4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen van de feiten 1 tot en met 5
Een
proces-verbaal van aangifte (en de daarbij gevoegde bijlagen), houdende de verklaring van [slachtoffer 1] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb sinds 22 oktober 2005 een relatie met [verdachte] . Vandaag op 4 januari 2023 te [woonplaats] zag ik de duivel in de ogen van [verdachte] . Hij heeft het volgende tegen mij geschreeuwd: ‘Jij gaat zien hoe ik iedereen dood maak en je krijgt de kogel door je kop’. We stonden op 4 januari 2023 in de woonkamer. [verdachte] werd boos op mij. Hij greep mij bij mijn nek en drukte mij op de grond in de woonkamer. Daarna gaf [verdachte] mij een vuistslag op mijn gezicht. Ik werd geraakt op mijn lip. Daarna kreeg ik een stomp in mijn maag. Daar zei [verdachte] dat hij wilde dat ik hem aankeek. Hij zei: "kijk goed in mijn ogen, het is de duivel die je ziet."
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ook zei hij: “Ik schiet je liever dood.” Hij riep dingen als: “ik maak je kapot, vuile kankerrat”. Het gedrag en de uitlatingen van mijn stiefvader zijn erg bedreigend voor mij, want hij heeft mij in het verleden diverse keren mishandeld. In november 2016 heeft hij mij met mijn eigen telefoon in mijn gezicht geslagen. Ik heb daar nog een litteken van bij mijn linker wenkbrauw.
Een
proces-verbaal van bevindingen (en de daarbij gevoegde bijlagen), inhoudende bewijsstukken huiselijk geweld, opgemaakt door verbalisant [verbalisant 1] , inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vandaag, donderdag 5 januari 2023 belde ik, verbalisant
[slachtoffer 2] . Ik belde haar omdat ik aanvullende informatie wilde over de door haar gedane aangifte. Ik gaf aan dat ik de door haar gedane aangifte had gelezen en dat ik mij afvroeg of zij schermafbeeldingen kon maken van de bedreigingen die via WhatsApp waren gedaan. Ik hoorde [slachtoffer 2] zeggen dat zij dit kon doen en deze door wilde sturen. Ik vroeg [slachtoffer 2] of zij verdere bewijzen had van huiselijk geweld. Ik hoorde haar zeggen dat zij een foto had van letsel boven haar oog, dit was gebeurd doordat haar stiefvader, verdachte [verdachte] haar met haar eigen telefoon boven haar oog had geslagen op 6 november 2016.
[slachtoffer 2] en haar broertje [slachtoffer 4] hebben tijdens genoemd whatsapp-gesprek ook contact gehad, dit was op 4 januari 2023 tussen 10.23 uur en 15.20 uur.
In die chatgesprekken staat onder meer, zakelijk weergegeven, de volgende conversatie tussen [slachtoffer 4] (hierna: [slachtoffer 4] ) en aangeefster (hierna: [slachtoffer 2] ):
[slachtoffer 4] : niet tegen papa zeggen, maar je gaat eraan. Er staat 1000 euro op je hoofd
[slachtoffer 4] : Zou ander werk gaan zoeken
[slachtoffer 2] : hoeft niet
[slachtoffer 4] : Ja wel, hij schiet je voor je werk door je hoofd
[slachtoffer 2] : lieverd maak je niet druk
[slachtoffer 4] : Niet je koffer pakken, trap er niet in.
[slachtoffer 4] : als je komt slaat hij je dood.
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 3] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
De aangifte is tegen de vriend van mijn moeder, genaamd: [verdachte] . De mishandelingen spelen zich al af vanaf het moment dat ik 5/6 jaar oud was. Maar
zijn de afgelopen jaren alleen maar erger geworden. Ongeveer een maand geleden ben ik voor het laatst mishandeld. Ik hoorde hem toen meerdere keren zeggen: wat zeg jij tegen mij en vervolgens zag ik dat hij met zijn rechterhand een vuist maakte en deze naar mijn gezicht bewoog. Vervolgens zag en voelde ik dat hij met zijn rechtervuist op mijn linkerwang sloeg. Ik voelde direct pijn op mijn wang.
Een proces-verbaal van verhoor verdachte, afgelegd bij de rechter-commissaris, onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
Als ik alcohol drink, word ik een soort duiveltje.
