ECLI:NL:RBMNE:2023:542

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
7 februari 2023
Publicatiedatum
13 februari 2023
Zaaknummer
UTR 22/4028
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag scootmobiel op basis van deskundigenadvies en alternatieve vervoersmogelijkheden

Op 15 december 2021 heeft eiser een aanvraag ingediend voor een scootmobiel bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht. Verweerder heeft advies gevraagd aan een arts van Argonaut, die eiser op 28 maart 2022 heeft onderzocht. De arts concludeerde dat er geen medische indicatie was voor het verstrekken van een scootmobiel, omdat het gebruik ervan niet bijdraagt aan de verbetering van de gezondheid van eiser. In plaats daarvan werd een leefstijladvies gegeven. Verweerder heeft op basis van dit advies de aanvraag op 24 mei 2022 afgewezen, en het bezwaar van eiser tegen deze afwijzing werd op 29 juli 2022 ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft op 7 februari 2023 het beroep van eiser tegen het bestreden besluit behandeld. Eiser was van mening dat zijn gezondheid verslechterde en vroeg om een herkeuring, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder zich terecht op het deskundigenadvies kon baseren. De rechtbank concludeerde dat er alternatieve vervoersmogelijkheden beschikbaar waren voor eiser, zoals de buurtmobiel, bus of regiotaxi, en dat de afwijzing van de scootmobiel terecht was. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en eiser kreeg zijn griffierecht niet terug. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter N.M. Spelt, in aanwezigheid van griffier S. van den Broek.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 22/4028
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 7 februari 2023 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht

(gemachtigde: mr. B. Arabaci).

Zitting

De rechtbank heeft het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van verweerder van 29 juli 2022 op 7 februari 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser en de gemachtigde van verweerder.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de rechtbank onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan. De motivering van die uitspraak vermeldt de rechtbank hierna onder de beslissing.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Inleiding

1. Eiser heeft op 15 december 2021 een scootmobiel aangevraagd bij verweerder. [1]
2. Verweerder heeft voor de beoordeling van de aanvraag van de scootmobiel advies gevraagd aan een arts van Argonaut. Hij heeft eiser op het spreekuur van 28 maart 2022 onderzocht. Volgens de arts is er geen medische indicatie voor het verstrekken van een scootmobiel. Hij beargumenteert in zijn advies van 24 mei 2022 dat eiser een loopbeperking heeft, als gevolg van beperkte inspanningstolerantie en lichaamsbouw. Voor eiser zijn bewegen en gewichtsreductie belangrijk om de klachten te verbeteren. Het gebruik van een scootmobiel draagt hier niet aan bij. Een leefstijladvies kan van nut zijn als eiser hiervoor openstaat, aldus de arts.
3. Met het primaire besluit van 24 mei 2022 heeft verweerder de aanvraag voor een scootmobiel afgewezen. Hiertegen heeft eiser bezwaar gemaakt. Met het bestreden besluit van 29 juli 2022 heeft verweerder het bezwaar ongegrond verklaard.

Inhoud bestreden besluit (in essentie)

4. Verweerder blijft bij het besluit om geen scootmobiel toe te kennen aan eiser. Hierbij baseert verweerder zich op het deskundigenadvies van Argonaut van 24 mei 2022. Dit voldoet volgens verweerder aan de voorwaarden die aan een dergelijk advies gesteld worden. Ook inhoudelijk komt het medisch oordeel verweerder niet onjuist voor. Uit medische informatie volgt immers dat eiser beweging nodig heeft om toename van klachten te voorkomen en het functioneren te verbeteren. Een scootmobiel beperkt juist de beweging en is zodoende anti-revaliderend. Uit rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) volgt dat een dergelijke voorziening niet als doeltreffend kan worden aangemerkt. [2]
5. Verder blijkt uit het advies niet dat een tijdelijke oplossing nodig is. Eiser kan namelijk voorzien in zijn lokale vervoersbehoefte. Hij kan zonder loophulpmiddelen ongeveer 400 meter overbruggen. De verwachting is dat verbetering kan optreden. Eiser kan zich verplaatsen met de buurtmobiel, bus, of regiotaxi. Dat hij hier praktische bezwaren tegen heeft maakt niet dat deze voorzieningen ongeschikt zijn.

Beroepsgronden (in essentie)

6. Eiser is het niet eens met de afwijzing van zijn aanvraag om een scootmobiel. Hij voert aan dat zijn gezondheid met sprongen achteruit gaat. Om deze reden had eiser een (medische) herkeuring gewild in de bezwaarprocedure, maar deze heeft niet plaatsgevonden.

Beoordeling door de rechtbank

7. De rechtbank geeft eiser in deze procedure geen gelijk. Verweerder vindt een scootmobiel in de situatie van eiser geen passende oplossing en zegt dat er andere voorzieningen zijn waar hij gebruik van kan maken. Hierbij baseert verweerder zich op het advies van de arts van Argonaut. Niet gebleken is dat dit advies onzorgvuldig, onjuist of tegenstrijdig is. [3] De arts van Argonaut heeft eiser gezien op het spreekuur [4] en lichamelijk en oriënterend psychisch onderzoek uitgevoerd. Ook is medische informatie ingewonnen en betrokken. De medische problematiek is helder weergegeven. Verweerder mocht zich daarom baseren op dit advies. Uit de informatie die eiser heeft overgelegd van de huisarts blijkt niet dat het medisch advies van de arts van Argonaut onjuist is. Een herkeuring was daarom ook niet nodig.
8. De rechtbank concludeert dat verweerder een scootmobiel heeft mogen weigeren.
9. Het beroep is ongegrond. Eiser krijgt daarom zijn griffierecht niet terug.
10. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 7 februari 2023 door mr. N.M. Spelt, rechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015.
2.Verweerder verwijst naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 23 oktober 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:2254.
3.Vergelijk de uitspraak van de Raad van 16 december 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:2720 r.o. 4.2.
4.Het spreekuur vond plaats op 28 maart 2022.