Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 20 september 2023 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
[ouderenzorgorganisatie], te [plaats]
Rechtbank Midden-Nederland
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Midden-Nederland het beroep van eiseres tegen de beëindiging van haar WIA-uitkering na de loongerelateerde periode, per 15 november 2023. Eiseres, die voorheen 80-100% arbeidsongeschikt was, is na herbeoordeling door het Uwv als minder dan 35% arbeidsongeschikt beoordeeld. De rechtbank stelt vast dat er geen twijfel bestaat aan de juistheid van de medische en arbeidskundige beoordeling door het Uwv. Eiseres heeft zich op 16 november 2019 ziekgemeld en heeft op 2 augustus 2021 een aanvraag voor een WIA-uitkering ingediend. Het Uwv heeft haar in eerste instantie een loongerelateerde werkhervattingsuitkering (WGA) toegekend tot 15 november 2023. Na bezwaar van de derde-belanghebbende heeft het Uwv besloten de WGA-uitkering per 15 november 2023 te beëindigen, omdat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt is.
Eiseres is het niet eens met dit besluit en voert aan dat haar klachten zijn onderschat en dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De rechtbank oordeelt dat het Uwv zijn besluiten mag baseren op rapporten van zijn verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen, mits deze rapporten zorgvuldig zijn opgesteld en geen tegenstrijdigheden bevatten. Eiseres heeft geen gronden aangevoerd tegen de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek en de rechtbank ziet geen aanknopingspunten om te twijfelen aan de medische beoordeling.
De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft besloten dat eiseres vanaf 16 november 2023 geen recht meer heeft op een WIA-uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het beroep van eiseres wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgt in deze zaak. De proceskosten en het griffierecht worden niet vergoed.