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 22 september 2023, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van de feiten 1 en 2:
Ik was verbaal agressief. Ik heb veel geschreeuwd. Mijn boosheid haalt mij dan in. Ik heb [slachtoffer 1] die dag in haar nek gegrepen en naar de grond geduwd.
Ten aanzien van feit 3
Het klopt dat [slachtoffer 2] door een afstandsbediening is geraakt. Ik heb daar ook mijn excuses voor aangeboden.
Ten aanzien van feit 4
Ik heb [slachtoffer 3] met de vlakke hand tegen zijn hoofd geslagen. Dit is korter dan 6 jaar geleden geweest.
Ten aanzien van feit 5
Ik heb [slachtoffer 2] die woorden geappt, die zijn terug te lezen. Ik heb dat gezegd, dat klopt. Ik ben mijn emoties en woede niet de baas.
Deze bewijsmiddelen worden, ook in hun onderdelen, slechts gebruikt ter bewijs van het feit of de feiten, waarop ze gezien hun inhoud betrekking hebben.
Bewijsoverweging feit 1
De rechtbank stelt vast dat de opgenomen gedachtestreepjes onder dit tenlastegelegde feit bijna in zijn geheel zijn te herleiden naar het incident dat zich op 4 januari 2023 heeft voorgedaan en aansluiten bij wat aangeefster daarover heeft verklaard. Verdachte heeft bekend dat hij aangeefster bij de nek heeft gegrepen en naar de grond heeft geduwd, maar heeft ontkend dat hij haar heeft geslagen. De rechtbank acht dit echter, gezien de context waarin deze handelingen zich hebben voorgedaan, te weten een heftige ruzie, niet aannemelijk en volgt de lezing van aangeefster. Aangeefster heeft verklaard dat zij met een vuistslag in het gezicht is geslagen, waarbij zij op haar lip is geraakt en in haar maag is gestompt. Dat aangeefster op haar lip is geraakt, wordt ondersteund door de gemaakte foto na het incident waarop een wondje op de lip van aangeefster te zien is.
Het onder feit 1 tenlastegelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Op grond van het dossier kan echter niet wettig en overtuigend worden bewezen dat aangeefster over de gehele tenlastegelegde periode meermaals is geschopt en geslagen. Op dat punt vindt de verklaring van aangeefster onvoldoende steun in het dossier. Verdachte zal daarom van dit deel van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging feit 2
De verdachte heeft ter terechtzitting weliswaar niet bekend de in de tenlastelegging opgenomen bedreigingen te hebben geuit, maar hij heeft wel bekend dat hij verbaal agressief is geweest tegen aangeefster. Ook heeft hij verklaard dat zijn boosheid hem inhaalt. Verdachte en aangeefster hadden op dat moment een hevige ruzie over de dochter. Verdachte heeft verder bij de rechter- commissaris verklaard dat hij een duiveltje wordt op het moment dat hij alcohol drinkt. Dit komt eveneens terug in de verklaring van aangeefster, waarin zij zegt dat zij de duivel in de ogen van verdachte zag. Deze aspecten in onderling verband en samenhang bezien maakt dat de rechtbank van oordeel is dat op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte aangeefster heeft bedreigd.
Bewijsoverweging feit 3
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard over een afstandsbediening en aangeefster over een telefoon. De rechtbank stelt vast dat echter wel over hetzelfde moment wordt gesproken, nu verdachte bekend dat het letsel bij aangeefster bij dit incident is ontstaan. De rechtbank volgt ten aanzien van het gebruikte voorwerp de verklaring van aangeefster. De foto van het letsel van aangeefster is op 6 november 2016 gemaakt. Toen was aangeefster nog minderjarig.
Het onder feit 3 tenlastegelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
Op grond van het dossier kan echter niet wettig en overtuigend worden bewezen dat aangeefster over de tenlastegelegde periode meermaals is geschopt en geslagen. Op dat punt vindt de verklaring van aangeefster onvoldoende steun in het dossier. Verdachte zal daarom van dit deel van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Bewijsoverweging feit 4
Door aangever is heel specifiek verklaard dat hij een maand voor de aangifte door verdachte in het gezicht is geslagen. Verdachte heeft verklaard dat hij aangever met de vlakke hand heeft geslagen en dat zich dat binnen de tenlastegelegde periode heeft voorgedaan. De rechtbank acht dit voldoende om vast te stellen dat verdachte en aangever het over hetzelfde moment hebben. De rechtbank acht het dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte aangever eenmaal in het gezicht heeft geslagen. De rechtbank stelt vast dat de precieze datum van de mishandeling uit het dossier niet is vast stellen, maar dat vanaf 2019 de mishandelingen weer begonnen. Aangever heeft op 4 januari 2023 verklaard dat het incident zich ongeveer een maand geleden had voorgedaan. De rechtbank zal daarom
15 november 2019 als startdatum nemen voor de tenlastegelegde periode. Omdat aangever op dat moment meerderjarig was, zal verdachte partieel worden vrijgesproken van de strafverzwarende omstandigheid dat het een kind betrof dat hij verzorgde of opvoedde als behorend tot zijn gezin.
