In deze uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland op 14 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de ongeldigverklaring van haar rijbewijs behandeld. Eiseres werd op 1 juni 2022 aangehouden als bestuurder onder invloed van alcohol, met een gemeten ademalcoholgehalte van 1025 µg/l. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) schorste haar rijbewijs en legde een onderzoek naar haar rijgeschiktheid op. Na een psychiatrisch onderzoek, uitgevoerd door psychiater [psychiater], concludeerde het CBR op basis van de diagnose alcoholmisbruik dat eiseres niet voldeed aan de eisen van rijgeschiktheid. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het CBR handhaafde zijn besluit. Tijdens de zitting op 2 november 2023 voerde eiseres aan dat zij niet in de gelegenheid was gesteld om haar inzage- en correctierechten uit te oefenen met betrekking tot het onderzoeksrapport van de psychiater. De rechtbank oordeelde dat er geen schending van deze rechten was, aangezien de psychiater had bevestigd dat hij deze rechten met eiseres had besproken en zij had afgezien van het uitoefenen ervan. De rechtbank concludeerde dat het rapport van de psychiater geen gebreken vertoonde en dat het CBR zich op de juiste gronden had gebaseerd voor de ongeldigverklaring van het rijbewijs. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.