ECLI:NL:RBMNE:2023:5444

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 oktober 2023
Publicatiedatum
17 oktober 2023
Zaaknummer
C/16/561459 / KG ZA 23-445
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verwijdering uit Extern en Intern Verwijzingsregister wegens onterecht geregistreerde betrokkenheid bij hypotheekfraude

In deze zaak heeft [eiseres] B.V., een hypotheekbemiddelaar, een kort geding aangespannen tegen DE VOLKSBANK N.V. om haar te laten schrappen uit het Extern Verwijzingsregister (EVR), het Intern Verwijzingsregister (IVR) en het Incidentenregister. [eiseres] werd door de Volksbank geregistreerd wegens vermeende betrokkenheid bij hypotheekfraude, specifiek in verband met een hypothecaire lening voor de heer [B] in maart 2021, waarbij valse documenten zouden zijn ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewijsvoering van de Volksbank onvoldoende is om te concluderen dat [eiseres] daadwerkelijk betrokken was bij valsheid in geschrifte of andere strafbare feiten. De rechtbank oordeelt dat de verdenking niet verder gaat dan een redelijk vermoeden van schuld, wat niet voldoende is voor opname in de registers. De rechtbank heeft de Volksbank veroordeeld om de registratie van [eiseres] te verwijderen en een dwangsom op te leggen voor elke dag dat deze veroordeling niet wordt nageleefd. Tevens is de Volksbank veroordeeld in de proceskosten van [eiseres].

Uitspraak

RECHTBANK Midden-Nederland

Civiel recht
Zittingsplaats Utrecht
Zaaknummer: C/16/561459 / KG ZA 23-445
Vonnis in kort geding van 13 oktober 2023
in de zaak van
[eiseres] B.V.,
te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiseres] ,
advocaat: mr. A. Ibn el Kadi te Leeuwarden,
tegen
DE VOLKSBANK N.V.,
te Utrecht,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Volksbank,
advocaat: mr. A.J.M. Hendriks te Utrecht.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 18 september 2023 met producties 1 tot en met 14;
- door de Volksbank op 26 september 2023 overgelegde producties 1 tot en met 3;
- de mondelinge behandeling van 29 september 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van de Volksbank.