Het onder feit 4 tenlastegelegde kan voor het overige wettig en overtuigend worden bewezen.
Bewijsoverweging feit 5
De rechtbank stelt voorop dat voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel zware mishandeling is vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging en de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat zij het leven zou kunnen verliezen dan wel zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen en dat het opzet van de verdachte daarop was gericht.
Verdachte heeft in het bijzijn van zijn zoon [slachtoffer 4] diverse bedreigende uitingen jegens aangeefster gedaan, waaronder ‘ik schiet je kapot’. Er had eerder een hevige ruzie plaatsgevonden tussen verdachte en aangeefster, waarbij verdachte aangeefster heeft bedreigd met die bewoordingen en ook uitgescholden en zij uiteindelijk het huis uit is gevlucht. Daarna heeft verdachte aangeefster ook nog app-berichten gestuurd met nare bewoordingen.
Gezien die context waarin verdachte in het bijzijn van [slachtoffer 4] vervolgens de bedreigingen heeft geuit – en gelet op het gezinsverband waarin verdachte, aangeefster en [slachtoffer 4] samenwoonden – , heeft verdachte op zijn minst voorwaardelijke opzet gehad dat deze bedreigingen aangeefster ook daadwerkelijk zouden bereiken. Gelet op de inhoud van de bedreigingen en de context waarin de bedreigingen zijn geuit, is de rechtbank ook van oordeel dat bij aangeefster de vrees kon ontstaan dat zij het leven zou laten.
Het onder feit 5 tenlastegelegde kan wettig en overtuigend worden bewezen.
De rechtbank kan op grond van het dossier niet vaststellen dat de bedreigingen, die onder de gedachtestreepje 2 en 3 staan opgenomen, aangeefster daadwerkelijk hebben bereikt. Verdachte zal derhalve van dit deel van het tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Vrijspraak feit 6
Ten laste gelegd is dat verdachte zijn vinger(s) in de vagina van aangeefster heeft gebracht. Aangeefster heeft hierover verklaard. Op basis van het dossier is echter niet vast te stellen of dit is gebeurd toen aangeefster jonger was dan 16 jaar. De rechtbank zal verdachte dan ook om die reden vrijspreken van het onder 6 tenlastegelegde.
Partiële vrijspraak feit 7 en 8
Onder feit 7 en 8 is tenlastegelegde dat aangeefster verdachte heeft moeten pijpen. Uit de verklaring van aangeefster volgt niet wanneer dit incident zich precies heeft voorgedaan. De rechtbank stelt vast dat dit in de periode van 2014 tot en met 2022 moet zijn geweest. Echter nu niet kan worden vastgesteld hoe oud aangeefster was ten tijde van het pijpen, dient verdachte van dit deel van het tenlastegelegde onder 7 en 8 te worden vrijgesproken.
De rechtbank zal verdachte tevens partieel vrijspreken van het vijfde gedachtestreepje onder feit 8, nu dit incident zich zou hebben voorgedaan toen aangeefster een stuk jonger was, te weten 13 of 14 jaar. Dit valt niet onder de tenlastegelegde periode.
Bewijsmiddelen van de feiten 7 tot en met 9
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 2] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Tegen wie doe je aangifte?
A: Mijn stiefvader [verdachte] . Hij is mijn stiefvader
V: Hoe oud was je toen het begon en hoe oud was je toen het stopte?
A: Ik was ongeveer 12 toen het begon en 23 toen het stopte.
V: Op welke manier kon hij dan intimiderend zijn?
A: Heel agressief, verbaal sterk en gemeen met woorden.
V: Geef eens een voorbeeld van de agressie?
