werking en faciliteert dit veelal ander strafbaar handelen.
Ondanks meerdere pogingen heeft verdachte geen enkel inzicht willen geven in zijn persoonlijke omstandigheden en de wereld waarin hij zich begeeft. Op basis van verdachte’s strafblad is een zorgelijke ontwikkeling te zien. Verdachte is op jonge leeftijd al voor ernstige misdrijven veroordeeld. Uit de ter beschikking staande rapportages volgt dat, ondanks jarenlange reclasseringstoezichten, er eigenlijk tot op heden geen zicht bestaat op verdachte’s ‘handel en wandel’. Het niet willen meewerken aan persoonlijkheidsonderzoek is een bewuste keuze van verdachte. Op deze manier is het voor de rechtbank bijzonder moeilijk in te schatten
ofen op welke wijze het risico op herhaling kan worden ingeperkt.
De rechtbank is al het voorgaande afwegende en gelet op de landelijke oriëntatiepunten voor straftoemeting die de rechtbanken onderling hebben vastgesteld (LOVS), van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke omvang, zoals door de officier van justitie is gevorderd, passend en geboden is.

8.Beslag

Uit de lijst van inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen (beslaglijst) volgt dat onder verdachte in zaak A de volgende voorwerpen in beslag zijn genomen:
1. STK Tas (Omschrijving: PL1300-2022277053-G6280911, Wit);
2. 1 FLS Fles (Omschrijving: PL1300-2022277053-G6280910).
Onder verdachte zijn ook de volgende voorwerpen in beslag genomen in zaak B:
3. een mobiele telefoon Apple iPhone 8, goednummer 1442092;
4. een mobiele telefoon Apple iPhone 13 Pro Max, goednummer 1442094.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen onder 1., 2. en 3. behoren aan verdachte toe. Nu met behulp van die voorwerpen de bewezenverklaarde feiten zijn begaan, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Bewaren ten behoeve van de rechthebbende
Het voorwerp onder 4. behoort toe aan de zus van verdachte. Dit voorwerp dient te worden bewaard ten behoeve van (genoem)de rechthebbende.

