ECLI:NL:RBMNE:2023:4101
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om een vergoeding voor een schrijf- en gebarentolk voor het volgen van onderwijs
In deze zaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 28 juni 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een auditieve disbalans heeft, en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Eiseres had op 15 september 2021 een aanvraag ingediend voor een vergoeding voor een schrijf- en gebarentolk voor het volgen van een particuliere mode-opleiding. Het Uwv heeft deze aanvraag afgewezen, omdat er volgens hen geen sprake was van initieel onderwijs, wat een voorwaarde is voor vergoeding. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het Uwv heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat het beleid van het Uwv, dat particuliere opleidingen niet onder initieel onderwijs vallen, niet onredelijk is. Eiseres voerde aan dat zij recht had op vergoeding op basis van eerdere besluiten, maar de rechtbank oordeelde dat er geen concrete toezegging was gedaan door het Uwv voor de huidige aanvraag. Ook het beroep op het VN-gehandicaptenverdrag en het vertrouwensbeginsel werd door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeerde dat de gevolgen van het besluit niet onnodig nadelig waren en dat het Uwv in redelijkheid tot zijn besluit had kunnen komen.
De uitspraak benadrukt de strikte voorwaarden die gelden voor vergoedingen in het kader van onderwijsvoorzieningen en de interpretatie van wat onder initieel onderwijs valt. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht wordt niet teruggegeven. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.