Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
‘Bonus’) is bepaald:
‘Voor Werknemer is een jaarbonus te behalen, afhankelijk van vooraf gestelde doelstellingen. Werknemer zal hierover nader en persoonlijk per brief worden geïnformeerd.’Omdat [eiseres] bij [onderneming 1] voor een lager basissalaris zou gaan werken dan zij voordien verdiende, heeft zij voorafgaand aan haar indiensttreding met de heer [C] van [onderneming 1] afgesproken dat de variabele bonus
‘geen grens’zou hebben, in die zin dat de bonus afhankelijk zou zijn van het aantal aangesloten nieuwe gebruikers en dat daaraan niet een plafond zat. In zijn, door [eiseres] in dit geding overgelegde, schriftelijke verklaring heeft [C] uiteengezet dat hiervan de achtergrond was dat
‘als je een uitzonderlijke prestatie leverde, je hier ook uitzonderlijk voor beloond mocht worden’.
‘Concurrentiebeding’opgenomen, waarin is bepaald:
‘1. Werkgever heeft een mobiliteitsplatform ontwikkeld met de functionaliteit die nog nergens in Nederland en Europa beschikbaar wordt gesteld in een direct, indirect en white-label zakelijke relatie. Werkgever wil voorkomen dat de informatie over de details van dit mobiliteitsplatform en de gebruikers gedeeld wordt met derden en mogelijke concurrenten. 2. Werknemer zal zonder schriftelijke toestemming van Werkgever gedurende de arbeidsovereenkomst en na het einde hiervan gedurende een tijdvak van 6 maanden, niet in enigerlei vorm een zaak gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan het bedrijf van Werkgever vestigen, drijven of mede drijven of doen drijven. Dit hetzij direct, hetzij indirect, alsook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke zaak belang hebben, daarin of daarvoor op enigerlei wijze werkzaam zijn, al dan niet in dienstbetrekking, hetzij tegen vergoeding hetzij om niet, of daarin aandeel hebben binnen een straal van 200 km waar werkgever gevestigd is. Dit alles op verbeurte van een direct opeisbare boete van € 5.000,- per gebeurtenis en tevens € 1.000,- per iedere dag, dat Werknemer in overtreding is, te betalen aan Werkgever onverminderd het recht van Werkgever om volledige schadevergoeding te vragen.’
‘White label klanten zijn uitgesloten van deelname’;
‘De bonusregeling kan worden aangepast wanneer er sprake is van substantiële wijzigingen in de marktaanpak’;
‘Het jou toekomende bonusbedrag zal worden vastgesteld per kwartaal en uitbetaald per kwartaal. De jaarbonus wordt, indien behaald, uitbetaald in januari 2021;
‘Om voor een bonusbetaling in aanmerking te komen, dien je op 31 december 2020 in dienst te zijn’; en:
‘Indien discussie zou ontstaan over de interpretatie en/of betekenis van (een deel van) de inhoud van deze brief heeft de Algemeen Directeur van [onderneming 1] de bevoegdheid om een bindend besluit te nemen over de ontstane onduidelijkheid.’
‘Best of both worlds’-presentatie in december 2020 zijn deze keuzes aan het personeel gepresenteerd.
‘Betreft: Bonus 2021’) heeft [gedaagde] aan [eiseres] meegedeeld wat de bonusregeling over 2021 inhield. De bonus bestond in 2021 uit een individuele kwartaalbonus, een individuele jaarbonus en een (in het eerste kwartaal van 2022 uit te betalen) teambonus. Uit deze brief:
‘Klanten via White label, partners, [onderneming 3] , dienen van te voren besproken worden of ze wel, niet anders meetellen; ‘De bonusregeling kan worden aangepast wanneer er sprake is van substantiële wijzigingen in de marktaanpak’;
‘Het jou toekomende bonusbedrag zal worden vastgesteld per kwartaal en uitbetaald per kwartaal. De jaarbonus wordt, indien behaald, uitbetaald in Q1 mits de medewerker dan nog in dienst is’; en:
‘Indien discussie zou ontstaan over de interpretatie en/of betekenis van (een deel van) de inhoud van deze brief heeft de CEO van [onderneming 1] [gedaagde] de bevoegdheid om een bindend besluit te nemen over de ontstane onduidelijkheid’.
‘White label’vielen. Het antwoord van [C] luidde:
‘Hahaha, wees niet bang voor je bonus. Een white label is niet een branded kaart wat [onderneming 4] of de [.] wil. Een whitelabel kaart zijn mobiliteitskaarten die via partners wordt verkocht zoals de leaseplan pas of de ANWB.’Van [A] ontving [eiseres] vervolgens op 26 januari 2021 per e-mail de volgende mededeling:
‘We moeten wel nog even goed kijken hoe we omgaan met bonussen op tenders, het is héél duidelijk dat dit een team effort is i.p.v. grotendeels van één collega. Ook moeten we nog spreken over de specifieke condities die voor tenders gelden en de dan passende bonus. Ik zet het op de agenda van de Management Board.’
‘(e)en belangrijke en historische gebeurtenis voor ons bedrijf’, die het management
‘sterkt (-) in de ambities die wij hebben als mobiliteitsbedrijf van de 21e eeuw’, werd [eiseres] bedankt voor haar
‘tomeloze inzet, avond- en weekendwerk en doortastendheid’.
