ECLI:NL:RBMNE:2023:6779
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening woningurgentie en beoordeling ingezeteneneis
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 13 december 2023, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster afgewezen. Verzoekster had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag om woningurgentie door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. De voorzieningenrechter oordeelt dat verzoekster niet voldoet aan de ingezeteneneis, zoals vastgelegd in de Huisvestingsverordening van de gemeente Utrecht. Verzoekster is pas sinds 5 mei 2023 ingeschreven als ingezetene van haar woonplaats en voldoet daarmee niet aan de eis van minimaal een jaar ingezetenschap.
De voorzieningenrechter merkt op dat de urgentieaanvraag is afgewezen omdat verzoekster niet aan de voorwaarden voldoet. De voorzieningenrechter stelt dat de voorwaarden voor urgentie niet onredelijk zijn, gezien de schaarste aan sociale huurwoningen. Verzoekster heeft ook geen bewijs geleverd dat zij aan andere voorwaarden voldoet, zoals het beschikken over een zelfstandige woonruimte in de woningmarktregio. De voorzieningenrechter wijst erop dat de burgemeester van de gemeente Utrecht toezeggingen heeft gedaan in een andere procedure, maar deze toezeggingen geven geen recht op een urgentieverklaring.
De voorzieningenrechter concludeert dat, hoewel verzoekster in een moeilijke situatie verkeert met een jonge dochter, de belangen niet zo zwaarwegend zijn dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en benadrukt dat verzoekster de uitkomst van haar bezwaar moet afwachten. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.