9.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

[naam bewoner] en [naam vrouw bewoner] hebben zich in dit strafgeding gevoegd als benadeelde partijen in verband met door hen – als gevolg van het in zaak A onder 1. bewezenverklaarde – geleden schade. Zij vorderen ieder € 4.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Gelet op de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden, in het bijzonder de aanvullende verklaring van aangever [naam bewoner] en [naam vrouw bewoner] , is de rechtbank van oordeel dat voldoende verband bestaat tussen het bewezenverklaarde handelen van de verdachte en de door de benadeelde partijen gevorderde schade om te kunnen aannemen dat de benadeelde partijen door dit handelen rechtstreekse schade is toegebracht.
Volgens artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek (BW) hebben de benadeelden recht op vergoeding van smartengeld in het geval dat zij op andere wijze in de persoon zijn aangetast. Om te spreken van een aantasting in persoon op andere wijze moet sprake zijn van geestelijk letsel of een diepe inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, de persoonlijke integriteit of een fundamenteel recht. De benadeelde partijen hebben de geleden schade niet met concrete (medische) stukken onderbouwd. Naar het oordeel van de rechtbank brengen de aard en de ernst van de in onderhavige zaak bewezen geachte normschendingen echter mee dat de in dit verband relevante nadelige gevolgen daarvan voor de benadeelden zo voor de hand liggen, dat ten aanzien van beiden een aantasting in de persoon kan worden aangenomen.
Op grond van de door de benadeelde partijen gestelde omstandigheden en rekening houdend met vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot de rechtbank de immateriële schadevergoeding naar billijkheid op € 3.000,-. De vorderingen van de benadeelde partijen zullen dan ook ieder tot dat bedrag, hoofdelijk, worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, te weten 28 december 2022.
De benadeelde partijen zullen voor het overige niet-ontvankelijk worden verklaard in hun vorderingen en kunnen dit deel van hun vorderingen bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De rechtbank zal de hierna te noemen schadevergoedingsmaatregel opleggen, omdat verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door het in zaak A onder 1. bewezen verklaarde feit is toegebracht. De rechtbank waardeert deze op een bedrag van € 3.000,- per slachtoffer, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het ontstaan van de schade, te weten 28 december 2022.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36f, 47, 57, 157 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Zaak A, feit 1.
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan levensgevaar en gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is en terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
Zaak A, feit 2.
medeplegen van witwassen, meermalen gepleegd;
Zaak B
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Zaak C, primair
medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 6 (zes) jaren
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Verklaart verbeurd de op de beslaglijst onder 1., 2. en 3. genoemde voorwerpen, te weten:
1. STK Tas (omschrijving: PL1300-2022277053-G6280911, wit);
2. 1 FLS Fles (omschrijving: PL1300-2022277053-G6280910);
3. een mobiele telefoon Apple iPhone 8, goednummer 1442092.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende, de zus van verdachte, van het op de beslaglijst onder 4. genoemd voorwerp, te weten:
4. een mobiele telefoon Apple iPhone 13 Pro Max, goednummer 1442094.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam bewoner]toe tot een bedrag van € 3.000,- (drieduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam bewoner] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander/anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte verder in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in zijn vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam bewoner] aan de Staat € 3.000,- (drieduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[naam vrouw bewoner]toe tot een bedrag van € 3.000,- (drieduizend euro) aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [naam vrouw bewoner] , behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander/anderen is betaald.
Veroordeelt verdachte verder in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [naam vrouw bewoner] aan de Staat € 3.000,- (drieduizend euro) te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade (28 december 2022) tot aan de dag van de algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal kan gijzeling worden toegepast voor de duur van 40 (veertig) dagen. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.J. Scheijde, voorzitter,
mrs. A.J.R.M. Vermolen en R. Godthelp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.F. Coşkun, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 juni 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hiernavolgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal wapenonderzoek, dossierpagina’s 71, 72, 73, 75 (Nazending [naam 8] -ZD vuurwapen).
3.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17750170, dossierpagina 284 (Relaas deel 4).
4.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17779299, dossierpagina 450 (Relaas deel 5).
5.Zie voor meer vaststellingen over het onderzoek aan [medeverdachte] ’s telefoon, hierna de bewijsoverwegingen onder zaak A, feit 1.
6.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053-1, dossierpagina’s 01-02 (VGL [naam 8] ) & proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 13 (VGL [naam 8] ).
7.Proces-verbaal aangifte, nummer PL1300-2022277053-5, dossierpagina 05 (VGL [naam 8] ).
8.Proces-verbaal van verhoor aangever [naam bewoner] en [naam 9] , fotobijlage, dossierpagina 197 (Relaas deel 4).
9.Proces-verbaal van verhoor aangever [naam bewoner] en [naam 9] , documentcode 17692101, dossierpagina 195 (Relaas deel 4).
10.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 13 (VGL [naam 8] ).
11.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 16 (VGL [naam 8] ).
12.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 17 (VGL [naam 8] ).
13.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 18 (VGL [naam 8] ).
14.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 19 (VGL [naam 8] ).
15.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina’s 20 en 21 (VGL [naam 8] ).
16.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 20 (VGL [naam 8] ).
17.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 21 (VGL [naam 8] ).
18.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 23 (VGL [naam 8] ).
19.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 24 (VGL [naam 8] ).
20.Proces-verbaal van verhoor van verdachte van 30 december 2022 bij de rechter-commissaris in strafzaken bij de rechtbank Noord-Holland (zaak B).
21.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 270 ( [naam 8] Relaas deel 4 vuurwerkbom [adres] ).
22.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 1781779, dossierpagina 551 (Relaas deel 5).
23.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 67 (PV Raadkamer (nazending 1))
24.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 36 en 37 (VGL [naam 8] ) & zie proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 450 (PV Relaas deel 5).
25.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 450 (PV Relaas deel 5)
26.Proces-verbaal van bevindingen, nummer PL1300-2022277053, dossierpagina 89 (Pv nazending)
27.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17750170, dossierpagina 82 (Relaas deel 4).
28.Proces-verbaal van bevindingen, nummer 2022277053, dossierpagina 60 (VGL [naam 8] ).
29.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina 99 (Nazending).
30.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17545474, dossierpagina 115 (Nazending).
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte [naam 2] , documentcode 17585187, dossierpagina 94 (Persoonsdossier [naam 2] ).
32.Proces-verbaal van relaas, dossierpagina 78 (Relaas deel 3).
33.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina’s 100, 101 (Nazending).
34.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina 103 (Nazending).
35.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina 104 (Nazending).
36.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina’s 105, 106 (Nazending).
37.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17507972, dossierpagina 107 (Nazending).
38.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17839081 dossierpagina 517 (Relaas deel 5).
39.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17750170, dossierpagina’s 279, 281, 282 (Relaas deel 4).
40.Deskundigenverklaring gevaarzetting Super Cobra 6 van het NFI, dossierpagina’s 212, 217 (Relaas deel 4).
41.Proces-verbaal aangifte, nummer PL1300-202177045-2, dossierpagina’s 483, 486 (Relaas deel 5).
42.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17750170, dossierpagina’s 283, 284 (Relaas deel 4).
43.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17778859, dossierpagina’s 494 t/m 496 (Relaas deel 5).
44.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17778859, dossierpagina 497 (Relaas deel 5).
45.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17882170, dossierpagina’s 512, 514 (Relaas deel 5).
46.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 1781779, dossierpagina’s 543, 546, 548 t/m 550 (Relaas deel 5).
47.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17892514, dossierpagina’s 552, 553 (Relaas deel 5)
48.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17528986, digitale pagina’ 55 t/m 71 (Witwasdossier).
49.Proces-verbaal van relaas, dossierpagina 79 (Relaas deel 3).
50.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17615801, digitale pagina 26 (Witwasdossier).
51.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17535185, dossierpagina’s 139 t/m 143 (Relaas deel 3).
52.Proces-verbaal van relaas, dossierpagina 79 (Relaas deel 3).
53.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17615801, digitale pagina’s 122 t/m 128 (Witwasdossier).
54.Proces-verbaal van bevindingen, documentcode 17564429, digitale pagina’s 108 t/m 111 (Witwasdossier).