ECLI:NL:RBMNE:2023:5971
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing WIA-uitkering wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid
In deze zaak is in geschil of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 30 augustus 2022 geen recht heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Eiseres, die voorheen als tandartsassistente werkte, heeft zich op 1 september 2020 ziekgemeld en is per 18 mei 2022 volledig uitgevallen. Na een aanvraag voor een WIA-uitkering op 28 mei 2022, heeft het Uwv op 8 september 2022 medegedeeld dat eiseres 29,82% arbeidsongeschikt is. Eiseres heeft bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard, met een schatting van 34,09% arbeidsongeschiktheid. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 september 2023. Eiseres heeft aangevoerd dat zij volledig arbeidsongeschikt is en verzoekt om een beoordeling door een onafhankelijke deskundige. De rechtbank oordeelt dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van verzekeringsartsen, mits deze zorgvuldig zijn opgesteld. Eiseres heeft geen specifieke gronden aangevoerd tegen de zorgvuldigheid van het onderzoek en de rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv.
De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft vastgesteld dat eiseres per 30 augustus 2022 geen recht heeft op een WIA-uitkering. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 10 november 2023.