Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met productie 1 t/m 14,
- het verweerschrift met productie 1 en 2.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak gaat het om een deelgeschil tussen [verzoeker] en A.S.R. Schadeverzekering N.V. over de redelijkheid van het uurtarief van de belangenbehartiger van [verzoeker] in een letselschadezaak. [verzoeker] heeft na een verkeersongeval op 30 maart 2022, waarbij hij letsel heeft opgelopen, de heer [A] ingeschakeld voor de afhandeling van zijn schade. Er is een uurtarief van € 185,- afgesproken voor inhoudelijke werkzaamheden en € 80,- voor administratieve werkzaamheden. A.S.R. heeft echter het uurtarief van [A] als te hoog bestempeld en biedt een vergoeding aan van € 80,- voor inhoudelijke en € 50,- voor administratieve werkzaamheden. De zaak is ter beoordeling voorgelegd aan de kantonrechter in een deelgeschilprocedure, waarbij de kantonrechter de redelijkheid van de uurtarieven en de genoteerde uren heeft beoordeeld. De kantonrechter oordeelt dat het uurtarief van € 185,- niet redelijk is, gezien de achtergrond en ervaring van [A], en stelt het redelijke uurtarief vast op € 80,- voor inhoudelijke en € 50,- voor administratieve werkzaamheden. De kantonrechter heeft ook de genoteerde uren beoordeeld en komt tot de conclusie dat een totale tijdsbesteding van 11 uur redelijk is, wat resulteert in een te betalen bedrag van € 353,32 aan buitengerechtelijke kosten. Daarnaast zijn de kosten van de deelgeschilprocedure begroot op € 358,- excl. BTW, vermeerderd met griffierecht. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van de beschikking tot aan de dag van algehele voldoening.