In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 augustus 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot vervangende machtiging tot verhuur van een appartement. De verzoeker, [verzoeker sub 1] c.s., had op 5 juli 2022 een appartementsrecht gekocht en vroeg toestemming aan de Vereniging van Eigenaars (VvE) om het appartement te verhuren. De VvE weigerde deze toestemming, wat leidde tot het verzoek aan de kantonrechter om deze weigering nietig te verklaren en vervangende machtiging te verlenen.
De procedure begon met een verzoekschrift dat op 17 februari 2023 werd ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 27 juni 2023 werd duidelijk dat de VvE een beleid hanteert waarbij verhuur slechts in uitzonderlijke gevallen wordt toegestaan. De kantonrechter oordeelde dat de VvE op redelijke gronden de toestemming had geweigerd, onder verwijzing naar de belangen van de VvE en de betrokkenheid van eigenaren bij het appartementencomplex. De kantonrechter concludeerde dat de VvE niet zonder redelijke grond de toestemming had geweigerd en wees het verzoek van [verzoeker sub 1] c.s. af. Tevens werd [verzoeker sub 1] c.s. veroordeeld in de proceskosten van de VvE.
De beslissing benadrukt het belang van de VvE om een betrokken gemeenschap van eigenaren te behouden en de transitie van huur naar particulier bezit te bevorderen. De kantonrechter oordeelde dat de financiële belangen van de verzoeker niet opwegen tegen de belangen van de VvE en dat de verzoeker zich beter had moeten informeren over de mogelijkheden van verhuur voor de aankoop van het appartement.