‘Betreft: Bonus 2021’) stelde [gedaagde] [eiseres] in kennis van een gewijzigde bonusregeling over 2021. De tekst van deze brief over de individuele kwartaal- en jaarbonus en de teambonus was gelijkluidend aan die van de brief van 19 januari 2021. Ook de daarin genoemde nadere voorwaarden bleven hetzelfde. Maar aan het slot van de brief van 8 april 2021 had [gedaagde] de volgende tekst toegevoegd:
‘eenmalige bonus’van € 3.412,50 bruto toegekend voor haar
‘knappe prestatie’bij de [.] -tender. Ook andere leden van het betrokken salesteam, dat uit zeven medewerkers bestond (van wie er vier geen bonusregeling hadden), zijn door [gedaagde] voor hun aandeel in de [.] -tender beloond met een eenmalige - deels onverplichte - bonus, zij het dat deze (voor vijf collega’s) lager uitviel dan die van [eiseres] . Aldus heeft [gedaagde] voor het binnenhalen van de opdracht van de [.] , volgens [eiseres] een miljoenendeal, aan het hele salesteam in totaal bijna € 18.000,-- bruto aan bonussen betaald.
‘jouw concurrentiebeding wordt omgezet naar een relatiebeding waarbij je de prospectlijst en relaties van [gedaagde] niet mag benaderen’. Een afspraak over het meningsverschil over de hoogte van de bonus 2021 is hierbij niet gemaakt. De laatste werkdag van [eiseres] bij [gedaagde] was 30 september 2021. Op 1 oktober 2021 is zij bij [onderneming 5] in dienst getreden. Bij e-mail van 30 november 2021 heeft [gedaagde] , ofschoon [eiseres] op 30 oktober 2021 te kennen had gegeven zich niet aan een relatiebeding gebonden te achten, meegedeeld aan het gestelde in de brief van 21 september 2021 vast te houden.
3.De vorderingen en standpunten van partijen
4.De beoordeling van het geschil
‘De bonusregeling kan worden aangepast wanneer er sprake is van substantiële wijzigingen in de marktaanpak’), en overigens ook al in de bonusbrief van 20 maart 2020 voorkwam. Voor zover [gedaagde] daarnaast nog wijst op de bepaling waarmee zij zich het recht heeft voorbehouden om bij een uitleggeschil een bindende beslissing te geven, kan (zo al sprake zou zijn van een interpretatiegeschil, hetgeen niet het geval is nu er tussen partijen geen onduidelijkheid over de inhoud van de regeling bestaat) deze bepaling buiten toepassing blijven, omdat deze met die over de wijzigingsbevoegdheid als één geheel moet worden beschouwd. Daaraan voegt de bepaling over uitleggeschillen niets wezenlijks toe.
‘Best of both worlds’-presentatie van december 2020 moet het voor [gedaagde] duidelijk zijn geweest welke groeiambities de gefuseerde onderneming had, dat daarvoor het binnenhalen van grote opdrachten essentieel was en dat de winstmarges bij grote klanten geringer is dan bij kleinere. Ook indien [gedaagde] in januari 2021 nog geen uitgewerkt idee zou hebben gehad van de consequenties die zij daaraan specifiek voor bonusaanspraken wilde verbinden, lag het op haar weg om in de brief van 19 januari 2021 een concreter voorbehoud te maken dan zij heeft gedaan. Dat is niet gebeurd. Ook in de e-mail van [A] van 26 januari 2021 is aan [eiseres] niet duidelijk gemaakt dat, en welke nadere voorwaarden, voor de rest van het jaar aan haar bonusregeling zouden kunnen worden verbonden. Ten slotte is ook bij de verlenging van de arbeidsovereenkomst van [eiseres] in maart 2021 met geen woord gerept over een mogelijke beperking van haar bonusaanspraak. Integendeel: bij die gelegenheid werd haar meegedeeld dat haar arbeidsvoorwaarden onverminderd van kracht bleven.
‘De bonusregeling kan worden aangepast wanneer er sprake is van substantiële wijzigingen in de marktaanpak’ -geen met [eiseres] overeengekomen beding is), verschilt de belangenafweging die dat artikel vereist evenmin van die welke ingevolge de ‘ [achternaam] /Mammoet’-rechtspraak (genoemd naar ECLI:NL:HR:2008:BD1847) en, laatstelijk, het ‘IFF’-arrest van de Hoge Raad van 25 november 2022 (ECLI:NL:HR:2022:1759) bij toepassing van artikel 7:611 BW zou moeten plaatsvinden. Er zit met andere woorden geen licht tussen de maatstaf van artikel 7:613 BW en artikel 7:611 BW in verandergeschillen, noch wat betreft de procedurele vereisten noch wat betreft de materiële toets.
‘Het jou toekomende bonusbedrag zal worden vastgesteld per kwartaal en uitbetaald per kwartaal. De jaarbonus wordt, indien behaald, uitbetaald in Q1 mits de medewerker dan nog in dienst is’. De tweede volzin komt in essentie overeen met de bepaling in de bonusregeling van maart 2020, die de bonusaanspraak ook al koppelde aan het voortbestaan van het dienstverband op 31 december van dat jaar. De arbeidsovereenkomst van partijen is per 1 oktober 2021 geëindigd, zodat [eiseres] over 2021 geen recht heeft op jaarbonussen. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
5.De beslissing
,vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving tot de voldoening;