2.De beoordeling

1.
Kern van de zaak
2.1.
[eiseres] is hypotheekbemiddelaar. Zij is door de Volksbank opgenomen in het Extern Verwijzingsregister (EVR), het Intern Verwijzingsregister (IVR) en in het Incidentenregister (hierna gezamenlijk: de registers) wegens betrokkenheid bij hypotheekfraude. Het gaat om het aanvragen van een hypothecaire geldlening voor de heer [B] (hierna:
[B] ) met valse stukken in maart 2021. [eiseres] vraagt om haar te schrappen uit de registers, omdat ze niets heeft misdaan.
2.
Korte toelichting op de feiten
2.2.
In maart 2021 heeft [eiseres] voor [B] bij de Volksbank een hypotheekaanvraag ingediend voor de aankoop van de woning [adres] in [plaats] . [A] (hierna [A] ) heeft bij [eiseres] die aanvraag behandeld en ingediend. Op de aanvraag staat dat [B] vanaf 1 oktober 2020 in loondienst is bij [bedrijf] , de eenmanszaak van de heer [C] (hierna: [C] ). Dat blijkt ook uit werkgeversverklaring bij die aanvraag en een salarisspecificatie van februari 2021. Verder zat bij de aanvraag een bankafschrift waaruit blijkt dat [bedrijf] op 24 december 2020 € 3.200 heeft overgemaakt aan [B] als “Salaris over December 2020”. Op deze aanvraag heeft de Volksbank aan [B] een hypothecaire lening gegeven.
2.3.
Het staat vast dat de salarisstrook en de werkgeversverklaring valse stukken zijn en dat het bankafschrift van december 2020 bij de betaling op 24 december 2020 ten onrechte salarisbetaling vermeldt. In feite gaat het om een terugbetaling van hetzelfde bedrag dat vlak daarvoor door [B] aan [C] is betaald.
2.4.
Begin november 2021 heeft [B] aan [eiseres] gevraagd om een hypotheek aan te vragen voor een andere woning in [plaats] . Die hypotheekaanvraag is nooit ingediend. Op 17 december 2022 heeft [eiseres] namens [B] de koop ontbonden.
2.5.
In het strafrechtelijk onderzoek naar een schietpartij in [plaats] is ook een verdenking ontstaan van mogelijke hypotheekfraude, oplichting en witwassen. De politie heeft daarom in november 2022 een inval gedaan op het kantoor van [eiseres] en onder meer computers in beslag genomen. Ook is [A] als verdachte verhoord. De politie heeft informatie uit het strafdossier gedeeld met de Volksbank. Bij die informatie zit whatsappcommunicatie tussen [B] en [A] in november 2021 over de hypotheekaanvraag in november 2021. Voor deze whatsappcommunicatie wordt verwezen naar de bijlage die aan dit vonnis is gehecht. De Volksbank heeft op de mondelinge behandeling gemeld dat het politieonderzoek is afgerond en dat de zaak nu bij het OM ligt voor een beslissing over vervolging.
2.6.
De Volksbank heeft op 17 april 2023 aan [eiseres] laten weten dat zij [eiseres] heeft opgenomen in de registers. Op 12 mei 2023 heeft de advocaat van [eiseres] de Volksbank verzocht om de registraties te beëindigen. Dit verzoek is op 25 mei 2023 door de Volksbank afgewezen.
3.
De beslissing
2.7.
De Volksbank moet op straffe van een dwangsom de vermelding van [eiseres] uit de registers halen. De verdenking dat [eiseres] bij de indiening van de hypotheekaanvraag in maart 2021 valsheid in geschrifte of een ander strafbaar feit heeft begaan, is onvoldoende zwaar om [eiseres] in de registers op te nemen.
4.
De vordering is spoedeisend
2.8.
[eiseres] heeft voldoende onderbouwd dat de registraties schadelijk zijn voor haar bedrijfsvoering. Bij de Volksbank en de Rabobank kan zij geen hypotheekaanvragen indienen. Bij Allianz kan [eiseres] alleen aanvragen indienen via de inkooporganisatie. [eiseres] loopt dus omzet mis.
2.9.
Vervolgens is de vraag of de vorderingen in een bodemprocedure [1] een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt daarbij dat in deze procedure geen plaats is voor bewijslevering.
5.
Criterium voor opname in de registers
De registraties moeten voldoen aan de vereisten van de AVG [2] en het PIFI [3] . Als de registraties daar niet aan voldoen, is sprake van onrechtmatige gegevensverwerking. Uit artikel 17 AVG volgt dan dat Volksbank de registraties moet beëindigen. Die regel wordt nog eens herhaald in de artikelen 4.3.1, 5.3.1 en 9.4.1 PIFI.
2.10.
Voor opname in de registers wegens een strafbaar feit als het indienen van vervalste documenten is het nodig dat dit voldoende vaststaat [4] . Voor de valsheid in geschrifte door [eiseres] moeten er “zodanig concrete feiten en omstandigheden dat zij een als strafbaar feit te kwalificeren bewezenverklaring in de zin van artikel 350 Wetboek van Strafvordering kunnen dragen”. “In voldoende mate moeten vaststaan” betekent in dit verband dat de vastgestelde gedragingen van [eiseres] een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld opleveren [5] .
6.
Geen zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van schuld
2.11.
De Volksbank heeft ter onderbouwing van de strafrechtelijke verdenking tegen [eiseres] , feitelijk [A] , als het gaat om maart 2021, de volgende feiten gegeven:
 Op het bankafschrift bij de aanvraag van maart 2021 is zichtbaar dat de [B] en [C] een salarisbetaling fingeren door € 3.200 heen en weer te betalen.
 Er zijn onregelmatigheden op de in maart 2021 ingediende salarisspecificatie en werkgeversverklaring, zoals het gebruik van verschillende lettertypes door elkaar, een spatie tussen “salarisspecifica” en “tie”, cumulatieven die niet kloppen, een ongetekende werkgeversverklaring.
2.12.
Deze feiten leveren een onvoldoende zware verdenking op voor valsheid in geschrifte of een ander strafbaar feit van [eiseres] ( [A] ) in maart 2021. [eiseres] heeft daarbij terecht aangevoerd dat de Volksbank deze onregelmatigheden op de salarisspecificatie en de werkgeversverklaring zelf ook niet heeft gezien. Als de Volksbank het niet ziet, is er onvoldoende reden om te oordelen dat [eiseres] ( [A] ) het wel moet hebben gezien en strafrechtelijk verwijtbaar handelt door het indienen van deze valse stukken. De Volksbank heeft wel een vraag gesteld over een betaling € 3.200 door [B] aan [C] op 22 december 2022. [A] heeft geantwoord:

