ECLI:NL:RBMNE:2024:1235
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenvergoeding in het kader van opvang ontheemden Oekraïne
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 16 februari 2024, wordt het verzoek om een proceskostenvergoeding door verzoekster beoordeeld. Verzoekster had eerder een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen een besluit van de burgemeester van Dronten, dat haar de toegang tot opvangvoorzieningen ontzegde vanwege alcoholgebruik en geweld. Dit besluit werd op 3 januari 2024 genomen, maar de burgemeester heeft later, op 11 januari 2024, alsnog voorzien in opvang, waardoor verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening introk. Verzoekster verzocht de voorzieningenrechter om de burgemeester te veroordelen in de proceskosten, omdat zij van mening was dat het besluit tot pandverbod een bestuursrechtelijk besluit was en niet een privaatrechtelijke handeling.
De voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit van de burgemeester inderdaad een besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat het onbevoegd is genomen. De voorzieningenrechter stelt vast dat de burgemeester met het bieden van vervangende woonruimte aan verzoekster tegemoet is gekomen aan haar verzoek. Hierdoor is er geen sprake van bijzondere omstandigheden die een uitzondering op de regel rechtvaardigen dat verzoekster recht heeft op proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling toe en bepaalt dat de burgemeester € 875,- aan proceskosten en € 187,- aan griffierecht aan verzoekster moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.