ECLI:NL:RBMNE:2023:3031

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
29 juni 2023
Publicatiedatum
27 juni 2023
Zaaknummer
C/16/554993 / FO RK 23-429
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging geslacht en voornamen in geboorteakte voor non-binaire persoon

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 29 juni 2023 uitspraak gedaan in een verzoek van [A] tot wijziging van de geslachtsaanduiding en voornamen in de geboorteakte. [A], geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats], verzoekt de rechtbank om de voornamen te wijzigen in '[gewijzigde voornamen]' en het geslacht in de geboorteakte aan te passen naar 'X', aangezien [A] zich identificeert als non-binair. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 27 maart 2023 en de mondelinge behandeling op 1 juni 2023.

De rechtbank overweegt dat er momenteel geen wettelijke basis is voor het registreren van een non-binaire geslachtsaanduiding in de geboorteakte, maar dat er een maatschappelijke trend is naar erkenning van genderneutrale identiteiten. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin rechtbanken verzoeken tot aanpassing van geslachtsaanduidingen hebben toegewezen. De rechtbank stelt vast dat het ontbreken van een wettelijke mogelijkheid voor non-binaire geslachtsregistratie in strijd is met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

De rechtbank concludeert dat [A] voldoende heeft aangetoond dat de huidige vermelding van het geslacht op de geboorteakte niet overeenkomt met de innerlijke genderbeleving. Ondanks het ontbreken van een deskundigenverklaring, heeft de rechtbank op basis van de overgelegde stukken en de verklaring van [A] tijdens de zitting geoordeeld dat het verzoek moet worden toegewezen. De rechtbank geeft de ambtenaar van de burgerlijke stand opdracht om de geboorteakte aan te passen en wijst het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Familierecht
locatie Utrecht
zaaknummer: C/16/554993 / FO RK 23-429
wijziging voornaam, wijziging geboorteakte
Beschikking van 29 juni 2023
in de zaak van:
[A],
wonende in [woonplaats] ,
hierna te noemen: [A] ,
advocaat mr. K.S.M. Smienk,
met als belanghebbende
DE AMBTENAAR VAN DE BURGERLIJKE STAND,
van de gemeente [plaats] ,
hierna te noemen: de ABS.

1.De procedure

1.1.
De rechtbank heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het verzoekschrift (met bijlagen), ingediend op 27 maart 2023;
  • de brief van 1 mei 2023 van [B] , ambtenaar van de burgerlijke stand, namens de gemeente [plaats] ;
  • het F-formulier van 6 mei 2023 van [A] .
1.2.
De verzoeken zijn besproken tijdens de mondelinge behandeling (zitting) van 1 juni 2023. Daarbij waren aanwezig: [A] en diens advocaat.

2.Waar de procedure over gaat

2.1.
[A]is geboren op [geboortedatum] 2001 in [geboorteplaats] .
2.2.
Van de geboorte van [A] is op [geboortedatum] 2001 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] een geboorteakte opgemaakt met nummer [nummer] .
2.3.
Op de geboorteakte staat als geslacht van [A] vermeld: M (mannelijk).
2.4.
[A] heeft de Nederlandse nationaliteit.
2.5.
[A] verzoekt de rechtbank (samengevat):
I. de voornamen van [A] te wijzigen in ‘ [gewijzigde voornamen] ’;
II. de geboorteakte van [A] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’.
2.6.
De ABS heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