A: Hij kon heel erg schreeuwen of heel dreigend tegenover je staan. Hij maakte wel
eens een sla beweging. Hij sloeg wel, maar niet heel vaak. Doordat hij het af en toe
wel deed was je heel bang dat het wel ging gebeuren.
A: Hij heeft vanaf jong af aan, toen ik borsten begon te krijgen, zat hij vaak aan
me. Hij greep me vaak bij mijn borsten of billen. Als ik voorbij liep.
V: Welke seksuele handelingen deed jouw stiefvader met jou voor je 16de?
A: Ik weet zeker dat het aftrekken gebeurd is en dat hij aan mijn borsten en billen zat. En het over mijn billen en borsten en mijn gezicht spuiten na het aftrekken.
V: Als we kijken naar voor je 16e. Hoe vaak is dat aftrekken gebeurd?
A: Ik denk twee keer per maand.
V: En als hij dan vroeg of je hem een handje wilde helpen, hoe reageerde jij dan?
A: Ik wilde dat dan niet, maar als ik tegenstribbelde werd hij boos en geïrriteerd.
En hij deed dan boos tegen mijn moeder. Dan was hij in een slechte bui en werd hij
erg verbaal. Ook zette hij dan keihard muziek op. Om te voorkomen dat hij zich dan
ging afreageren op mijn moeder deed ik het dan toch.
V: Bij het aftrekken, moest jij het altijd bij hem doen, of deed hij het ook wel eens
zelf?
A: Als hij over mijn gezicht of borsten wilde spuiten moest ik het altijd doen. Als
hij over mijn billen wilde spuiten begon ik en maakte hij het af. Hij vroeg dan of ik
wilde bukken.
V: Je zei dat het betasten van je borsten en billen door hem heel regelmatig
gebeurde, vertel daar eens over?
A: Dat gebeurde eigenlijk altijd als ik langs hem liep. Dus echt heel vaak.
V: We willen het hebben over het incident met zijn vingers. Kan je vertellen hoe dit ging?
Ik weet niet of ik nu 15 of 16 was toen dit gebeurde. Ik was in slaap gevallen op de bank naast hem. Ik werd toen wakker doordat hij met zijn vingers een beetje in mij zat. Hij wist dat ik niet wilde dat hij mij van onder aanraakte.
V: Wat zie of voel je dan als je wakker wordt?
A: Dat hij dicht bij mij zat en ik voelde dat hij met zijn hand bij mijn vagina zat.
Ik voelde gewoon dat hij met zijn vingers in mij zat. Ik voelde 2 vingers.
V: Kan je uitleggen hoe ver een beetje was?
A: Ik denk 1 vingerkootje.
V: Waar is dit dan, dat vingerkootje? Erop, tussen de schaamlippen of erin?
A: Tussen de schaamlippen een beetje erin.
V: Hoe reageerde jij toen je doorhad wat er gebeurde?
A: Ik schrok en ging rechtop zitten. Ik heb niet echt wat gezegd. Toen hij merkte dat
ik wakker was trok hij zijn hand weg.
V: Je zei dat ‘hij wist dat ik niet wilde dat hij maar daar ging aanraken’. Hoe wist hij dat?
A: Als ik hem aan het aftrekken was legde hij vaak zijn hand tussen mijn been en probeerde er dan tussen te komen. Ik wilde dit echt niet en hield dit tegen.
V: Vond jij dat of vond hij dat?
A: Hij was soms dagenlang boos en dan begon hij hints te geven en dan wist ik dat
ik het deed het weer oké was.
V: Welke seksuele handelingen zijn er gebeurd toen je 16 en 17 jaar oud was?
A: Eigenlijk-dezelfde handelingen. Aftrekken, spuiten over billen, borsten en gezicht
en het betasten van mijn billen en borsten.
V: Wat kan je vertellen over het betasten van je billen en borsten in deze periode?
A: Dat is nooit veranderd. Ook qua regelmaat niet. Dit bleef hetzelfde.
V: Welke seksuele handelingen zijn er gebeurd vanaf je 18e?
A: Dit blijft het zelfde. Aftrekken, spuiten over borsten, billen en gezicht en het
betasten. Over het pijpen weet ik niet precies hoe oud is was. Ik gok dat dit tussen
mijn l7de en mijn 20ste is geweest.
V: Was dit besef er altijd al?
A: Ja wel al lang. Want ik wist dat als ik het zou doen ik de rust en vrede kon
bewaren in huis. Dus als hij hints gaf dan bleef ik op ook al wilde ik naar bed.
