ECLI:NL:RBMNE:2023:3545
Rechtbank Midden-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beslissing over voorlopige voorziening en beroep tegen huisverbod op basis van de Wet tijdelijk huisverbod
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 10 juli 2023 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een huisverbod dat aan eiser was opgelegd door de burgemeester van de gemeente Utrecht. Het huisverbod was ingegaan op 2 juli 2023 en had een duur van tien dagen. Eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Visscher, betwistte de rechtmatigheid van het huisverbod en voerde aan dat de burgemeester niet bevoegd was om dit op te leggen. De burgemeester, vertegenwoordigd door mr. L.A. Sluiter, verdedigde het besluit op basis van de acute dreiging van geweld binnen het gezin.
De voorzieningenrechter oordeelde dat de burgemeester inderdaad bevoegd was om het huisverbod op te leggen, gezien de omstandigheden van de zaak, waaronder eerdere geweldsincidenten. Echter, de voorzieningenrechter concludeerde dat de zitting te laat was gehouden, waardoor de maatregel niet langer gerechtvaardigd was. De voorzieningenrechter verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het besluit van de burgemeester voor zover het huisverbod na 10 juli 2023 zou voortduren, en wees het verzoek om voorlopige voorziening af. Eiser kreeg een proceskostenvergoeding van € 2.511,- toegewezen.
De uitspraak benadrukt de zorgvuldigheid die vereist is bij het opleggen van een huisverbod en de noodzaak voor een tijdige behandeling van dergelijke zaken. De voorzieningenrechter concludeerde dat de burgemeester de belangenafweging correct had gemaakt, maar dat de omstandigheden inmiddels waren veranderd, waardoor het huisverbod niet langer noodzakelijk was.