3.De beoordeling

Conclusie
3.1.
De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de voornamen van [A] te wijzigen in ‘ [gewijzigde voornamen] ’. Daarnaast zal de rechtbank opdracht geven aan de ABS om de geboorteakte van [A] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’.
De rechtbank zal hierna uitleggen waarom zij deze beslissing neemt.
Bevoegdheid en toepasselijk recht
3.2.
Deze rechtbank is bevoegd om van de verzoeken kennis te nemen, omdat [A] woont in het arrondissement van deze rechtbank.
3.3.
Op de verzoeken is Nederlands recht van toepassing, omdat [A] de Nederlandse nationaliteit heeft.
Voornaamswijziging
3.4.
De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de voornamen van [A] te wijzigen in ‘ [gewijzigde voornamen] ’. [A] heeft namelijk duidelijk gemaakt dat die een zwaarwegend belang heeft bij de voornaamswijziging. Daarnaast zijn de gevraagde voornamen niet ongepast en geen geslachtsnaam. [1]
3.5.
Zodra deze beslissing onherroepelijk is, zal de ABS de geboorteakte van [A] aanpassen (door een latere vermelding toe te voegen aan de geboorteakte).
Wijziging geslacht op de geboorteakte
3.6.
De rechtbank zal opdracht geven aan de ABS om de geboorteakte van [A] te verbeteren, in die zin dat bij geslacht wordt vermeld ‘X’.
De rechtbank legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
Het juridisch kader
3.7.
De rechtbank moet allereerst beoordelen of het mogelijk is om een non-binaire geslachtsidentiteit op te nemen in de geboorteakte en de vermelding van het geslacht op de geboorteakte van [A] te wijzigen naar ‘X’ vanwege het feit dat [A] de overtuiging heeft niet of niet alleen te behoren tot het mannelijke of het vrouwelijke geslacht. De huidige wetgeving laat een dergelijke aanpassing van de geboorteakte niet toe.
3.8.
Al enige tijd is sprake van een trend naar maatschappelijke en juridische erkenning van een genderneutrale identiteit. In eerste instantie hebben diverse rechtbanken verzoeken tot aanpassing van de geslachtsaanduiding toegewezen door in de geboorteakte op te nemen ‘het geslacht is niet kunnen worden vastgesteld’, waaronder deze rechtbank in de uitspraak van 10 februari 2020 (ECLI:RBMNE:2020:522). Nadien hebben rechtbanken dergelijke verzoeken tot aanpassing van de geslachtsaanduiding ook toegewezen door in de geboorteakte een ‘X’ op te nemen.
3.9.
In 2003 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens al bevestigd dat het recht op genderidentiteit en persoonlijke ontwikkeling een fundamenteel element van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM) vormt en genderidentiteit één van de meest intieme aspecten van het privéleven en één van de meest wezenlijke elementen van zelfbeschikking vormt. De rechtbank stelt vast dat het gebrek aan wettelijke mogelijkheden voor een non-binaire geslachtsaanduiding, terwijl de wet die mogelijkheid wel biedt aan mannen en vrouwen die de overtuiging hebben ‘tot het andere geslacht te behoren’ in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW, in strijd is met artikel 8 EVRM.
3.10.
De rechtbank Den Haag heeft over dit onderwerp bij beschikking van 17 december 2021 prejudiciële vragen gesteld aan de Hoge Raad. [2] De Hoge Raad heeft in zijn uitspraak van 4 maart 2022 afgezien van beantwoording van de prejudiciële vragen. [3] De Hoge Raad heeft daarbij onder andere overwogen dat het Tweede Kamerlid Van Ginneken op 30 november 2021 een amendement heeft ingediend op het wetsvoorstel tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het veranderen van de voorwaarden voor wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte. Dit amendement strekt ertoe een nieuw artikel 1:28e BW aan het Burgerlijk Wetboek toe te voegen dat de registratie van ‘X’ als geslachtsaanduiding voor non-binaire personen in de geboorteakte mogelijk maakt zonder tussenkomst van een rechter. Naar aanleiding van dit amendement heeft de minister voor Rechtsbescherming op 17 december 2021 een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer gestuurd waaruit blijkt dat er advies wordt gevraagd over het amendement. In het licht van deze nieuwe ontwikkelingen, waaruit blijkt dat wetgeving in voorbereiding is, heeft de Hoge Raad zich onthouden van beantwoording van de gestelde prejudiciële vragen omdat dit de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten zou gaan. Zolang er geen wetgeving is, is het aan de rechter om in elke concrete zaak aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval te beslissen.
3.11.
De rechtbank stelt vast dat er nog geen nadere wetgeving in werking is getreden die de geslachtsregistratie ‘X’ mogelijk maakt. Na de uitspraak van de Hoge Raad heeft de Afdeling advisering van de Raad van State op 6 april 2022 advies uitgebracht aan de minister voor Rechtsbescherming ten aanzien van het amendement en het voorliggende wetsvoorstel.