Hierdoor werd hij dan niet boos op mijn moeder. Het was aan de ene kant een keuze,
maar aan de andere kant niet. Ik zag het niet als keuze want ik kwam er niet mee weg
om het niet te doen. Want uiteindelijk gebeurde het toch.
V: Hoe ging het spuiten over borsten, billen en gezicht vanaf jouw 18de?
A: Dit gebeurde regelmatig. Ik moest hem dan eerst aftrekken en daarna spoot hij over mij heen of in een doekje. Hij had ook een alcoholprobleem, dus dit duurde soms heel erg lang voordat hij klaar kwam.
V: Wat kan je vertellen over het betasten van borsten en billen vanaf jou 18de.
A: Dat bleef ook hetzelfde, maar hij wilde wel steeds graag aan mijn tepels zitten.
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 22 september 2023, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Vanaf toen [slachtoffer 2] 17 jaar oud was heb ik haar weleens gevraagd om een ‘handje te helpen’. We zaten dan op de bank en dan trok ze mij af. Dit is een aantal keren voorgevallen. Mijn sperma kwam dan weleens terecht op haar borst. Toen zij 22 of 23 jaar oud was, hebben wij besloten dat het genoeg was.
Bewijsoverwegingen feit 7 en 8
Betrouwbaarheid verklaring aangeefster
Aangeefster is eenmaal bij de politie gehoord. Gedurende dat verhoor heeft aangeefster consequent en redelijk gedetailleerd verklaard over dat zij vanaf haar twaalfde al door verdachte werd aangeraakt en welke seksuele handelingen er door de jaren heen werden verricht. Ook heeft zij gedetailleerd verklaard waar en op welke momenten het seksueel misbruik plaatsvond, te weten in de woning waar het gezin woonachtig was en dan meer specifiek op de bank in de woonkamer.
De betrouwbaarheid van haar verklaring kan weliswaar niet worden getoetst aan de hand van andere verklaringen die zij heeft afgelegd - nu deze er niet zijn - maar zij is consequent in de verklaring die zij heeft afgelegd.
De rechtbank heeft noch in het dossier noch in wat er ter terechtzitting is besproken een aanknopingspunt gevonden waaruit valt af te leiden dat aangeefster een motief zou hebben om verdachte vals te beschuldigen. Uit het dossier komt juist naar voren dat aangeefster ondanks alles verdachte tot aan zijn aanhouding nog steeds als haar "papa" zag. De rechtbank ziet daarom geen redenen om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangeefster te twijfelen. Daarnaast vindt de verklaring van aangeefster steun in de verklaring van verdachte, waarbij hij toegeeft dat er seksuele handelingen zijn verricht. Verder zijn er naar het oordeel van de rechtbank geen contra-indicaties voor de juistheid van de verklaring van aangeefster. De rechtbank zal op grond van het voorgaande de verklaring van aangeefster als uitgangspunt nemen bij de hieronder opgenomen feiten.
Overige bewijsoverwegingen
Op grond van het dossier en de verklaring van aangeefster is niet komen vast te staan dat aangeefster door middel van geweld of door bedreiging met geweld is gedwongen tot het verrichten dan wel ondergaan van seksuele handelingen. Van door een 'feitelijkheid’ dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam kan slechts sprake kan zijn indien de verdachte door die feitelijkheid opzettelijk heeft veroorzaakt dat het slachtoffer die handelingen tegen zijn/haar wil heeft ondergaan. Van door een feitelijkheid dwingen als hiervoor bedoeld kan sprake zijn indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Feiten en omstandigheden die voorafgaand aan de ten laste gelegde periode hebben plaatsgevonden kunnen mede redengevend zijn voor het bewijs van de uitgeoefende dwang (vgl. ECLI:NL:HR:2013:494). De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 8 juni 2014 tot en met 7 juni 2016 door middel van andere feitelijkheden aangeefster heeft gedwongen tot het ondergaan van een seksuele handeling, die bestond uit het binnendringen van haar lichaam én dat verdachte aangeefster in de periode van 8 juni tot en met 1 november 2022 door middel van andere feitelijkheden heeft gedwongen tot het plegen dan wel dulden van ontuchtige handelingen.
