ECLI:NL:RBMNE:2024:1006
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing uitkering wegens betalingsonmacht ex-werkgever; beoordeling aanwijsbaarheid vordering
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een uitkering wegens betalingsonmacht toe te kennen, als gevolg van het faillissement van haar ex-werkgever. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft de aanvraag op 21 maart 2023 afgewezen, omdat de ingediende aanvraag niet aanwijsbaar en controleerbaar was, waardoor de vordering niet vastgesteld kon worden. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het Uwv bleef bij de beslissing op bezwaar van 8 september 2023. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 26 januari 2024 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van het Uwv aanwezig waren. De rechtbank beoordeelt of het Uwv terecht heeft beslist dat aan eiseres geen uitkering is toegekend. De rechtbank concludeert dat het Uwv dit besluit terecht heeft genomen. Eiseres heeft niet voldoende bewijs geleverd dat haar vordering aanwijsbaar en controleerbaar is. De rechtbank stelt vast dat eiseres geen bewijs heeft overgelegd waaruit blijkt dat zij na juni 2022 werkzaamheden heeft verricht of dat zij haar ex-werkgever heeft laten weten dat zij beschikbaar was voor werk. Bovendien heeft zij geen loonvordering ingesteld tegen haar ex-werkgever.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat het Uwv de aanvraag van eiseres terecht heeft afgewezen. Eiseres krijgt geen gelijk en ontvangt geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. M.W.A. Schimmel, rechter, en is openbaar uitgesproken op 27 februari 2024.