In deze zaak heeft eiseres, een inwoner van de Bondsrepubliek Duitsland, beroep ingesteld tegen de Belastingdienst/Toeslagen omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag van 1 november 2021 voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag. De rechtbank heeft op 7 augustus 2023 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamer. Eiseres heeft op 29 juni 2023 een verweerschrift ontvangen van de Belastingdienst, maar beide partijen hebben ervoor gekozen om niet te worden gehoord op een zitting, waarna de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.
De rechtbank overweegt dat er geen geschil bestaat over het feit dat de beslistermijn is overschreden. Eiseres heeft op 9 juni 2023 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit, nadat zij de Belastingdienst in gebreke had gesteld. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het niet tijdig nemen van een besluit door de Belastingdienst. De rechtbank draagt de Belastingdienst op om uiterlijk 1 juli 2024 alsnog een besluit bekend te maken.
Daarnaast bepaalt de rechtbank dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten van € 418,50, en het door haar betaalde griffierecht van € 50,- moet door de Belastingdienst worden vergoed. De uitspraak is gedaan door rechter A.A.M. Elzakkers en is openbaar uitgesproken op 7 augustus 2023.