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Verdachte was de stiefvader van aangeefster en had daardoor als volwassene en door het feit dat hij de ‘vader’ was van aangeefster al een bepaald overwicht. Er was ook sprake van een afhankelijkheidsrelatie. Daar komt nog bij dat verdachte boos werd als aangeefster bepaalde handelingen niet wilde uitvoeren. Aangeefster onderging het vaak omdat zij niet wilde dat verdachte zich op haar moeder en broertje zou afreageren. Ze wilde de rust in het huis bewaren. Dit aspect draagt eveneens bij aan het overwicht dat verdachte op aangeefster had. In de tenlastegelegde periode van 8 juni 2014 tot en met 7 juni 2016 lag aangeefster op de bank naast haar stiefvader te slapen toen zij wakker werd en een vinger in haar vagina voelde. Verdachte wist dat aangeefster niet wilde dat hij haar van onderen zou aanraken, dat had aangeefster hem meerdere malen goed duidelijk gemaakt. Een belangrijk detail hierbij is dat aangeefster altijd met een kussen tussen haar benen sliep. Dat verdachte wist dat hij fout zat en iets deed tegen de wil van aangeefster, leidt de rechtbank af uit het feit dat verdachte snel zijn hand wegtrok toen aangeefster wakker werd. De door verdachte verrichte handeling is onverhoeds geweest nu zij lag te slapen.
In de tenlastegelegde periode van 8 juni 2017 tot en met 1 november 2022 is wederom de eerder genoemde afhankelijkheidsrelatie en het daarmee samenhangende overwicht dat verdachte op aangeefster had relevant. Uit de verklaring van aangeefster volgt dat zij door verdachte werd betast op haar billen en borsten. Ook volgt uit haar verklaring dat zij verdachte met enige regelmaat heeft moeten aftrekken, waarna verdachte op het lichaam van aangeefster is klaargekomen. Dit gegeven wordt ondersteund door de verklaring van verdachte zelf. De rechtbank acht hierbij tevens van belang dat aangeefster ook hier de handelingen onderging of verrichtte om de vrede in huis te bewaren. Uit de verklaring van aangeefster volgt verder zij diverse malen heeft aangegeven dat zij bepaalde handelingen niet wilde verrichten. Zij verklaarde ook dat tegenstribbelen geen zin had, omdat verdachte dan boos en geïrriteerd werd. Aangeefster had mede daardoor het gevoel dat zij geen keuze had en er niet onder uit kon komen. Verdachte heeft hiermee geen acht geslagen op het non (verbale) protest van aangeefster en heeft zelfs agressief gereageerd op het protest van aangeefster.
Concluderend komt de rechtbank tot het oordeel dat door middel van de hierboven besproken feitelijkheden, die in onderling verband en samenhang worden beschouwd, verdachte een dusdanige dwang heeft uitgeoefend op aangeefster dat zij daardoor tegen haar wil werd gedwongen tot het ondergaan en verrichten van seksuele handelingen.
Het onder feit 7 en feit 8 tenlastegelegde kan derhalve wettig en overtuigend worden bewezen
Bewijsoverweging feit 9
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de inhoud van voornoemde bewijsmiddelen wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte in de tenlastegelegde periode meermalen meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd met aangeefster toen zij nog minderjarig was.
De rechtbank spreekt verdachte partieel vrij van de onder het tweede gedachtestreepje opgenomen handeling, te weten het pijpen, nu niet kan worden vastgesteld hoe oud aangeefster was ten tijde van deze handeling.
Vrijspraak feit 10
Aangever heeft verklaard dat hij vanaf zijn zestiende verdachte moest pijpen. Nu aangever de leeftijd van 16 jaren al had bereikt zal verdachte worden vrijgesproken van het onder
10 tenlastegelegde.
Bewijsmiddelen van feit 11
Een
proces-verbaal van aangifte, houdende de verklaring van [slachtoffer 3] , onder meer inhoudende, zakelijk weergegeven:
V: Tegen wie doe je aangifte?
A: Tegen [verdachte] . Hij is mijn stiefvader.
V: Waar zijn de feiten gebeurd?
A: Thuis. In de keuken en in de woonkamer, [adres] in [woonplaats] .
A: Hij zei altijd: "Je doet het uit vrije wil, ik dwing je niet". Dat deed ik NIET, uit angst heb ik het gedaan. Ik wist dat als ik het niet deed, hij mij ging slaan.
Ik kan mij herinneren dat hij na de eerste keer tegen mij zei: "Dit neem je mee in je
grafkist, dit ga je aan niemand vertellen".