Beste, zojuist gesproken met klant, hij en [C] kopen en verkopen regelmatig spullen in Duitsland. [B] heeft voldoende geld op rekening en gebruikt het alleen voor de handel.
Dat antwoord was voor de Volksbank geen reden om verder te vragen. Deze feiten en omstandigheden geven een onvoldoende zware verdenking dat [eiseres] ( [A] ) valsheid in geschrifte heeft medegepleegd of een ander strafbaar feit heeft begaan. Daarvoor zijn bijkomende feiten nodig.
2.13.
De Volksbank heeft voor bijkomende feiten met name een beroep gedaan op
  • de whatsapp-communicatie tussen [B] en [A] in november 2021 (zie bijlage), waaruit volgens de Volksbank blijkt
  • dat [eiseres] zich in ieder geval toen moet hebben gerealiseerd dat het verhaal van de aanvrager over zijn dienstbetrekking bij [bedrijf] niet waar kon zijn;
  • dat [eiseres] toch is doorgegaan met het begeleiden van de aanvragen; en
  • dat die bereidheid in maart 2021 niet minder zal zijn geweest.
  • inconsistenties in de salarisspecificaties, werkgeversverklaring en het UWV Verzekeringsbericht dat [B] in november 2021 aan [eiseres] heeft gestuurd.
2.14.
De correspondentie en de verdere stukken in november 2021 lijken er inderdaad op te wijzen dat [A] meewerkt aan een hypotheekaanvraag waarbij valse stukken zouden worden ingediend. [A] heeft bij de politie verklaard dat hij ervan uit ging dat [B] wel werkte bij [bedrijf] , maar dat hij contant werd betaald. De aanvraag van november 2021 is nooit ingediend. Dat is dus geen medeplegen van valsheid in geschrifte (of een andere strafbare gedraging). Uit die correspondentie in november 2021 is onvoldoende af te leiden over de aanvraag in maart 2021. Er wordt wel aan gerefereerd, maar niet veel meer dan dat. Voor een strafrechtelijke veroordeling van het medeplegen van valsheid in geschrifte of een mogelijk andere strafbare feit in maart 2021 lijkt dat onvoldoende. Kortom de verdenking van [A] is onvoldoende zwaar. Er is niet meer dan een redelijk vermoeden van schuld van [A] en daarmee [eiseres] .
7.
Belangenafweging
2.15.
Ten slotte is nog de vraag of de belangen van partijen leiden tot een andere uitkomst. Die belangenafweging valt in het voordeel uit van [eiseres] . Het belang van de Volksbank om de registraties te laten voortduren is dat daarmee haar bedrijfsonderdelen en andere financiële instellingen worden beschermd voor en gewaarschuwd tegen de gedragingen van [eiseres] . Dat belang weegt minder zwaar dan het belang van [eiseres] bij beëindiging van de registraties, om niet langer te worden beperkt in haar bedrijfsvoering door een opname in de registers van gedragingen die niet in voldoende mate vast staat.
8.
De Volksbank moet een proceskostenvergoeding betalen aan [eiseres]
2.16.
De Volksbank is de partij die grotendeels ongelijk krijgt en zij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van [eiseres] als volgt vastgesteld:
- uitbrengen dagvaarding
106,73
- griffierecht
676,00
- salaris advocaat
1.079,00
Totaal
1.861,73
2.17.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt de Volksbank om binnen vijf werkdagen na betekening van dit vonnis de persoonsgegevens van [eiseres] te (doen) verwijderen uit het EVR, het IVR en het Incidentenregister.
3.2.
veroordeelt de Volksbank om aan [eiseres] een dwangsom te betalen van € 1.000 per registratie voor iedere dag of gedeelte daarvan dat niet is voldaan aan de veroordeling onder 3.1. tot een maximum van € 250.000 per registratie,
3.3.
veroordeelt de Volksbank om te zorgen dat [eiseres] binnen tien werkdagen na betekening van dit vonnis een schriftelijke bevestiging heeft ontvangen dat de Volksbank heeft voldaan aan de veroordeling onder 3.1.,