De Afdeling heeft geadviseerd om de mogelijkheid tot wijziging naar een neutrale geslachtsregistratie via een zelfstandig wetsvoorstel te regelen. Van Ginneken heeft daarop laten weten het amendement in te trekken en een initiatiefwet op te gaan stellen. Het is dan ook nog onduidelijk hoe het wetgevingsproces zal verlopen en hoelang het zal duren voordat er een wet op dit gebied in werking treedt. De rechtbank overweegt dat zolang er geen wetgeving is, in deze concrete zaak, aan de hand van de aard en inhoud van het verzoek en de verdere omstandigheden van het geval moet worden beslist.
Het verzoek van [A]
3.12.
De rechtbank vindt dat [A] voldoende heeft onderbouwd dat de vermelding van het mannelijke geslacht op de geboorteakte van [A] (en daarmee ook diens paspoort) niet in overeenstemming is met de innerlijke genderbeleving van [A] . [A] heeft verklaard dat die zich niet man of vrouw voelt en zich sinds 2020 identificeert als non-binair.
Vanaf 1 juni 2022 gebruikt [A] de naam [gewijzigde voornamen] in het dagelijks leven. [A] wordt begeleid door BuroJIJ Genderzorg .
De rechtbank ziet het belang van [A] bij de verbetering van de geslachtsaanduiding in de geboorteakte.
3.13.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het verzoek op dezelfde manier moet worden benaderd als is omschreven in de artikelen 1:28 tot en met 1:28c BW voor mensen die de overtuiging hebben tot ‘het andere geslacht te behoren’.
3.14.
Op grond van artikel 1:28a BW moet bij een verzoek om wijziging van het geslacht naar het andere geslacht in de geboorteakte een deskundigenverklaring worden overgelegd. Bij analoge toepassing van dit artikel in situaties waarin iemand zich identificeert als non-binair, is in beginsel dus een deskundigenverklaring vereist. Die verklaring houdt in dat de betrokkene bij de deskundige heeft verklaard de overtuiging te hebben een genderneutraal geslacht te hebben en jegens de deskundige er blijk van heeft gegeven diens voorlichting omtrent de reikwijdte en de betekenis van deze staat te hebben begrepen en de wijziging van de vermelding van het geslacht in de akte van geboorte weloverwogen te blijven wensen.
3.15.
[A] heeft geen deskundigenverklaring overgelegd, maar de rechtbank gaat hieraan voorbij. Op basis van de overgelegde stukken en de verklaring van [A] tijdens de zitting, heeft de rechtbank kunnen vaststellen dat bij [A] sprake is van een doorleefde overtuiging noch tot het mannelijke noch tot het vrouwelijke geslacht te behoren. Deze overtuiging bestaat al geruime tijd en wordt door [A] uitgedragen in contacten met derden. Ook heeft de rechtbank vastgesteld dat [A] goed heeft nagedacht over de impact van het verzoek om een neutrale geslachtsregistratie.
3.16.
De rechtbank zal daarom opdracht geven aan de ABS om de geboorteakte van [A] te verbeteren door een latere vermelding toe te voegen van wijziging van het geslacht, in die zin dat het geslacht zal zijn ‘X’.
Gevolgen van de wijziging van het geslacht
3.17.
De wijziging van de vermelding van het geslacht in de geboorteakte heeft gevolgen vanaf de dag waarop de ABS een latere vermelding van wijziging van het geslacht toevoegt aan de geboorteakte. De wijziging van de vermelding van het geslacht heeft geen invloed op de bestaande familierechtelijke betrekkingen en de daaruit voortvloeiende rechten, bevoegdheden en verplichtingen. [4]
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.18.
Voor zover er is verzocht om de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren, zal de rechtbank dit afwijzen. De ABS kan de geboorteakte namelijk pas aanpassen (door een latere vermelding bij de geboorteakte op te maken) wanneer de beslissing onherroepelijk is.

4.De beslissing

De rechtbank:
4.1.
geeft opdracht aan de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] om aan de geboorteakte met nummer [nummer] van het jaar 2001 de latere vermelding toe te voegen van de wijziging van:
  • de voornamen in ‘ [gewijzigde voornamen] ’;
  • het geslacht, in die zin dat het geslacht zal zijn ‘X’;
4.2.
wijst het meer of anders verzochte af.
Dit is de beslissing van de rechtbank, genomen door mr. M.C. Oostendorp, rechter, in samenwerking met mr. A. Verouden, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2023.
Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.

Voetnoten

1.Artikel 1:4 lid 4 jo. lid 2 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
2.Rechtbank Den Haag 17 december 2021, ECLI:NL:RBDHA:2021:13948;
3.Hoge Raad 4 maart 2022, ECLI:NL:HR:2022:336;
4.Artikel 1:28c BW.