A: Op het moment zelf deed ik de handelingen uit pure angst, dat hij mij niet zou slaan.
V: Wat heb je uiteindelijk gedaan?
A: Ik moest hem net zo lang door blijven pijpen tot hij klaar kwam in mijn mond. Toen hij klaar kwam ben ik gelijk naar de wasbak in de keuken gerend en heb het uitgespuugd en mijn mond gespoeld.
V: Je zei net "ik moest hem net zolang blijven pijpen tot hij klaar kwam in mijn
mond". Waaruit bleek dat?
A: Op de momenten dat ik zijn lul uit mijn mond deed, hoorde ik hem zeggen: "Geef hem maar een kusje geef hem maar een kusje", waarbij hij wederom duwtjes gaf in mijn rug, net zolang tot ik zijn lul weer in mijn mond deed en doorging met pijpen.
V: Hoe oud was je toen dit gebeurde?
A: 16 jaar
A: De vijfde keer. Mijn stiefvader was aan het video bellen op de bank en ik zat op
de andere bank. Toen hij aan het bellen was stond hij op, liep hij langs mij en ik zag dat hij zijn lul uit zijn broek haalde. Hij liep naar de wc. Toen hij klaar was met bellen liep hij terug naar mij en ik hoorde hem zeggen: "Ik had wel gedacht dat je hem vast zou pakken". Hij ging verder met zichzelf spelen. Hij zei tegen mij: "Ik ga zo weer langs je lopen en ik hoop dat je hem dan vastpakt". Kort daarna stond hij op en liep langs mij en toen heb ik zijn lul vastgepakt en heb ik hem gepijpt. Ik hoopte dat het dan weer qua sfeer beter zou zijn. Terwijl ik hem aan het pijpen was, voelde ik dat hij met zijn hand mij hoofd vastpakte en mijn hoofd naar zijn lichaam trok.
V: Ging het pijpen, de handelingen die verricht zijn, op dezelfde manier als je nu verteld, of ging het anders ...
V: Hoe oud was je toen dit gebeurde?
A: Nog steeds 16.
A: De 6e keer is het met heel veel tegenzin geweest.
Hij vroeg mij of ik hem weer wilde pijpen. Ik antwoordde: "Nee, mama komt zo thuis, die kan dat dan doen". Dat heb ik ongeveer 6 keer herhaald naar hem.
V: Hoe reageerde je stiefvader daarop?
A: A: "Ah joh je kan mij toch wel even pijpen, pijp mij eventjes". Ik zat al op de bank en mijn stiefvader ging naast mij zitten. Alles aan kleding zat nog normaal er was nog niets uit. Toen hij naast mij zat ging hij mij weer duwtjes geven op mijn rug. Toen heb ik weer gezegd: "nee, mama komt zo thuis". Dit heb ik meerdere keren gezegd. Toen stond hij op, ging hij voor mij staan en toen zei hij: "Kom joh pijp mij gewoon eventjes, doe het gewoon eventjes". Ik was het zo zat en toen heb ik dat maar gedaan. Dit was begin 2022, net het Nieuwejaar, ik weet dat ik toen nog 17 jaar was.
V: Vertel eens over de laatste keer dat er iets op seksueel gebied tussen jou en je
stiefvader gebeurde.
A: Dat was toen ik 18 jaar oud was. 2022. Einde schooljaar dus dat was zomer. Ik stond bij de tussendeur, gereed om naar school te gaan, om naar de achterdeur te
gaan. Mijn stiefvader kwam langs mij lopen richting de wc. Ik had al gezien dat hij
die ochtend al porno aan het kijken was en dat hij met zichzelf aan het spelen was.
Steeds zei hij tegen mij dat ik een mietje was, en dat soort dingen.
Hij liep naar de wc, ik zag dat hij zijn lul weer uit zijn broek haalde en zei: "wil
je mij echt niet pijpen? ".Ik hoorde hem zeggen: "Je bent een mietje, je durft het
niet." Toen dacht ik, ik doe het maar.
V: Welke posities gebeurde dit?
A: Hij stond in het toilet en ik ben op mijn knieën gegaan.
V: Wat van wat er tussen jou en je stiefvader is gebeurd, wat je hebt verteld aan
ons, was voor jou het ergste?
A: Dat het onder dwang is gedaan.