3.4.
veroordeelt de Volksbank in de proceskosten, aan de zijde van [eiseres] tot dit vonnis vastgesteld op € 1.861,73, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de vijftiende dag na deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt de Volksbank in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 173 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen met € 90 aan salaris advocaat en met de explootkosten als [eiseres] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden,
- en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van deze uitspraak tot de dag van volledige betaling,
3.6.
verklaart de veroordelingen onder 3.1. tot en met 3.5. uitvoerbaar bij voorraad,
3.7.
wijst het meer af anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.A.T. van Rens en in het openbaar uitgesproken op 13 oktober 2023.
JO/4972
Bijlage: De whatsapp-berichten rondom de hypotheekaanvraag in november 2021
01 november 2021
12:29: aanvrager: Deze woning 317 en een half duizend
12:32: [A] : Top belde net
12:32: aanvrager: Super
12:32: [A] : Salaris ingedekt?
12:33: aanvrager: nee
12:33: aanvrager: Ik heb jou voor
12:34: [A] : Grrrrr ff regelen bij je neef dan. Per 1 november en ook ff
echt in loondienst dus ook naar uwv en alles
12:34: aanvrager: komt goed
12:34: aanvrager: ga ik doen
12:34: aanvrager: Maar Duitsland
12:34: aanvrager: Kan dat
12:34: [A] : Ja moet ook lukken
12:34: aanvrager: Okay dan
12:34: aanvrager: Bel jij vanmiddag terug
Op 10 november 2021
(De aanvrager stuurt [eiseres] loonstroken van [bedrijf] over de maanden juli tot en met oktober 2021 en een werkgeversverklaring)
13:01: aanvrager: Heb gestuurd wil jij na kijken
13:01: aanvrager: En graag alle kosten die bij komt in de hypotheek doen
13:01: aanvrager: Zo dat ik niks hoef uit mijn zak betalen dankjewel
13:04: [A] : Check
13:04: aanvrager: Kijk maar welke makkelijk is zo dat geen werk heb
13:04: aanvrager: vrijdag moet ik tekenen
13:05: [A] : Zijn er wel betalingen naar jou geweest?
13:05: aanvrager: Niet nu
13:05: aanvrager: Ze vragen toch niet
13:06: aanvrager: Voorge keer ook niet gevraagd
13:06: [A] : Jazeker wel
13:06: aanvrager: Ow
13:06: [A] : Daar héb ik nog tegen moeten lullen
13:06: aanvrager Dus deze mand moet overmaken
13:06: aanvrager Ja klopt
13:06: [A] : Ja sowieso
13:07: aanvrager Is goed zal ik laten doen
13:07: [A] : Top
13:07: [A] : En ook bij uwv aangemeld hé
13:07: aanvrager Ja alles goed is wel
13:07: [A] : Oke
13:07: aanvrager: Kijk maar welke bank makkelijk is doen wij daar
13:07: [A] : Oke”
17 november 2021
16:25: aanvrager: Maar kan jij niet beter net als voor ge keer bank
zoeken die niet kijkt
16:26: [A] : Ben bang dat we dan problemen krijgen
16:26: aanvrager: Okay
16:26: [A] : Is even kleine investering en dan alles goed zoals het moet en geen
gezeur
16:26: aanvrager: Ja dat is geen probleem allen ik ben bang
dat niet gaat redden in de 5 weken
16:26: aanvrager: Beter alle kanten proberen
16:26: aanvrager: Als zelfde bank doen dan
22 november 2021
12:25: aanvrager: Rest aan jou vriend
12:25: [A] : Top
12:26: aanvrager: Graag aub
12:26: [A] : Regel ik en ook wel uwv aangemeld?
12:26: aanvrager: En Duitsland ik ben mee bezig
12:26: [A] : Top

Voetnoten

1.Een procedure van [eiseres] tegen Volksbank om de registraties te verwijderen, of een procedure van Volksbank tegen [eiseres] voor een verklaring voor recht dat zij [eiseres] mag registreren
2.Algemene Verordening Gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016,
3.Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen