ECLI:NL:RBMNE:2023:6498
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing verzoek om proceskostenveroordeling na intrekking voorlopige voorziening
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 21 november 2023, wordt het verzoek van verzoekster om een proceskostenveroordeling behandeld. Verzoekster had eerder een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht, dat op 21 december 2022 was genomen. Dit verzoek om voorlopige voorziening werd ingetrokken nadat het college op 10 maart 2023 het eerdere besluit had ingetrokken en verzoekster urgentie verleende op basis van de Huisvestingsverordening Regio Utrecht 2019.
De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op het verzoek om proceskostenveroordeling. Het college heeft aangegeven akkoord te gaan met de veroordeling in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft vervolgens zonder zitting uitspraak gedaan en het verzoek om proceskostenveroordeling toegewezen. De rechter legt uit dat wanneer een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, de voorzieningenrechter het bestuursorgaan kan veroordelen in de proceskosten.
In deze zaak is het college met het besluit van 10 maart 2023 aan verzoekster tegemoetgekomen, wat de voorzieningenrechter als reden ziet om het verzoek om proceskostenveroordeling toe te wijzen. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 837,-, die het college aan verzoekster moet vergoeden. Daarnaast kan het college het door verzoekster betaalde griffierecht van € 184,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.