V: Welk gedrag of wat dan ook kwam bij jou over als dwang?
A: Zijn blik en zijn houding en gedrag als ik zou weigeren.
V: Hoe had jou stiefvader kunnen weten dat jij het niet wilde?
A: Ik heb bij meerdere situaties nee gezegd, maar het boeide hem niet.
V: Hoe had hij kunnen weten dat jij het pijpen niet wilde?
A: Ook omdat ik nee zei. Mijn houding dat ik het niet wilde.
De
verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 22 september 2023, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik weet dat het een keer op de bank is gebeurd. Het was in de ochtend en [slachtoffer 3] ging naar school. Ik zat een pornofilm te kijken en hij kwam naar beneden en pakte zijn schoolspullen. Het begon met een grap en die pakte verkeerd uit. Ik zei tegen hem ‘zoek je een leenlul’? [slachtoffer 3] kwam teruglopen en ging mij toen pijpen. Ik had zijn hoofd weg moeten duwen. Hij zat toen op het [school] . Daarna heb ik tegen hem gezegd, dit blijft tussen ons en toen ben ik naar bed gegaan.
Betrouwbaarheid verklaring aangever [slachtoffer 3]
Aangever is eenmaal bij de politie gehoord. Gedurende dat verhoor heeft aangever consequent en redelijk gedetailleerd verklaard over dat hij vanaf zijn zestiende jaar seksuele handelingen door de jaren heen bij verdachte heeft moeten verrichten. Ook heeft hij gedetailleerd verklaard waar en op welke momenten het seksueel misbruik plaatsvond, te weten in de keuken en in de woonkamer van de woning waar het gezin woonachtig was.
De betrouwbaarheid van zijn verklaring kan weliswaar niet worden getoetst aan de hand van andere verklaringen die hij heeft afgelegd - nu deze er niet zijn - maar hij is consequent in de verklaring die hij heeft afgelegd.
De rechtbank heeft noch in het dossier noch in wat er ter terechtzitting is besproken een aanknopingspunt gevonden waaruit valt af te leiden dat aangever een motief zou hebben om verdachte vals te beschuldigen. De rechtbank ziet geen redenen om aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangever te twijfelen. Daarnaast vindt de verklaring van aangever steun in de verklaring van verdachte, waarbij hij toegeeft dat er seksuele handelingen zijn verricht. Verder zijn er naar het oordeel van de rechtbank geen contra-indicaties voor de juistheid van de verklaring van aangever. De rechtbank zal op grond van het voorgaande de verklaring van aangever als uitgangspunt zal nemen bij de hieronder opgenomen feiten.
Overige bewijsoverwegingen
De rechtbank acht op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de periode van 1 maart 2020 tot 1 november 2022 meermalen aangever heeft verkracht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte aangever in die periode door middel van andere feitelijkheden heeft gedwongen tot het ondergaan van seksuele handelingen, die bestonden uit het binnendringen van zijn lichaam. Van geweld of bedreiging met geweld is de rechtbank niet gebleken. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Verdachte was de stiefvader van aangever en had daardoor als volwassene en door het feit dat hij de ‘vader’ was van aangever al een bepaald overwicht. Er was ook sprake van een afhankelijkheidsrelatie. Uit de door aangever gegeven verklaring volgt dat aangever vooral uit angst de seksuele handelingen bij verdachte heeft verricht. Aangever was bang dat wanneer hij zou weigeren hij door zijn stiefvader zou worden geslagen. Dit aspect draagt eveneens bij aan het overwicht dat verdachte op aangever had. Verder volgt uit de aangifte dat verdachte op bepaalde momenten ook maar bleef aandringen, op de momenten dat aangever aangaf dat hij niet wilde. Verdachte had hier maling aan en heeft daarmee geen acht geslagen op het (non) verbale protest van aangever. Daarnaast heeft verdachte de opmerking jegens aangever gemaakt ‘Dit neem je mee in je grafkist, dit ga je aan niemand vertellen’. Hieruit leidt de rechtbank af dat verdachte heel goed wist dat wat hij deed fout was.
Concluderend komt de rechtbank tot het oordeel dat door middel van de hierboven besproken feitelijkheden, die in onderling verband en samenhang worden beschouwd, verdachte een dusdanige dwang heeft uitgeoefend op aangever dat hij daardoor tegen zijn wil werd gedwongen tot het verrichten van seksuele handelingen bij verdachte.